Luitenant De Winde-kring

Organisatie
Jonas Campion (2023, herwerking), Bernard Van Causenbroeck (1998)

De Luitenant De Winde-Kring was een vereniging van Vlaamse officieren in Duits krijgsgevangenschap tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Kring kwam in de collaboratie terecht.

Afkorting
LDWK
Oprichting
19 september 1940
Leestijd: 6 minuten

De kring in Duitsland

Na de capitulatie van het Belgisch leger op 28 mei 1940 werden vele legerofficieren als krijgsgevangenen in Duitse kampen geïnterneerd. Vlaamse en Waalse officieren werden hierbij gescheiden. Maar omdat het gerucht ging dat bij de terugkeer naar België de Vlamingen bevoordeeld zouden worden, deden vele Franstaligen er alles aan om als Vlaming erkend te worden. Grotendeels als reactie hierop stichtten enkele jonge katholieke, Vlaamsgezinde officieren, met name Herman Verreydt, Frans Tack, Frans Michau en Benoni Nagels op 19 september 1940 in Tibor de Luitenant De Winde-kring (LDWK). Juul de Winde De Winde, Jules
Juul De Winde (1893-1918) was musicus, dichter en acteur. Hij sneuvelde tijdens de Eerste Wereldoorlog als luitenant aan het IJzerfront. Zijn stoffelijk overschot werd bijgezet in de cryp... Lees meer
was een Vlaamse officier die tijdens de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
op eigen verzoek in de vuurlinie opereerde, daar sneuvelde en onder de IJzertoren IJzertoren
De IJzertoren is een Vlaamsgezind monument in Diksmuide, dat in 1928-1930 werd opgericht als eerbetoon aan de Vlaamse soldaten die sneuvelden aan het IJzerfront tijdens de Eerste Wereldoo... Lees meer
is begraven. De dinaso Lowie Reekmans kreeg de leiding van de LDWK en stelde de statuten op. In deze statuten werd trouw aan de koning gezworen, werd de ‘onverschilligheid’ van de militaire overheden ten overstaan van de ‘Vlaamschen volksaard’ gelaakt en heette het de taak van de kring om ‘een “elite” van Vlaamsche officieren tot stand te brengen’. De gevolgen van de crisis van de jaren 1930 en van ervaringen van nederlaag en gevangenschap drukten hun stempel op deze statuten, die uitgingen van het idee dat er een nieuwe samenleving moest komen waarin het leger en zijn officieren een prominente sociale en politieke (voorbeeld)rol zouden opnemen. Daarnaast bevatten de statuten ook eisen in verband met de bescherming van de Nederlandse taal en cultuur, die in de lijn lagen van de bredere Vlaamse beweging. De diverse Nieuwe Orde-ideeën in de statuten waren aanvankelijk van secundair belang. Al snel werden ze echter steeds systematischer gepropageerd door Tack en Verreydt.

