Weyns, Jozef

Persoon
Nico Van Campenhout (2023)

De flamingantische onderwijzer, kunsthistoricus en heemkundige Jozef Weyns (1913-1974) verlegde na de Tweede Wereldoorlog zijn onderzoeksterrein van de Afrikaanse beeldende kunst naar dat van de (materiƫle) Vlaamse volkscultuur en was gedurende twee decennia de bezieler van het Openluchtmuseum Bokrijk in Genk.

Volledige voornaam
Jozef Ambroos
Geboorte
Heist-op-den-Berg, 4 april 1913
Overlijden
Genk, 15 juli 1974
Leestijd: 9 minuten

Jozef Weyns was de oudste van twee zonen uit een welgestelde Kempische boerenfamilie. Hij behaalde het diploma van onderwijzer aan de Rijksnormaalschool in Lier Rijksnormaalschool van Lier
De Rijksnormaalschool in Lier (1817-1830, 1844-2012) ging de concurrentie aan met de vrije normaalscholen en vormde meerdere generaties Nederlandstalige intellectuelen in Vlaanderen: ond... Lees meer
(1932) en studeerde vervolgens kunstgeschiedenis en oudheidkunde aan de Gentse universiteit (1932-1935). In 1946 behaalde hij er onder de leiding van Frans Olbrechts Olbrechts, Frans
Frans M. Olbrechts (1899-1958) was een Vlaams filoloog, volkskundige en etnoloog, die met zijn wetenschappelijke werk, zijn waardering voor etnische kunst en zijn vernieuwende beleid als ... Lees meer
de doctorstitel met een proefschrift over De plastiek van het Neder-Kongo-Stijlgebied. Olbrechts introduceerde Weyns in de etnologie als academische discipline, zoals diens Gentse collega Paul de Keyser De Keyser, Paul
Paul de Keyser (1891-1966) was een hoogleraar en volkskundige. Hij doceerde esthetica, Middelnederlands en volkskunde. Hij werd in 1959 ondervoorzitter van de net opgerichte Kultuurraad v... Lees meer
dat deed wat betreft de aanpak van de volks- en heemkunde op wetenschappelijke basis.

Ondertussen werkte Weyns na zijn legerdienst kortstondig als onderwijzer in de gemeenteschool van zijn geboortedorp Hallaar (bij Heist-op-den-Berg) en vanaf 1937 als studiemeester aan de Lierse rijksnormaalschool, weliswaar onderbroken door oproepingen als dienstplichtig militair ten tijde van de mobilisatie en het begin van de Tweede Wereldoorlog en opnieuw vanaf april 1945. Na het behalen van zijn doctoraat kon Weyns in 1947 aan de slag in het Museum voor Belgisch- Kongo Congo
Lees meer
(nu Africa Museum) in Tervuren, waar zijn Gentse leermeester Olbrechts pas was aangetreden als directeur. Van 1949 tot 1953 werkte hij in de Afrikaanse afdeling van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in het Brusselse Jubelpark. Zijn Vlaamsgezindheid zette Weyns er onder meer toe aan om de dominantie van het Frans en de Franstaligen in deze instelling aan te klagen, net zoals hij het blijvende gebruik van het Frans in Vlaanderen, onder andere in de bedrijfs- en de commerciƫle wereld, aan de kaak stelde. Met zijn gezin - wellicht het belangrijkste ankerpunt in zijn leven - was hij ook veelvuldig aanwezig bij flamingantische manifestaties, vieringen en (protest)bijeenkomsten.

Heemkunde als beleving van Vlaamse identiteit

Ondertussen inventariseerde Weyns - parallel met zijn promotieonderzoek op basis van in BelgiĆ« bewaarde Afrikaanse (kunst)objecten - vanaf de jaren 1930 in zijn onmiddellijke en wat ruimere omgeving (de materiĆ«le cultuur van) het landelijke leven in zijn Zuid-Kempense geboortestreek. Weynsā€™ allereerste publicatie, in de jaargang 1935-1936 van het Nederlandsch tijdschrift voor volkskunde, handelde over ā€˜Spiraalvlechtwerk uit de Kempenā€™.

