Maximalisten
‘Maximalisten’ was de benaming die de Vlaams-nationalisten zich tussen beide wereldoorlogen gaven. Ze gebruikten de term om zich te onderscheiden van de gematigdere Vlaamsgezinden die het minimumprogramma aanhingen.
‘Maximalisten’ was de benaming die de Vlaams-nationalisten zich tussen beide wereldoorlogen gaven. Ze gebruikten de term om zich te onderscheiden van de gematigdere Vlaamsgezinden die het minimumprogramma aanhingen.
De geschiedenis van het middelbaar onderwijs is nauw verweven met die van de Vlaamse beweging. Tot diep in de 20ste eeuw bleef de middelbare school een grotendeels Franstalig bastion van elitecultuur.
Onder de noemer minderheidssocialisten wordt een amalgaam van links-radicale en pacifistische groepen verstaan die zich tijdens de Eerste Wereldoorlog dissident opstelden ten opzichte van de Belgische Werkliedenpartij en waarvan er heel wat betro
De zogenaamd minimalistische flaminganten probeerden het eisenprogramma voor de Vlaamse beweging, dat tijdens de Eerste Wereldoorlog onder de leiding van Frans van Cauwelaert was tot stand gekomen, tijdens het interbellum in de praktijk te brengen
Het Minimumprogramma was de benaming voor het eisenpakket dat de Belgisch-loyale flaminganten, in het bijzonder inzake taalwetgeving, in de periode tussen de beide wereldoorlogen nastreefden en in grote mate realiseerden.
In deze bijdrage over de Belgische vorsten, van Leopold I tot en met Albert II (1831-2013), wordt gepeild naar hun oordeel over en aandeel in de ontwikkeling van de Belgische taalstrijd en de communautaire problematiek.
Dit artikel over natievorming focust op de verbeelding en vorming van België en Vlaanderen als nationale gemeenschappen.
Het ‘nationael tooneel’ was in het midden van de 19de eeuw zowel de naam van een actiepunt van de Vlaamse beweging (namelijk het ijveren voor een eigen Nederlandstalige toneelproductie), als van een aantal toneelgezelschappen die waren opgericht
Tot de Tweede Wereldoorlog bestond er een band tussen de Vlaamse beweging en de natuurverenigingen in Vlaanderen. Een gevoeligheid en zorgzaamheid voor het landschap en de schoonheid van natuur en erfgoed maakten deel uit van de Vlaamse strijd.