Volksverwering

Uit NEVB Online
Versie door ADVN (overleg | bijdragen) op 10 jan 2019 om 19:25 (1 versie geïmporteerd)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

anti-joodse en pro-nationaal-socialistische organisatie, waarvan de wortels teruggaan tot zowel het Belgisch- als het Vlaams-nationalisme (1937-1944).

Volksverwering – La Défense du Peuple werd in januari 1937 opgericht, met als blad het gelijknamige Volksverwering, "Propagandablad ter Beveiliging van Bloed en Bodem". De organisatie bezat verscheidene afdelingen, onder meer in Genk, Brussel, Luik en Gent, maar stond het sterkst in haar Antwerpse bakermat. Aan de leiding stond de Antwerpse advocaat René Lambrichts, die eerder in Belgisch-nationalistische hoek was te situeren. Tot het kader van Volksverwering behoorden evenwel ook de oud-dinaso's Antoon Lint, Frans van Dyck, Gustaaf Vanniesbecq en Aloïs Goossens. Een aantal onder hen was te situeren in die groepen van Vlaams-nationalisten die als eersten voor het nationaal-socialisme waren gewonnen, actief in splinterpartijtjes als de Vrienden van het Nieuwe Duitschland, de Nationaal-Socialistische Vlaamsche Arbeiderspartij enzovoort. De bijzondere bijval die Volksverwering in extremistische Vlaams-nationalistische kringen genoot, bleek ook hieruit dat nog vóór de bezetting Ward Hermans, Jef de Langhe, Edgar Lehembre en Maurits Langohr elk een lezing voor Volksverwering gaven. Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 1938 raadde Volksverwering de Antwerpse kiezers aan om te stemmen voor de lijst van het Vlaamsche Volksblok, aangevoerd door Jan Timmermans van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV).

Allicht onderhield Volksverwering van in het begin contacten met nazi-Duitsland. Reeds in het eerste nummer van haar blad werd propaganda gemaakt voor de organisatie Welt-Dienst, die het antisemitisme wou internationaliseren en gefinancierd werd door het Duitse ministerie van propaganda. Vanaf 1 april 1938 kreeg Volksverwering een bescheiden financiële steun van de Duitse regering (100 Reichsmark per maand). Omstreeks dezelfde periode werd steeds duidelijker uitgekomen voor een pro-nationaal-socialistische strekking en werd onder leiding van Vanniesbecq de paramilitaire Actie-Groep opgericht, die het geweld tegen joden niet schuwde. Tevens werd Volksverwering omgevormd tot een vereniging zonder winstoogmerk (vzw), die zich ten doel stelde "te strijden tegen de joodse invloed in het openbaar en privaat leven van het land" en "te ijveren voor de verzoening der Arische volkeren, waarborg voor de instandhouding van de vrede en de christelijke beschaving". Tot de stichtende leden van de vzw behoorden naast Vanniesbecq en Lambrichts eveneens een aantal rexisten en gewezen leden van het Belgisch-nationalistische Nationaal Corporatief Arbeidersverbond. In februari 1939 nam Vanniesbecq ontslag uit Volksverwering en kwam reeds een maand later met een nieuwe organisatie, de Nationaal Volksche Beweging – Le Mouvement national-social, opzetten, met als orgaan De Aanval. Zoals talrijke anti-joodse organisaties maakte de Nationaal Volksche Beweging propaganda voor de brochure Jodendom en communisme zonder masker (Langemark, 1936) van Hermans.

Door de toenemende oorlogsdreiging legde het Belgisch Staatsblad van 13 maart 1940 zowel aan De Aanval als aan Volksverwering een verschijningsverbod op. Toen enkele maanden later Duitsland België binnenviel werden de meesten van de geciteerde leden van Volksverwering aangehouden en samen met talrijke joden als 'verdachten' naar Frankrijk (Le Vernet d'Ariège) gedeporteerd (Spooktreinen). In tegenstelling tot hun joodse lotgenoten keerden ze omstreeks juli/augustus 1940 naar België terug. Hierop werd Lambrichts samen met enkele andere gedeporteerde confraters als René Lagrou tot nieuw bestuurslid van de Vlaamse Conferentie der Balie van Antwerpen aangesteld. Kort na zijn aanstelling hield Lambrichts voor de Conferentie een lezing waarin hij pleitte om de joden de Belgische nationaliteit te ontnemen.

