Sport Vlaanderen

Organisatie
Hans Vangrunderbeek

Sport Vlaanderen, voorheen ‘BLOSO’, is de sportadministratie van de Vlaamse overheid. Ze is bevoegd voor de ondersteuning van sportactoren, de uitbouw van sportinfrastructuur, het topsportbeleid en de organisatie van sportkaderopleidingen.

Alternatieve naam
Bestuur voor Lichamelijke Opvoeding Sport en Openluchtleven (BLOSO) [1969-1991]
Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling
de Sport en de Openluchtrecreatie (Bloso) [1991-2006]
Agentschap ter Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling
de Sport en de Openluchtrecreatie (Bloso) [2006-2015]
Sport Vlaanderen [2016-]
Oprichting
1969
Leestijd: 6 minuten

Sport Vlaanderen is de bevoegde organisatie voor de uitbouw van het sportbeleid in Vlaanderen. Tot haar taken behoren onder meer de ondersteuning en begeleiding van sportactoren, de uitbouw en financiering van sportinfrastructuur en de organisatie van sportkaderopleidingen via de Vlaamse trainersschool.
Sport Vlaanderen, tot 2016 genaamd ‘BLOSO’, werd in 1969 opgericht in de nasleep van de vernederlandsing van de Leuvense universiteit en de strijd voor meer culturele autonomie in Vlaanderen. De organisatie heeft als missie om zoveel mogelijk Vlamingen aan het sporten te krijgen in kwaliteitsvolle omstandigheden.

Sport Vlaanderen is de sportadministratie van de Vlaamse overheid. Ze heeft  als missie om zoveel mogelijk Vlamingen aan het sporten te krijgen in kwaliteitsvolle omstandigheden. Om die missie te realiseren, staat Sport Vlaanderen onder meer in voor het ondersteunen van sportactoren via subsidiëring of begeleiding, de uitbouw van sportinfrastructuur, het uitvoeren van het topsportbeleid en het organiseren van sportkaderopleidingen via de Vlaamse Trainersschool.

Van een Belgisch naar een Vlaams sportbeleid

De uitbouw van een dergelijk takenpakket en unieke loketfunctie voor alles wat met het sportbeleid in Vlaanderen te maken heeft, is een relatief recent gegeven. In schril contrast met het ontluikende sportleven en de oprichting van sportfederaties, was er in de eerste helft van twintigste eeuw nog nauwelijks sprake van een echt sportbeleid. Pas wanneer na de Tweede Wereldoorlog de interesse en behoefte aan sport in de samenleving sterk toenam, ging de overheid in 1956 over tot de oprichting van het tweetalige Institut National de l’Education Physique et du sport – Nationaal Instituut voor Lichamelijke Opvoeding en Sport (INEPS-NILOS). Deze unitaire sportadministratie werd in 1962 overgeheveld van het Ministerie van Volksgezondheid naar het Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur, maar amper één jaar later alweer ontbonden.

Met de ontbinding van het INEPS-NILOS in 1963 ging de Belgische overheid aan Vlaamse zijde over tot de oprichting van het Bestuur voor Lichamelijke Opvoeding, Sport en Openluchtleven (BLOSO), terwijl aan Franstalige zijde de Administration de l’Education Physique, du Sport et de la Vie en Plein Air (ADEPS) in het leven werd geroepen. Beide sportadministraties waren samen verantwoordelijk voor het nationale sportbeleid, met op dat moment slechts een beperkte communautaire weerslag.

In de nasleep van de vernederlandsing van de Leuvense universiteit Hoger onderwijs in Leuven
De Franstalige Katholieke Universiteit Leuven werd vanaf 1910 geleidelijk vernederlandst. De strijd voor ‘Leuven Vlaams’ leidde in 1968 tot een splitsing, het ontstaan van twee autonome L... Lees meer
kwam de culturele autonomie van de Vlaamse en Franstalige gemeenschappen op de agenda te staan. Binnen die tijdsgeest besliste de Belgische overheid in 1969 om een einde te maken aan de unitaire sportadministratie. Het BLOSO, onder leiding van directeur-generaal Armand Lams, werd ondergebracht binnen het ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur, waarmee het startschot werd gegeven voor een autonoom Vlaams sportbeleid.

Sport voor allen

De kerntaak van het BLOSO bestond erin om zoveel mogelijk Vlamingen aan het sporten te krijgen. Daartoe werd onder leiding van Armand Lams en bevoegd minister Frans Van Mechelen Van Mechelen, Frans
Frans van Mechelen (1923-2000) was professor aan de faculteit Sociale Wetenschappen van de Katholieke Universiteit Leuven en politicus voor de Christelijke Volkspartij. Hij was volksverte... Lees meer
een dynamisch ‘Sport-voor-allen’-beleid gevoerd. Om sport te kunnen democratiseren, werd van bij de start ingezet op grootschalige, landelijke sportpromotiecampagnes, die verschillende doelgroepen binnen de bevolking dienden aan te zetten tot sportbeoefening. De focus lag daarbij sterk op georganiseerd sporten in clubverband. Daarnaast werd fors geïnvesteerd in de uitbouw van sportinfrastructuur. Naast eigen BLOSO-centra over heel Vlaanderen werd vanaf de jaren 1970 voorzien in een wettelijke basis voor de bouw van zwembaden en sporthallen. Hierdoor kwamen de Vlamingen meer aan sporten toe. Terwijl in 1969 maar 22% van de 12- tot 75-jarigen in Vlaanderen aan sport deed, steeg dit cijfer fors naar 48% in 1979.