Zijn werkzaamheden op dat terrein sloten aan bij een bredere trend in Vlaanderen en elders in Europa tijdens het interbellum om, mede vanuit een regionaal of regionalistisch besef en/of engagement, het verleden van de eigen streek of lokaliteit te bestuderen. Dat resulteerde in 1941 in de oprichting, met de medewerking van Weyns, van het Verbond voor Heemkunde als deelorganisme van de Vlaamse Toeristenbond Vlaamse Toeristenbond
VTB-VAB (1922) was een cultureel-toeristische organisatie die bijdroeg aan de ontwikkeling van het toerisme en de mobiliteit in Vlaanderen. Ze was door haar financiƫle en culturele slagkr... Lees meer
(VTB). Nadat deze Vlaamse heemkundige koepelvereniging begin 1945 was verzelfstandigd, werd Weyns opgenomen in het bestuur en nam hij vanaf 1947 de eindredactie van het ledenblad Ons Heem op zich. In 1955 werd hij aangesteld als secretaris en in 1957 als voorzitter van het Verbond voor Heemkunde, een functie die hij behield tot zijn overlijden.

Zoals journalist en goede vriend Gaston Durnez Durnez, Gaston
Lees meer
het terecht stelde, was ā€˜de zoektocht naar de eigen haard en afkomstā€™ voor Weyns altijd ā€˜ook een zoektocht naar een eigen Vlaamse identiteitā€™. In Heist-op-den-Berg richtte hij in 1946 de heemkundige kring Die Swane op, evenals het plaatselijke heemmuseum en enkele jaren later een lokaal-historisch tijdschrift. Weyns tekende ook de plannen voor zijn eigen woning Ter Speelbergen, gemodelleerd naar zijn ouderlijke hoeve en bouwde die in 1951-1952 bovendien in belangrijke mate zelf, op de grens van Heist-op-den-Berg en buurgemeente Beerzel (nu deelgemeente van Putte).

Drijvende kracht achter Bokrijk

Na een spontane sollicitatie raakte Weyns in 1953 betrokken bij het plan van de Limburgse gouverneur Louis Roppe Roppe, Louis
Louis Roppe (1914-1982) speelde als gouverneur van Limburg een sleutelrol in de sociaaleconomische en culturele ontplooiing van de provincie na de Tweede Wereldoorlog. Lees meer
om in het provinciaal domein Bokrijk in Genk een openluchtmuseum van de Vlaamse volkscultuur Volkscultuur
Lees meer
tot stand te brengen, een idee dat tien jaar voordien voor het eerst was gesuggereerd door historicus en directeur van het Hasseltse rijksarchief Jozef Lyna (1886-1959). Het concept dat Weyns, die was opgegroeid in de geest van volksopvoeding en volksverheffing, vervolgens uitwerkte en waarin hij vooral de samenhang van deĀ  te heroprichten gebouwen van de te reconstrueren dorp(sgemeenschapp)en beklemtoonde, werd aanvaard en kon onder zijn leiding en supervisie worden gerealiseerd. Als bekroning van zijn werkzaamheden werd Weyns, in opvolging van kunstschilder Charles Wellens (1889-1958), met ingang van 1 mei 1957 officieel aangesteld als conservator en werd het Openluchtmuseum Bokrijk op 12 april 1958 opengesteld voor het publiek. ā€˜Bokrijk wil zijn: het interprovinciale museum van de stoffelijke Vlaamse volkskultuurā€™, zo schreef hij in 1961 in Bokrijk. Tuin van de Vlaamse volkscultuur. In een postuum gepubliceerde toespraak expliciteerde hij het opzet als volgt: ā€˜Mijn huis is mijn eigen kleine heem, mijn heemstee. En toen heeft men mij gevraagd een heemstee te maken van het Vlaamse volk, het verleden van dat volk te laten herleven in een soort oud dorpā€™.

Zoals zijn heemkundige bedrijvigheid, die resulteerde in een stortvloed aan publicaties en projecten, was ook ā€˜zijnā€™ Bokrijk mee geĆÆnspireerd door zijn flamingantisme. Ook Weynsā€™ diep gewortelde katholicisme, niet het minst in moreel en maatschappelijk opzicht, lag mee aan de basis van de uitbouw van Bokrijk. ā€™ā€™In de vervlakking der huidige tijd, waarin alles op onpersoonlijkheid is gericht, moeten wij ons schrap zetten om oorspronkelijk te leven. Een der middelen daartoe is de verbondenheid met traditie en eigen aardā€™, zo noteerde hij al begin 1959.

Hoewel Weyns in Bokrijk veel kon realiseren, ontstonden er al vanaf het eind van de jaren 1950 ernstige en aanslepende spanningen en conflicten met zijn werkgever, het Limburgse provinciebestuur en de bestuurscommissie, en die waren zowel van inhoudelijke als van persoonlijke aard. Weynsā€™ volkskundig onderzoekswerk mondde postuum uit in het vierdelige, in eigen beheer uitgegeven magnum opus Volkshuisraad in Vlaanderen (1974), dat hij aanvankelijk onder meer had opgezet met de bedoeling er een academische leeropdracht mee te kunnen bekomen en Bokrijk te kunnen verlaten.

