Met Onze Jongens aan den IJzer

Publicatie
Daniël Biltereyst

Met Onze Jongens aan den IJzer (1928-1929) is een documentaire propagandafilm van Clemens de Landtsheer over de Eerste Wereldoorlog, waarin deze oud-strijder en secretaris van het IJzerbedevaartcomité zowel een pacifistische boodschap bracht als bijdroeg tot de mythevorming omtrent Vlaamse oorlogshelden.

Periode
1928 -
1929
Leestijd: 6 minuten

Met Onze Jongens aan den IJzer (1928-1929) is een lange documentaire propagandafilm van oud-strijder en secretaris van het IJzerbedevaart IJzerbedevaarten
De IJzerbedevaart is een jaarlijkse herdenking van de Vlaamse gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog, die ontstond omstreeks 1920. Dit voor de Vlaamse beweging erg symbolische gebeur... Lees meer
comité Clemens de Landtsheer De Landtsheer, Clemens
Clemens de Landtsheer (1894-1984) speelde als secretaris van het IJzerbedevaartcomité een grote rol in de organisatie van de vereniging en van de IJzerbedevaarten. Verder was deze belangr... Lees meer
over de verschrikkingen aan het westfront tijdens de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
. Deze Vlaamsgezinde pacifistische Pacifisme
Lees meer
prent was na de Bedevaartfilm (of Bedevaarten naar de Graven van den IJzer, 1928), het tweede grote filmproject waarmee De Landtsheer de politiek-maatschappelijke ideeën van het comité uitdroeg en zo aan fondsenwerving deed.

Context en productie

De idee om een film te maken over de verschrikkingen aan het front ging terug tot de lezingen die De Landtsheer en het comité al enkele jaren organiseerden binnen het netwerk van Vlaamsgezinde organisaties. Een vast onderdeel van deze lezingen met lichtbeelden (of diaprojectie) was de gruwel die Vlaamse soldaten op het slagveld hadden moeten ondergaan. De optie om rond dit historische gegeven een film te maken werd begin 1928 versterkt door de controverse, die was ontstaan toen de Bedevaartfilm op 20 februari 1928 door de Belgische filmkeuring was geweigerd omdat de film ‘de éénheid van het Vaderland in gevaar’ bracht. Hoewel dit verbod enkel betrekking had op vertoningen voor jongeren onder 16 jaar, wisten De Landtsheer en het comité dit handig in de publieke opinie uit te spelen, waardoor de belangstelling voor de ‘gewraakte’ Bedevaartfilm in aanzienlijke mate toenam. Het succes van de Bedevaartfilm verscherpte bij het comité de wil om film verder te gaan gebruiken als krachtig modern propagandamiddel. Dit gold zeker voor een onderwerp als de Eerste Wereldoorlog, die tien jaar na het einde ervan nog steeds prominent aan bod kwam in de bioscoop, zoals in de Britse biopic over Edith Cavell Dawn (1928, H. Wilcox). Met Onze Jongens aan den IJzer past binnen deze brede stroom van historische oorlogsfilms, die (haast onvermijdelijk) vanuit een specifiek frame een historisch-ideologische positie innamen ten aanzien van de Eerste Wereldoorlog. Terwijl de meeste van deze ‘herinneringsfilms’ de Grote Oorlog doorgaans belichtten vanuit een patriottisch, staatsnationaal kader, hanteerde De Landtsheer een specifieke Vlaams-nationale blik. 

Voor de productie van deze ambitieuze historische documentaire zocht De Landtsheer, die geen filmtechnische scholing had genoten, contact met mensen uit het filmberoep. Belangrijk was de rol van fotograaf, cameraman en cineast Germain Baert (1904-1972), die in deze periode werkte aan de eerste verfilming van de roman Baas Ganzendonck (1850, film uit 1929) van Hendrik Conscience Conscience, Hendrik
Hendrik Conscience (1812-1883) was de eerste auteur die het in België aandurfde een roman in het Nederlands te schrijven en te publiceren. Zijn oeuvre van zo’n 65 romans, dat ook een bred... Lees meer
. Voor De Landtsheer maakte Baert diverse originele opnamen, waaronder korte gefictionaliseerde scènes van een moeder die met een kind treurt bij een graf. Voor zijn frontfilm deed De Landtsheer in hoofdzaak beroep op historische foto’s en filmbeelden, die hij onder andere aankocht bij het Belgische en Franse leger. Voor deze film bekwaamde De Landtsheer zich verder in het filmvak en kocht hij technisch filmmateriaal aan zoals een camera. Aangezien Met Onze Jongens aan den IJzer berustte op een mix van stil film- en fotomateriaal en er ook geen middelen waren om de prent te voorzien van een originele score, zou bij de projectie van deze lange frontfilm gebruik worden gemaakt van platen met (klassieke) muziekopnamen. Met Onze Jongens aan den IJzer werd al vanaf september 1928 vertoond, veelal in een programma met ander materiaal en samen met de Bedevaartfilm. Toch bleef De Landtsheer nog jaren sleutelen aan zijn frontfilm waardoor de gekleurde versie in 1933 iets minder dan anderhalf duurde (1800 m).