In de herfst van 1940 telde de vereniging een veertigtal leden. Haar assertieve opstelling en ideologische standpunten botsten weinig verwonderlijk op scherpe kritiek van Franstalige officieren in het Tibor-kamp, wat ertoe leidde dat de LDWK radicaliseerde en enkel nog een relatief beperkte groep van hardliners rekruteerde. Midden december 1940 werd door de Duitse kampleiding, met goedkeuring van Verreydt, beslist om 120 Vlaamse officieren, waaronder alle LDWK-leden, naar Luckenwalde bij Berlijn over te brengen. De eigenlijke bedoeling was om hen af te zonderen van de Franstalige officieren en hen door indoctrinatie klaar te stomen voor het nationaalsocialisme. In Luckenwalde kwam Verreydt in conflict met leider Reekmans. Reekmans wou de organisatie ontbinden. Verreydt, daarentegen, wilde politieke activiteiten invoeren. Reekmans moest op 22 januari 1941 ontslag nemen en enkele weken later nam Verreydt de leiding op zich. Hij stuurde een aantal tegenstanders weg uit het kamp en legde iedereen een bijvoegsel bij de statuten ter ondertekening voor. Daarmee werd een ideologische horde in de richting van collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
genomen. In deze tekst werd immers bepaald dat de leden ‘positief voorstanders zijn van het vestigen in Vlaanderen van de Nieuwe Orde op nationaal-socialistischen grondslag’ en dat ze ‘diep overtuigd zijn dat enkel en alleen een Duitsche overwinning in den huidigen oorlog het Vlaamsche volk kan toelaten in die Nieuwe Orde op te gaan en te bloeien’. Ook kampoverste luitenant-kolonel Adriaan van Coppenolle Van Coppenolle, Adriaan Emiel
Adriaan van Coppenolle (1893-1975) was een Vlaamsgezinde katholieke militair, die tijdens de Tweede Wereldoorlog vanaf februari 1943 hoofd was van de rijkswacht. Lees meer
ondertekende dit document, samen met een 120-tal andere officieren. Eind mei 1941 richtte de Duitse bezetter in België de Vlaamsche Wacht Vlaamsche Wacht
De Vlaamsche Wacht (1941-1944) was een collaborerende Vlaamse militaire formatie tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze werd ingezet in België als hulptroep van het bezettingsleger. Lees meer
op. Daarvoor deed hij een beroep op het Verbond der Vlaamse Oud-strijders Verbond VOS
Het Verbond der Vlaamse Oud-Strijders (VOS), opgericht in 1919, was een flamingantische vereniging voor oud-strijders van de Eerste Wereldoorlog, die in de loop van het interbellum tot ee... Lees meer
(VOS) voor de gewone leden en op de LDWK voor het kaderpersoneel. In totaal vertrokken zestien LDWK'ers in de maanden mei en juni 1941 vanuit Luckenwalde naar België. VOS, Vlaamsch Nationaal Verbond Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
(VNV) en LDWK dachten dat de Vlaamsche Wacht de kern zou vormen van een nieuw Vlaams leger, maar de Vlaamsche Wacht was en bleef voor de bezetter een hulp voor de Duitse bezettingstroepen.

Terug naar België

Eind juli 1941 konden 151 van de 200 officieren in Luckenwalde naar huis. Samen met de 120 LDWK'ers werden 26 niet-leden voor terugkeer aangeduid. De overblijvende officieren werden naar andere kampen gestuurd, waar ze door de Belgische officieren als paria's werden behandeld. De beslissing van terugkeer betekende het einde van de Vlaamse kringen in de kampen. Ook de LDWK verloor haar karakter van georganiseerde vereniging en zakte in Vlaanderen in elkaar.

De vrijlating van deze mannen maakte ook deel uit van onderhandelingen tussen de Duitse autoriteiten en het Koninklijk Paleis via de Dienst der Werkzaamheden van het Gedemobiliseerde Leger (DWGL). Belgische overheden hoopten de vrijlating te verkrijgen van officieren om hen in dienst te laten treden van openbare instellingen en diensten. In hun ogen betrof het hier Belgicistische, monarchistische en patriottische officieren. De Duitsers en de Nederlandstalige collaboratiepartijen (in het bijzonder Gerard Romsée Romsée, Gerard
Lees meer
, secretaris-generaal voor Binnenlandse Zaken) hadden met deze terugkeer naar België echter een heel ander doel (en publiek) voor ogen, met name de Belgische instellingen infiltreren met voorstanders van de collaboratie.

Meerdere officieren (ongeveer een dertigtal) kwamen in diverse militaire en paramilitaire organisaties terecht (zoals de Vlaamsche Wacht en de Zwarte Brigade Zwarte Brigade
Lees meer
), in sommige gemeentelijke politiediensten of in de Algemene Rijkspolitie (ongeveer een twintigtal), of bij de inspectiediensten van Binnenlandse Zaken. Ongeveer 40 officieren gingen naar de rijkswacht. Luitenant-kolonel Adriaan van Coppenolle is wellicht de bekendste LDWK'er. Voor zijn vrijlating was nog verondersteld dat hij korpschef van de Antwerpse politie zou worden, maar uiteindelijk, na discussie met Romsée, nam hij de leiding van de Algemene Rijkspolitie op zich in juli 1941, samen met de functie van korpskommandant van de rijkswacht in februari 1943. Door die twee functies te combineren, werd Van Coppenolle een centrale figuur in de openbare ordehandhaving in België. Hij trachtte bijvoorbeeld om het politieapparaat te hervormen en pleitte voor een politieoptreden dat geen onderscheid zou maken tussen verzetsdaden en gewone misdaad. Een deel van de officieren volgde niet in dit verhaal en nam ontslag of ging in het verzet.

