Thedieck, Franz

Persoon
Christoph Brüll (2023, herwerking), Bruno De Wever (1998)

Franz Thedieck (1990-1995) was tijdens de bezetting algemeen adviseur (Generalreferent) van de chef van het Militaire Bestuur, Eggert Reeder. Thedieck werkte als politiek ambtenaar in de Weimarrepubliek, het naziregime en de Bondsrepubliek. Hij was lid van de DNVP (1921-1923), de Centrumpartij (1930-1933) en de CDU (1945-1995).

Geboorte
Hagen, 26 september 1900
Overlijden
Bonn, 20 november 1995
Leestijd: 5 minuten

Franz Thediecks familie behoorde tot de katholieke bourgeoisie die in het reine was gekomen met het door Pruisen gedomineerde Duitse Rijk. Afkomstig uit Westfalen, verhuisden zij in 1903 naar Keulen, waar zijn vader als rechter werkte. In 1918 ging Thedieck in dienst bij de marine en hij maakte het einde van de oorlog mee op het opleidingsschip ‘Schlesien’. In het voorjaar van 1919 begon hij een studie landbouw aan de landbouwhogeschool in Bonn-Poppelsdorf, maar hij volgde ook cursussen in economie en rechten in Keulen.

In 1923 trad hij in dienst van het bureau ter bestrijding van het Rijnlands separatisme dat door het Pruisische Ministerie van Binnenlandse Zaken in Keulen was opgericht. Vanaf 1931 werkte hij als afdelingshoofd bij de Regierungspräsidium in Keulen. Hij stond aan het hoofd van de afdeling Grensland, die zich bezighield met de politieke en financiële ondersteuning van het revisionisme in het gebied Eupen-Malmedy-Sankt Vith, dat in 1920 aan België was afgestaan. In november 1933 werd hij benoemd tot speciaal vertegenwoordiger van het Pruisische Ministerie van Binnenlandse Zaken en de Volksbund für das Deutschtum im Ausland (VDA).

Politiek katholicisme en nationaal-socialisme

Thedieck had connecties met vertegenwoordigers van de christelijke vakbonden zoals Jakob Kaiser, maar ook Rijkskanselier Heinrich Brüning. Na de Machtergreifung bleef hij in functie, maar werd beschouwd als informant van de in de Kring van Keulen georganiseerde oppositiebeweging tegen het nazi-regime. In het als culturele arbeid gepresenteerde geheime politieke ondersteuningswerk voor Eupen-Malmedy probeerde Thedieck traditionele katholieke actoren te bevoordelen boven echte nazi-functionarissen, maar hij kon niet voorkomen dat de Heimatbewegung steeds meer verstrikt raakte in de maalstroom van het nationaalsocialisme.

Zijn superieur in Keulen, Regierungspräsident Eggert Reeder Reeder, Eggert
Eggert Reeder (1894-1959) leidde van 1940 tot 1944 het Duitse militaire bestuur. Hij was een van de centrale figuren in de Duitse Flamenpolitik van tijdens de Tweede Wereldoorlog. Lees meer
, nam in het najaar van 1939 de leiding over van de Studiecommissie voor de voorbereiding van een Militair Bestuur in de Benelux-landen. Thedieck was hierbij betrokken en richtte in juni 1940 in Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
de Administratieve Staf op, waar talrijke ambtenaren uit het Rijnland deel van uitmaakten. Als algemeen adviseur was hij Reeders raadgever en contactpersoon voor de secretarissen-generaal en de hoge katholieke geestelijkheid in bezet België. Hij besteedde bijzondere aandacht aan de Flamenfrage en het Vlaamsch Nationaal Verbond Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
(VNV). Hier verliet hij zich op vooraanstaande exponenten van de Westforschung met wie hij sinds de jaren twintig had samengewerkt, zoals de historicus Franz Petri Petri, Franz
Franz Petri (1903-1993) was een Duitse historicus, deskundige voor Belgische en Nederlandse geschiedenis en tijdens de Tweede Wereldoorlog referent voor cultuur en onderwijs in het Duitse... Lees meer
.

De toelating van Thedieck tot het Militaire Bestuur was al in 1940 bekritiseerd door de SS. In het voorjaar van 1942 drongen Heydrich en Himmler aan op zijn ontslag. Dit moet worden gezien in de context van de conflicten tussen het Militaire Bestuur en de SS. In april 1943 verliet Thedieck Brussel. Dankzij Reeder werd hij ingedeeld bij een luchtafweereenheid in Keulen.

Carrière na de oorlog

Na zijn terugkeer uit Amerikaanse krijgsgevangenschap werkte hij weer bij het Regierungspräsidium van Keulen, maar werd in 1946 tijdelijk geschorst. De Britse bezettingsautoriteiten beschuldigden hem ervan zijn denazificatievragenlijst opzettelijk onjuist te hebben ingevuld, aangezien hij had verzwegen dat hij als hoofd van de afdeling Grensland had gewerkt en in 1938 een medaille van de VDA had ontvangen. In augustus 1947 werd hij veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf, die echter werd opgeschort. In de denazificatieprocedure werd hij geclassificeerd als unbelastet.