Inhoud

Het eindproduct was een pacifistische aanklacht tegen de gruwelijke oorlogswaanzin en tegen de militaire logica. Met Onze Jongens aan den IJzer schuwde iedere vorm van triomfalisme en zoomde sterk in op het lijden van gewone frontsoldaten. Van bij de start zet de film sterk in op een claim van authenticiteit: in een van de eerste tussentitels geeft De Landtsheer aan dat zijn ‘film werd samengesteld met echte en onvervalschte dokumenten en filmopnamen in de loopgraven aan den IJzer.’ ‘Alles wat U zult te zien krijgen is oorspronkelijke oorlogsdokumentatie op de volle werkelijkheid genomen,’ zo stelt de filmmaker, waarmee hij verwijst naar historisch film- en fotomateriaal afkomstig van oudere newsreels en reportages. Opvallend is de dikwijls bijzonder cynische toon en het sarcasme waarmee De Landtsheer harde beelden becommentarieert, onder meer van bombardementen, nachtelijke gevechtsscènes, huiveringwekkende beelden van lijken, massagraven, zwaar verminkte soldaten en oorlogsinvaliden met prothesen. Om zijn focus op de gewone frontsoldaat nog verder te beklemtonen last De Landtsheer tevens materiaal in van soldaten zelf, zoals postkaarten en handgeschreven brieven. Prominent toont De Landtsheer (rond minuut 55) het IJzertestament of de open brief Open Brieven van de Frontbeweging
De Open Brieven van de Frontbeweging waren gestencilde of gedrukte clandestiene manifesten die tussen 11 juli 1917 en 11 juli 1918 aan het front werden verspreid. Daarbij mogen ook een aa... Lees meer
van 5 augustus 1917 gericht aan koning Albert I van Saksen-Coburg, Albert I
Koning Albert I (1875-1934) werd aan de vooravond van en tijdens de Eerste Wereldoorlog geconfronteerd met een radicaliserende Vlaamse beweging. De communautaire kwestie groeide daardoor ... Lees meer
, waarin Vlaamse frontsoldaten de mishandeling van Vlaamse soldaten aanklaagden.

Interessant in de opbouw van Met Onze Jongens aan den IJzer is dat de flamingantische boodschap weliswaar van bij de start latent aanwezig is (onder meer in tussentitels waarin verwezen wordt naar ‘Ons Vlaamsche jongens’), maar pas laat de overhand neemt. In het vijfde deel komt de politieke agenda van de secretaris en propagandist van het IJzerbedevaartcomité manifest aan bod. Dit doet De Landtsheer door sterk in te zoomen op het taalprobleem aan het front en het onrecht ten aanzien van Vlaamse frontsoldaten. In dit deel, waarin de anti-belgicistische toon verscherpt, gaat hij in op diverse gebeurtenissen aan het front en daarbuiten die onderdeel werden van het Vlaams-nationalistische narratief, zoals het gebruik van uitsluitend Franstalige opschriften, de schending van Vlaamse zerken, het verhaal over de Vlaamsgezinde frontsoldaten die als houthakkers Houthakkers van de Orne
‘Houthakkers’ is een bijnaam die verwijst naar tien frontsoldaten die omwille van hun Vlaamsgezindheid van het front verwijderd werden. De legerleiding stuurde hen naar het houthakkerspel... Lees meer
in Orne, Normandië, dwangarbeid moesten verrichten, en Vlaamse soldaten die werden ondergebracht in gevangenissen.

Met Onze Jongens aan den IJzer was geen objectieve documentaire, maar wel een pacifistisch Pacifisme
Lees meer
pamflet met een prominent pleidooi voor de Vlaamse zaak. Daarbij hanteerde De Landtsheer enkele basistechnieken die ook in andere propagandafilms werden aangewend om de kijker te overtuigen van de boodschap. Daartoe hoorde niet alleen de claim op authenticiteit, maar ook het gebruik van duidelijke tegenstellingen of antagonisme (oorlog vs. vrede; de legerleiding vs. de gewone soldaat, …); het inzetten op sterke, emotioneel geladen beelden (gruwelbeelden, verminkte gezichten, …), het gebruik van tendentieuze, soms lyrische tussentitels en de herhaling van bekende leuzen Leuzen
Lees meer
(bijvoorbeeld ‘Oorlog aan de oorlog’, ‘Hier ons bloed, wanneer ons recht’), het gebruik van eerder al gehanteerde, emotioneel geladen beeldspraak, zoals die van de moeder en het kind (onder meer in de epiloog, waarin een jonge vrouw bij een eenvoudig graf met een kruis zit te treuren met op de achtergrond een meisje met een pop in de hand), de link met religie, de herhaling van de centrale boodschap op het einde van de film met een grafische analogie tussen het kruis op het graf en de IJzertoren IJzertoren
De IJzertoren is een Vlaamsgezind monument in Diksmuide, dat in 1928-1930 werd opgericht als eerbetoon aan de Vlaamse soldaten die sneuvelden aan het IJzerfront tijdens de Eerste Wereldoo... Lees meer
. Dit alles moest er toe bijdragen dat de kijker emotioneel betrokken raakte en zich achter de centrale boodschap van de film schaarde. Met Onze Jongens aan den IJzer was zowat de belangrijkste bijdrage van De Landtsheer aan de Vlaamse en Belgische filmgeschiedenis en hoorde als flamingantisch filmisch pamflet thuis in een reeks historische pacifistische films over de Eerste Wereldoorlog.

Literatuur

— R. vande Winkel & D. Biltereyst, Filmen voor Vlaanderen. Vlaamse beweging, propaganda en film, Antwerpen, 2008.

Suggestie doorgeven

2023: Daniël Biltereyst

Inhoudstafel