In België wist leider Verreydt aanvankelijk niet van welk hout pijlen te maken. Hij weigerde een aanbod van René Lagrou Lagrou, René
René Lagrou (1904-1969) was een Vlaams-nationalistisch politicus. Lagrou had contacten met het naziregime, stichtte in 1940 de Algemeene-SS Vlaanderen waar hij de eerste leider van werd e... Lees meer
en de functie van stafchef bij de Vrijwillige Arbeidsdienst voor Vlaanderen Vrijwillige Arbeidsdienst voor Vlaanderen
Vrijwillige Arbeidsdienst voor Vlaanderen (VAVV) was een organisatie tijdens de Tweede Wereldoorlog van jonge mannen en vrouwen die vrijwillige arbeid verrichtten voornamelijk door het ... Lees meer
. In de zomer van 1942 besliste hij dat de LDWK in blok zou aansluiten bij het VNV. Hij werd leider van de dienst Verweer van het VNV die in principe alle met het VNV verbonden (para)militaire formaties overkoepelde. Verreydts bedoeling was duidelijk: in de veronderstelling dat het VNV het politiek monopolie zou verwerven, zou zijn positie als leider van de partijcel in het toekomstige Vlaamse leger zeer sterk zijn. Maar verschillende officieren wilden een apolitieke Vlaamsche Wacht en de Duitse overheid liet een integratie van de Vlaamsche Wacht in het VNV niet toe. In mei 1943 besloot Verreydt om wat van de vereniging overbleef uit het VNV te trekken. Hij stelde nieuwe statuten op waarin niet meer trouw aan de koning maar aan Adolf Hitler werd gezworen en maakte van zijn kring een groep van SS-gezinde elementen uit allerlei militaire en paramilitaire formaties. In februari 1944 trok Verreydt naar de officiersschool van de Waffen-SS in Bad Tölz.

Na de bevrijding, tijdens de repressie Repressie
Lees meer
, werden lidmaatschap van de kring en het handtekenen van de statuten belastende elementen van incivisme volgens de krijgsauditoren: los van het gedrag van de officieren in bezet België (bijvoorbeeld binnen de politie of de rijkswacht), werd dit gezien als een daad van politieke collaboratie (art. 118bis van het Strafwetboek). Tijdens de processen probeerde de verdediging, met beperkt succes, het politieke karakter van die handtekening en het lidmaatschap te minimaliseren door ze af te doen als een private kwestie.

Literatuur

– M. de Wilde, De Nieuwe Orde (België in de Tweede Wereldoorlog, nr. 3), 1982.
– R. Van Doorslaer, Luitenant de Winde-Kring ou le cercle des officiers disparus, in: Jours de guerre/ Jours Mêlés, 1997, pp. 93-112.
– K. Van Vlasselaer, De Vlaamse krijgsgevangenen in de Tweede Wereldoorlog: de officieren van de Luitenant De Winde-Kring. Katholieke Universiteit Leuven, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 2000.
– Caroline Fransen, Politiewerk in bezettingstijd. Emiel Van Coppenolle - korpscommandant van de rijkswacht tijdens de Tweede Wereldoorlog, Universiteit Gent, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 2001.
– J. Campion, Le rétablissement de la légalité policière après la Seconde Guerre mondiale: les gendarmeries belge, française et la Koninklijke Marechaussee néerlandaise, 2009.

Suggestie doorgeven

1973: Staf Vermeire (pdf)

1998: Bernard Van Causenbroeck

2023: Jonas Campion

Inhoudstafel