Couwenberg, Wim

Persoon
Bernard Slaa / Nico Van Campenhout (2023, herwerking), Pieter Van Hees (1998)

De Nederlandse jurist en hoogleraar Wim Couwenberg (1926-2019) was als bijzonder productief publicist vanaf de jaren 1960 gedurende meer dan een halve eeuw een uitgesproken pleitbezorger van de samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen op diverse terreinen.

Volledige voornaam
S.W.
Geboorte
Hedikhuizen, 6 januari 1926
Overlijden
Rotterdam, 15 december 2019
Leestijd: 6 minuten

Servatius Wilhelmus Caspar Ingnatius Maria (S.W.C.I.M.) Couwenberg werd op 6 januari 1926 geboren in het Noord-Brabantse Hedikhuizen, als zoon van Hubertus Johannes Maria Couwenberg (gemeentesecretaris) en Barbara Anna Maria Couwenberg-Mickina. In zijn eigen woorden behoorden zijn ouders tot de ‘verarmde middenklasse’ en zijn jeugd typeerde hij als doordesemd van het katholicisme. Na het Stedelijk Gymnasium in Den Bosch doorlopen te hebben, studeerde Wim Couwenberg rechten aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Wegens een meningsverschil met zijn Nijmeegse hoogleraren, wat Couwenberg als katholieke censuur ervoer, week hij tijdens zijn promotie uit naar de Rijksuniversiteit Leiden. In 1953 promoveerde hij daar op Het particuliere stelsel. De behartiging van publieke belangen door particuliere lichamen.

Van 1951 tot 1959 was Couwenberg werkzaam als journalist voor De Maasbode in Rotterdam en in 1958 werd hij verkozen als gemeenteraadslid voor de Katholieke Volkspartij (KVP) aldaar. Tevens stond hij gedurende enkele jaren aan het hoofd van het opleidingscentrum voor de katholieke vakbeweging. Toen zijn pogingen om een nieuwe, brede christendemocratische partij van de grond te krijgen mislukten, verliet Couwenberg in 1972 de politiek om zich op een academische carrière te richten. Aan de rechtsfaculteit van de Erasmus Universiteit Rotterdam werd hij achtereenvolgens wetenschappelijk hoofdmedewerker (1972-1976) en gewoon hoogleraar staats- en bestuursrecht (1976-1992).

Oost-West en Civis Mundi

Door zijn boek De vereenzaming van de moderne mens (1956), een sociaal-filosofische verhandeling over de effecten van de groeiende individualisering op de maatschappij en de politieke consequenties hiervan, trok Couwenberg begin jaren 1960 de aandacht van Cees van den Heuvel, voorzitter van de Stichting voor Onderzoek van Ecologische Vraagstukken (SOEV). Van den Heuvel nodigde Couwenberg in 1962 uit om zitting te nemen in het bestuur, waardoor hij in aanraking kwam met de Vlaamse hoogleraar Max Lamberty Lamberty, Max
Max Lamberty (1893-1975) was een politiek en sociaal filosoof, die theoretisch werk over de grondslagen van de Vlaamse beweging leverde. Lees meer
die eveneens dat jaar SOEV-bestuurslid werd. Couwenberg was van 1962 tot 1971 adjunct-directeur van de Stichting ter Voorlichting over de Oost-West Verhouding (ook bekend als ‘het Oost-West Instituut’), een initiatief van de SOEV dat de verhouding tussen West-Europa en het communistische ‘Oostblok’ moest bestuderen, en hoofdredacteur van het tijdschrift Oost-West, die als spreekbuis diende van deze instelling. 

Vanaf 1971 verscheen het maandblad Oost-West onder de nieuwe titel Civis Mundi: maandblad voor Nederland en België. Couwenberg meende dat het referentiekader van de ‘Oost-West verhoudingen’ te beperkt was geworden en dat het tijdschrift zich meer moest gaan richten op veranderingen in de nationale politiek (vernieuwing) en de rol van de burger (burger- en jongerenactivisme) enerzijds, en het ondermijnen van natiestaten als eenduidige politieke en economische eenheden door multilaterale organisaties anderzijds. Het nieuwe referentiekader van het tijdschrift moest een universeel karakter krijgen, geënt op wereldburgerschap (‘Civis Mundi) ‘dat zijn rechten en plichten beleeft vanuit een mondiale solidariteit (interdependens) en verantwoordelijkheid.’ Vanaf 1975 ging ook het Oost-West Instituut verder onder de naam Stichting Civis Mundi. Couwenberg was tot enkele maanden voor zijn dood voorzitter van de stichting, hoofdredacteur van het tijdschrift (dat sinds 2009 uitsluitend digitaal verschijnt) en eindredacteur van de gelijknamige Jaarboeken.