Vanaf oktober 1940, net vóór de eerste anti-joodse verordeningen, kreeg Volksverwering van de bezetter toestemming om haar propagandistische activiteiten als 'wegbereider' van het antisemitisme onder de bevolking te hervatten. Naast de hernieuwde publicatie van Volksverwering werden antijoodse tentoonstellingen, films en meetings georganiseerd. Een eerste meeting vond op 15 december 1940 in Antwerpen plaats, waar naast Lambrichts en de Nederlander Jozef van Roessel, gewezen lid van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB), eveneens Hermans het woord voerde. Hermans' aanwezigheid wees erop dat Volksverwering zich in het kielzog van de SS-Vlaanderen bevond en zonder voorbehoud de nationaal-socialistische kaart trok. Van Volksverwering konden trouwens enkel diegenen lid worden, die positief antwoordden op de vraag: "Staat gij met ons onvoorwaardelijk achter Adolf Hitler?"

In maart 1941 veranderde de titel van Volksverwering in Volksche Aanval: van "afweer" kon nu tot de "aanval" worden overgegaan. Ongeveer een maand later, op paasmaandag 14 april 1941, organiseerde Volksverwering in Antwerpen een vertoning van de anti-joodse film Der Ewige Jude. Na afloop stak een tweehonderdtal met stokken en ijzeren staven gewapende leden van zowel Volksverwering en de groep rond Vanniesbecq als van de Zwarte Brigade en de Algemeene-SS Vlaanderen twee synagogen en het huis van een opperrabbijn in brand en gooiden ze tientallen ruiten in.

Toen vanaf de zomer van 1942 de Duitsers tot razzia's tegen de joden overgingen, kregen ze de volmondige steun van Volksverwering. Onder hoofdingen als "De laatste jood moet hier weg! Geen misplaatst medelijden" werd meermaals tot verklikking aangezet. Omstreeks dezelfde periode, op 10 augustus, kwam het tot een samenwerkingsakkoord tussen Volksverwering en de Dietsch Opvoedkundige Beweging. Dat was bedoeld als tegengewicht tegen de Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap (DeVlag), die de monopoliepositie van Volksverwering wou ondergraven. (Dat belette niet dat Jef van de Wiele in zijn circa juni 1942 verschenen brochure Joden zijn ook menschen? nog had opgeroepen om "het dappere weekblad Volksche Aanval iedere week te lezen en te herlezen".) Ook in Wallonië trachtte Volksverwering zijn invloed uit te bouwen. Reeds op 28 april 1942 kwam het tot een samenwerkingsakkoord met de nationaal-socialistische groupuscule Mouvement nationale populaire.

De deportaties maakten de taak van Volksverwering als louter propagandamachine minder 'noodzakelijk'. Eens de anti-joodse actie in een politioneel stadium was getreden keek de Gestapo in de eerste plaats uit naar hulp van de SS-Vlaanderen. Toen Lambrichts weigerde om zijn autonomie op te geven en samen te smelten met de DeVlag en de Waalse Amis du Grand Reich allemand, verbood de bezetter hem in februari 1943 om zijn bladen Volksche Aanval en L'Ami du Peuple verder te publiceren. Nadien beperkte de rol van Lambrichts zich hoofdzakelijk tot de organisatie van anti-joodse tentoonstellingen en tot de publicatie van dito bijdragen in bladen als Volk en Staat.

Literatuur

W. Geldolf, 'Camille Huysmans en het Joodse volk: een vriendschap voor het leven', in H. Balthazar (e.a.), Bijdragen tot het Camille Huysmansonderzoek, 1971, p. 211-256; 
'Volksverwering', in Winkler Prins Encyclopedie van de Tweede Wereldoorlog, 1980, p. 620; 
L. Saerens, De houding van de Belgische publieke opinie tegenover de joden in de jaren vóór Wereldoorlog II: De Gazet van Antwerpen tijdens de periode 1933-1940, KUL, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 2 dln., 1983; 
M. Steinberg, L'Etoile et le fusil. I. La question juive 1940-1942, 1983; 
L. Saerens, ' 'Rechts' België en de joden (1933-ca. 1941)', in Driemaandelijks Tijdschrift van de Auschwitz-Stichting, nr. 9-10 (1985), p. 113-127; 
M. Wiliquet, Un mouvement antijuif en Wallonie: la Ligue 'La Défense du Peuple' sous l'occupation allemande (1940-1943), ULg, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1994.

Auteur(s)

Lieven Saerens