Connectie met het Verdinaso en conservatisme

Tijdens zijn legerdienst in Hasselt in 1935-1936 was Weyns onder de invloed van onder anderen zijn collega-dienstplichtige en Verdinaso Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen
Het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso) (1931-1941) was een fascistisch geĆÆnspireerde beweging onder leiding van Joris van Severen, die een staats- en maatschappijherv... Lees meer
-lid Jef van Bilsen Van Bilsen, Jef
Jef van Bilsen (1913-1996) speelde tijdens de jaren 1930 en in de eerste jaren van de Tweede Wereldoorlog een leidende rol in het Verdinaso en stapte na de ontbinding van deze beweging in... Lees meer
, een overtuigde sympathisant geworden van deze antiparlementaire en autocratische beweging. Hij bleef zijn hele verdere leven vasthouden aan de autoritaire, soldateske, hiĆ«rarchische en op het leidersprincipe gebaseerde stijl en aanpak van deze organisatie, zowel in zijn gezin als in zijn professionele en publieke leven. ā€™Ik blijf trouw aan Van Severen Van Severen, Joris
Joris van Severen (1894-1940) is vooral bekend als de oprichter en leider van het fascistisch geĆÆnspireerde Verdinaso (Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen). Medio jaren 1930 verru... Lees meer
, en aan hen, die aan Van Severen trouw blijven. Wat wij vĆ n en dĆ³Ć³r hem ontvangen hebben, is buiten het vaderlandse ideaal, een nieuwe levensvisie, gehalte en gestalte van ons voelen en denken en dus blijvend integreerend deel van onze persoonā€™, zo zou hij begin 1941 schrijven. In 1946 moest Weyns zich in het kader van de repressie en epuratie verantwoorden voor twee onderzoekscommissies, die hem Deutschfreundlichkeit ten laste legden. Hij kwam ervan af met een blaam zonder verdere gevolgen voor zijn ambtelijke loopbaan.

Weyns was, zoals wel meer Vlaamsgezinden van zijn generatie en ideologische oriƫntatie, een fervente verdediger van het Zuid-Afrikaanse Zuid-Afrika
Deze bijdrage belicht de relatie tussen de Vlaamse beweging en Zuid-Afrika van de 19de tot de 21ste eeuw. Lees meer
apartheidsregime, zeker toen het witte machtsmonopolie de eerste barsten begon te vertonen en de discriminatie van de niet-witte bevolkingsgroepen internationaal werd bekritiseerd. In november 1971 bezocht hij het land en zette hij voor het eerst voet aan land op het Afrikaanse continent, waarvan hij de beeldende kunst meer dan een kwarteeuw voordien vanop afstand had bestudeerd.

In combinatie met zijn uitgebreide en gediversifieerde werkzaamheden ten behoeve van het behoud van (de relicten van) het Vlaamse landelijke volksleven onderging Weynsā€™ mens- en maatschappijopvatting na de Tweede Wereldoorlog een toenemende conservatieve verharding, met zelfs reactionaire trekken, zeker ten tijde van de culturele en mentale omslag van de jaren 1960. In een ongevraagde nota aan zijn werkgever, de bestendige deputatie van de provincie Limburg, formuleerde hij begin 1971 zijn cultuurpessimistische onvrede met de wereld rondom hem, die mede was ingegeven door zijn professionele ontgoochelingen, aldus:

ā€˜Bijna alles waarin ik heb geloofd, is kapotgegaan. De opgedane ontgoochelingen en de voortschrijdende ontbinding van onze wereld (van abortus tot voortschrijdende verstikking van onze leefruimte) doen mij wel eens de vraag oprijzen: Wat zin heeft het nog allemaal? Welk is het houvast? Aan het einde van zijn loopbaan staat ā€™n mens vĆ³Ć³r scherven en vĆ³Ć³r twijfel: de scherven van zijn illusies, de twijfel aan de mensen, de wereld en de menselijke toekomstā€™.

Het uitgebreide en waardevolle archief van Jozef Weyns wordt bewaard in het Letterenhuis Letterenhuis
Het Letterenhuis in Antwerpen werd in 1933 opgericht en is verantwoordelijk voor het conserveren en ontsluiten van het literaire erfgoed in Vlaanderen. Het archiveert literaire nalatensch... Lees meer
in Antwerpen.

