Aldietse beweging
De Aldietse Beweging van Constant J. Hansen streefde van in de 19de eeuw naar een taalkundige versmelting van het Nederlands met het Platduits. Hij onderstreepte de Dietsche taaleenheid van Duinkerke tot Koningsberg.
De Aldietse Beweging van Constant J. Hansen streefde van in de 19de eeuw naar een taalkundige versmelting van het Nederlands met het Platduits. Hij onderstreepte de Dietsche taaleenheid van Duinkerke tot Koningsberg.
Deze leuze werd in 1881 gelanceerd door Frans Drijvers in het scholierentijdschrift De Student.
De Blauwvoet werd sinds 1875 een van de meest vertrouwde symbolen van de Katholieke Vlaamse Studentenbeweging en de Vlaamse beweging. Het was ontleend aan Concience’s De Kerels van Vlaanderen.
Vanaf het begin van de kolonisatie heeft de Vlaamse beweging zich beziggehouden met Congo: in eerste instantie vanuit Vlaanderen, later ook vanuit de kolonie.
De term ‘culturele transfer’ werd in 1988 gemunt door de historici Michel Espagne en Michael Werner en verwijst naar de overdracht van culturele fenomenen over nationale, talige en culturele grenzen heen.
De Ruitenbrekers is de scheldnaam die Guido Gezelle in 1885 gebruikte tegen de meer Vlaamsstrijdende West-Vlaamse studentenbeweging.
De Vlaamse migratie was een tweezijdig proces tussen ontvangst- en oorsprongsregio's, beïnvloed door sociale, economische en politieke factoren.
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland.
De evolutie van het Vlaamse hoger onderwijs werd gekenmerkt door een moeizame vernederlandsingspolitiek, gaande van het vroegste verschijnen van Nederlandstalig onderwijs tot de integrale doorvoering van het Nederlands als voertaal voor het geheel
In Antwerpen klonk vanaf de tweede helft van de 19de eeuw herhaaldelijk de eis om een Vlaamse universiteit.
De Vrije Universiteit Brussel (VUB) is ontstaan uit de splitsing van de oudere ULB. Deze laatste werd opgericht kort na de Belgische onafhankelijkheid door vrijzinnige kringen uit vrees voor een kerkelijk monopolie op universitair onderwijs.
Met de vernederlandsing in 1930 als hoogtepunt is de Gentse universiteit een belangrijk strijdpunt geweest in de Vlaamse beweging.
De Franstalige Katholieke Universiteit Leuven werd vanaf 1910 geleidelijk vernederlandst.