Na de oprichting van de Bondsrepubliek richtte de regering Adenauer een Bundesministerium für Gesamtdeutsche Fragen op, dat door Jakob Kaiser werd geleid. Zijn taken waren het volgen van de situatie in de DDR en de anticommunistische propaganda in West-Duitsland. Thedieck werd benoemd tot staatssecretaris tegen Adenauers aanvankelijke verzet in en ondanks een campagne in de Belgische pers. Hij bekleedde deze post gedurende veertien jaar en werd een felle kalter Krieger en verdediger van het beleid van Adenauer. Tussen 1964 en 1968 was hij voorzitter van de Konrad Adenauer Stichting, en van 1966 tot 1972 directeur van Deutschlandfunk.

Vergangenheitspolitik van de ‘Brusselaars’

Thedieck oefende grote invloed uit op de zelfinterpretatie van de voormalige leden van het Militaire Bestuur. Als getuige in het proces tegen Alexander Freiherr von Falkenhausen Von Falkenhausen, Alexander
Alexander von Falkenhausen (1878-1966) was de Militaire Bevelhebber in België tijdens de Duitse bezetting van 1940 tot 1944. In die functie was hij de hoogste Duits autoriteit in België.... Lees meer
en Reeder, steunde hij zijn oude superieur. In de loop van de decennia speelde hij een sleutelrol in het tot stand komen van de mythe van het ‘zuivere’ Militaire Bestuur, die de Belgische bevolking zou hebben gered van een door de SS gedomineerd civiel bestuur. Een van zijn vrienden in België was Victor Leemans Leemans, Victor
Victor Leemans (1901-1971) was een politiek en sociaaleconomisch theoreticus, die het gedachtegoed van de revolutie van rechts introduceerde in de Vlaamse beweging. Tijdens de Tweede Were... Lees meer
. In de jaren zeventig en tachtig fungeerde Thedieck als getuige voor historici als Albert de Jonghe of Alain Dantoing en de journalist Maurice de Wilde. In het Asche-Prozess getuigde hij over de Endlösung in België en verklaarde dat hij er niet aan had getwijfeld dat de deportaties de dood voor de Joden zouden betekenen. Hoewel hij niet rechtstreeks bij deze gebeurtenissen betrokken was, kan zijn medeweten niet worden ontkend.

Op hoge leeftijd beleefde Thedieck met de hereniging van 1990 de vervulling van een doel waarvoor hij zich sinds 1949 onafgebroken had ingezet. Zijn biografie personifieert de Duitse problematiek in West en Oost in de 20e eeuw. Uit eerder onderzoek was reeds bekend dat continuïteit tussen de verschillende Duitse regimes bestond. Deze biografie laat in aanvulling daarop ook zien hoe dit proces op individueel niveau verliep.

Literatuur

– C. Brüll, Vom 'Reichsbeauftragten für Eupen-Malmedy' zum Staatssekretär der Regierung Adenauer: Franz Thedieck (1900-1995), in: C. Brüll, E. Herrebout en P. M., Quadflieg (red.), Eine ostbelgische Stunde Null? Eliten aus Eupen und Malmedy vor und nach 1944, Brussel: Algemeen Rijksarchief, 2013, pp. 87-105.
– C. Brüll, Franz Thedieck (1900-1995) – 'Zeitgenosse des Jahrhunderts', in: Historisch-Politische Mitteilungen, jg. 20, 2013, pp. 341-370.
– C. Brüll, Franz Thedieck und das Verhältnis zwischen Wissenschaft und Politik 'von Weimar nach Bonn': eine biographische Annäherung, in: P. Thomes en C. Katz (red.), Von der Narration zur Methode. Neue Impulse in der historischen Biographieforschung, Aken: Shaker, 2016, pp. 15-38.
– A. de Jonghe, De strijd Himmler-Reeder om de benoeming van een HSSPF (1942-1944). Deel 1: De Sicherheitspolizei in België, in: Bijdragen tot de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, vol. 3, 1974, pp. 9-81; vol. 4, 1976, pp. 5-152; vol. 5, 1978, pp. 5-178; vol. 7, 1982, pp. 97-178; vol. 8, 1984, pp. 5-234.
– S. van Ruyskensvelde, Education in turmoil. A history of Catholic secondary education during the Second World War in Belgium, Dissertatie, KULeuven en Universiteit Antwerpen, 2014.
– E. Verhoeyen, Spionnen aan de achterdeur. De Duitse Abwehr in België, 1936-1945, Antwerpen, 2011.

Suggestie doorgeven

1975: Franz Petri (pdf)

1998: Bruno De Wever

2023: Christoph Brüll

Databanken

Inhoudstafel