Literatuur

ā€“ Vriendenboek Dr. Jozef Weyns, 1973.
ā€“ Huldenummer J. Weyns, in: Ons Heem, 1973, pp. 2-3 en 1974, nr. 4, pp. 101-117.
ā€“ Vraaggesprek met Dr. Jozef Weyns over zijn ā€˜Volkshuisraad in Vlaanderenā€™, in: Wetenschappelijke Tijdingen, 1974, pp. 165-174.
ā€“Ā G. Durnez, Jozef Weyns: trouw aan eigen aard, in: De Standaard, 16 juli 1974.
ā€“ B. van Woensel, Heraut van Vlaamse volks- en heemkunde, dr. Jozef Weyns, Vlaanderen te vroeg ontvallen, in: Het Vrije Waasland, 19 juli 1974.
ā€“ R. van den Abeele, Toespraak bij het graf van onze voorzitter Jozef Weyns, in: Ons Heem, 1974, pp. 103-105.
ā€“ J. Gerits, Verbondsvoorzitter Dr. Jozef Weyns ter nagedachtenis, in: Ons Heem, 1974,Ā  pp. 107-114.
ā€“ J. van Haver, Bij het verschijnen van ā€œVolkskuisraad in Vlaanderenā€ van Dr. J. Weyns, in: Ons Heem, 1974, pp. 114-117.
ā€“ J. van Haver, In memoriam Jozef Weyns, in: Jaarboek van de Koninklijke Belgische Commissie voor Volkskunde, 1974, pp. 14-15.
ā€“ M. Laenen, In memoriam dr. Jozef Weyns, in: Volkskunde, 1974, pp. 241-242.
ā€“ M. A. Nauwelaerts, Summa van onze volkshuisraad, in: De Standaard, 29 december 1974.
ā€“Heidebloemeke. Orgaan van de heemkring Genk - Huldenummer Jozef Weyns, 1975 (met bijdragen van J. Gerits, M. Laenen, R. van den Abeele, J. Weyns en L. Wissels).
ā€“ J. de Wever, In memoriam Dr. Jozef Weyns, in leven voorzitter van de Heistse heemkring ā€œDie Swaneā€ā€™, in: ā€™t Zwaantje. Jaarboek voor het Land van Heist en omliggende, 1977, pp. 6-10.
ā€“ Twintig jaar Meifeest Ter Speelbergen, Beerzel, ten huize van dr. Jozef Weyns, 1958-1978, 1978.
ā€“ J. Gerits, Het Vlaams Openluchtmuseum te Bokrijk na vijfentwintig jaar, in: Ons Heem, 1979, pp. 1-14.
ā€“ J. Gerits, Figuren uit 150 jaar Vlaamse beweging. Dr. Jozef Weyns (1913-1974), in: De Toerist, 1 september 1980, pp. 980-982.
ā€“ J. Gerits, Jozef Weyns en de heemschutgedachte, in: Ons Heem, 1984, pp. 185-189.
ā€“ J. Gerits, Jozef Weyns, in: Nationaal Biografisch Woordenboek, dl. 12, 1987, kol. 810-817.
ā€“ G. Durnez, Een zwerfsteen in het huis van onze volkskultuur, in: De Standaard, 7 april 1990.
ā€“Ā Heemkunde in Vlaanderen. HuldeboekĀ  dr. Jozef Weyns, 1992.
ā€“ M. Somers, Een verkenning van het archief van Jozef Weyns (1913-1974), in: Jaarboek van de Provinciale Commissie Antwerpen voor geschiedenis en volkskunde, 1995-1996, pp. 33-42.
ā€“ P. de Rynck (red.), Achter de traditie. Op zoek naar een levend verleden. Leven en werk van Jozef Weyns, 2008.
ā€“ N. van Campenhout, Bokrijk en veel meer, in: Meervoud. Links Vlaams-nationaal maandblad, september 2008, pp. 20-21.
ā€“ F. FlorĆ©, B. Notteboom en T. Defloor, Bokrijk: het Openluchtmuseum. Portret van het pre-industriĆ«le Vlaanderen, in: J. Tollebeek e.a. (red.), BelgiĆ«: een parcours van herinnering. Dl. II: plaatsen van tweedracht, crisis en nostalgie, 2008, pp. 403-413.
ā€“ R. Lenaerts, Hartelijkst van huis tot huis. Brieven van Jozef Weyns (1913-1974), 2013.
ā€“ N. van Campenhout, ā€Intussen dienen wij onze Vlaamse kunstenaars en onze Vlaamse cultuurā€. Jozef Weyns en de Vlaamse beweging, in: Meervoud, maart 2016, p. 14.
ā€“ H. Schoefs e.a., Bokrijk. Vandaag, gisteren en morgen, 2018.
ā€“ G. Durnez, Haard en Heem in de wereld. Dr. Jozef Weyns van Bokrijk, in: Idem, Een mens is maar een wandelaar, 2018, pp. 215-229.

Suggestie doorgeven

1998: Stefaan Top

2023: Nico Van Campenhout

Databanken

Inhoudstafel