Algemeen Nederlandse cultuur

Couwenberg was een veelschrijver en publiceerde - naast teksten over andere politiek-maatschappelijke thema’s - tal van opiniestukken, wetenschappelijke artikels, boeken en verzamelbundels over nationalisme en nationale identiteit in het algemeen en in het bijzonder over Nederland Nederland
Nederland is met Vlaanderen verbonden door de economische infrastructuur, de taal en de geschiedenis. Vanaf eind 18de eeuw kreeg die verbondenheid in taal en cultuur op uiteenlopende mani... Lees meer
, de verhouding met Vlaanderen en de Vlaamse beweging en de relaties met Zuid-Afrika Zuid-Afrika
Deze bijdrage belicht de relatie tussen de Vlaamse beweging en Zuid-Afrika van de 19de tot de 21ste eeuw. Lees meer
. De specifieke interesse voor de Vlaanderen kwam al tot uiting in een van de eerste themanummers van Civis Mundi over België (augustus 1972), met bijdragen van onder anderen prof. dr. Mark Eyskens Eyskens, Mark
Mark Eyskens (1933) was een Belgisch academicus verbonden aan de KU Leuven en politicus binnen de Christelijke Volkspartij (CVP). Net als zijn vader, Gaston Eyskens, bekleedde hij het amb... Lees meer
, prof. dr. Yvan Vanden Berghe en prof. dr. Karel Dobbelaere. In 1986 trad Couwenberg toe als hoofdbestuurslid van het Algemeen-Nederlands Verbond Algemeen-Nederlands Verbond
Het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV) werd in 1895 opgericht. Aanvankelijk behartigde het de belangen van de Nederlandse taal. Later en tot op de dag van vandaag ijvert het voor de brede ... Lees meer
(ANV) en als redactielid van Neerlandia Neerlandia
Neerlandia, gesticht door Hippoliet Meert in 1896, werd in 1897 de spreekbuis van het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV). Na verloop van tijd werd Neerlandia een zelfstandig kwartaalperiod... Lees meer
, het ledenblad van deze vereniging. Hierdoor zou Couwenberg gedurende vele jaren actief betrokken zijn bij de culturele en maatschappelijke samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen.

Deze samenwerking werd versterkt door het Verdrag van Schengen (1985), die een nieuwe ronde inluidde van het Europese eenwordingsproces. Als reactie hierop ontstond in de Nederlandse dag- en opiniebladen rond 1990 een hernieuwde discussie over de Nederlandse taal en identiteit. Couwenberg speelde in deze discussie een grote rol met zijn oproep tot een nauw samengaan op cultuurgebied van Nederland en Vlaanderen. In zijn ogen was ‘het oprukkend cultureel internationalisme’ een bedreiging voor kleine naties als Nederland en België. Hierbij stelde Couwenberg dat de Groot-Nederlandse Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
gedachte die ‘vroeger een luxe was, in het zich verenigende Europa een overlevingsstrategie is geworden.’ Elementair hierin was volgens hem de erkenning in Vlaanderen en Nederland dat er een ‘Algemeen Nederlandse cultuur’ bestaat, maar dat die in beide gebieden een andere vorm aanneemt door de uiteenlopende culturele identiteit van de noordelijke en zuidelijke Nederlanden. Doordat de Algemeen Nederlandse cultuur de grotere Germaanse, Romaanse en Angelsaksische culturen weet te verwerken en te verzoenen, was de Algemeen Nederlandse cultuur, aldus Couwenberg, universeler dan die andere culturen.

Juist door het wegvallen van politieke en economische grenzen tussen Nederland en Vlaanderen enerzijds en de verwatering van de religieuze tegenstellingen tussen katholieken en protestanten anderzijds, had het concept van een algemeen-Nederlandse cultuur volgens Couwenberg rond 1990 een grotere kans van slagen. Nederlandse cultuurhuizen (naar voorbeeld van het Goethe Instituut of Institut Francaise), culturele attachés en een Europees fonds voor de Nederlandse cultuur moesten vervolgens het resultaat worden van de hernieuwde Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking. Ook in de decennia daarna pleite Couwenberg voor het aangaan van een nauwere samenwerking.

Werken

– Het particuliere stelsel. De behartiging van publieke belangen door particuliere lichamen, 1953.
– De vereenzaming van de moderne mens: kern van het huidige sociale vraagstuk, 1956.
– Ontroomsing van de K.V.P. als voorwaarde voor nieuwe verhoudingen met niet-katholieken, in: De Tijd-Maasbode, 6 juli 1961.
– (red.), België: ontwikkelingen en problemen, 1972.
– Culturele zelfonderschatting, in: NRC Handelsblad, 31 december 1988.
– (red.), Op de grens van twee eeuwen. Positie en perspectief van Nederland in het zicht van het jaar 2000, 1989.
– Introductie Civis Mundi Digitaal, in: Civis Mundi Digitaal #1, september 2010.
– ‘Ontwikkeling en toekomst Nederlands-Vlaamse betrekkingen, in: Civis Mundi Digitaal #13, september 2012.

Literatuur

– P. Cliteur, Macht en vrijheid. Een reflexie over het werk van S. W. Couwenberg, in: S. W. Couwenberg, Geschiedenis als noodlot, 1995, pp. 117-140.
– Prof. dr. Wim Couwenberg overleden, in: Elseviers Weekblad, 24 december 2019.
– G. Scott-Smith, Interdoc. Een geheim netwerk in de Koude Oorlog, 2012.
– P. Ransijn, Over Wim Couwenberg, in: Civis Mundi Digitaal #87, juli 2019.
– R.-k. pleidooi voor een Nederlandse CDU, in: Het Parool, 12 mei 1960.
– Dr. Couwenberg stapt uit de KVP, in: Trouw Kwartet, 10 november 1972.
– E. Boogerman, Eén Europa vraagt om een groter Nederland, in: NRC Handelsblad, 12 juni 1989.
– E. Boogerman, Integratie van Europa dwingt tot culturele coalities, in: NRC Handelsblad, 13 maart 1990.
– P. Hellmann, Vlaanderen als dweil voor de grens met Frankrijk, in: NRC Handelsblad, 29 juni 1991.
– M. Ruys, De onafwendbare verbrokkeling van de Belgische eenheidsstaat, in: NRC Handelsblad, 25 mei 1992.

Suggestie doorgeven

1998: Pieter Van Hees (pdf)

2023: Bernard Slaa / Nico Van Campenhout

Databanken

Inhoudstafel