De vervlaamsing van het sportbeleid kwam eind jaren 1970 in een stroomversnelling terecht via twee decreten. Enerzijds via het ‘decreet inzake weddetoelagen voor sportfunctionarissen’, waardoor gekwalificeerde sportambtenaren in iedere Vlaamse gemeente konden worden aangesteld. Anderzijds via het ‘decreet houdende de erkenning en subsidiëring van landelijk georganiseerde sportverenigingen’. Via dit Vlaamse ‘splitsingsdecreet’ werden nationale sportbonden voor het eerst verplicht om te splitsen in een Vlaamse (en Waalse) vleugel. Op die manier wilden ze overheidssubsidies ontvangen. Deze maatregel resulteerde in de oprichting van tal van Vlaamse sportfederaties. De decretale verankering van de Vlaamse sportsector was essentieel voor de verdere vervlaamsing van het sportbeleid. Dat Vlaamse karakter werd tijdens de jaren 1980 verder beklemtoond via onder meer de jaarlijkse uitreiking van het Vlaams Sportjuweel. Deze prijs wordt toegekend aan een Vlaamse sportman of sportvrouw, die in de loop van het jaar een opmerkelijke prestatie heeft geleverd of een uitzonderlijk sportieve loopbaan heeft afgesloten.

Van Galle tot Paquay

Onder leiding van Carla Galle, die in 1991 het roer overnam van Armand Lams als administrateur-generaal, werd BLOSO omgevormd tot een Vlaamse openbare instelling met rechtspersoonlijkheid, waardoor het meer autonomie verkreeg. Sportpromotiecampagnes bleven centraal staan in het gevoerde beleid, maar ook de vorming van een eigen, kwaliteitsvolle omkadering voor sport in Vlaanderen kreeg verhoogde aandacht met de oprichting van de Vlaamse Trainersschool in 1994. De toenemende beleidsaandacht voor sport manifesteerde zich in de jaren 1990 ook in de verzelfstandiging van sport op ministerieel niveau. Wegbereider was Luc Martens (CVP) – Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn (1995-1998) – met zijn Strategisch Plan voor Sportend Vlaanderen (1997). In 1999 werd Johan Sauwens Sauwens, Johan
Johan Sauwens (1951) was een Limburgs kopstuk van de Volksunie. Hij was onder meer Vlaams volksvertegenwoordiger en bekleedde verschillende ministerposten in de Vlaamse regering. In 2001 ... Lees meer
( VU-ID Volksunie
Tussen 1954 en 2001 bepaalde de Volksunie (VU) als Vlaams-nationalistische partij mee de politieke evolutie in België, van unitaire staat tot federaal koninkrijk. Ze groeide uit tot de tw... Lees meer
) de eerste volwaardige Vlaamse minister van Sport.

Naar aanleiding van het Strategisch Plan voor Sportend Vlaanderen werden in 1999 en 2001 nieuwe decreten op de georganiseerde sportsector uitgevaardigd, waarbij de geboden kwaliteit van de sportbeoefening door de sportfederaties en hun clubs sterker in rekening werd gebracht en ‘erkenning’ en ‘subsidiëring’ van elkaar werden losgekoppeld. Ook de Vlaamse sporttakkenlijst werd ingevoerd, waarbij op advies van de Vlaamse Sportraad werd afgelijnd welke bewegingsvormen als ‘sport’ konden worden gecatalogeerd en gesubsidieerd. De financiële ondersteuning van een topsportwerking binnen de vierjaarlijks bepaalde Vlaamse ‘topsportfederaties’ vormde dan weer een belangrijke impuls voor het topsportbeleid in Vlaanderen. Daarvoor was tijdens de jaren 1990 de basis gelegd via de oprichting van de Vlaamse topsportscholen.

In 2013 volgde Philippe Paquay Carla Galle op als administrateur-generaal van BLOSO. Bij zijn aanstelling stond hij voor grote uitdagingen. Het nieuwe decreet voor de georganiseerde sportsector van 2016 plaatste de sportende Vlaming als eindklant centraal. Vanuit die optiek herleidde het beleid het aantal gesubsidieerde sportfederaties naar 47. Daartoe werden verschillende fusieoperaties doorgevoerd.

In 2016 werd BLOSO omgedoopt tot Sport Vlaanderen. Met deze naamswijziging verkreeg het sportagentschap ook ruimere bevoegdheden, met als centrale doel: zoveel mogelijk mensen aan het sporten krijgen, het liefst levenslang. De expliciete uiting van een Vlaamse sub-nationale identiteit van de sportadministratie kreeg ook navolging binnen het sportfederatielandschap. Naar analogie met Sport Vlaanderen integreerden ook een resem sportfederaties de term Vlaanderen in hun benaming.

Literatuur

– T. Ameye, Frans van Mechelen. Generator van de Vlaamse sportcultuur, in: Sportimonium, 2004, nr. 2, pp. 33-34.
– P. Delheye, Als Mozes niet naar de berg gaat… Een interview met Armand Lams, de missionaris van Sport voor Allen, in: Sportimonium, 2004, nr. 2, pp. 36-41.
– P. Delheye en B. Meulders, Zwemmen in woelig water: een interview met Carla Galle over topsport en Bloso-beleid, in: Sportimonium, 2005, nr. 1-2, pp. 30-39.
– P. Delheye en H. Vangrunderbeek, Primus inter pares: een interview met Armand Lams over zijn pionierende activiteiten vóór hij baas werd van het Bloso, in: Alloreki (nieuwsbrief), 2011.
– H. Vangrunderbeek, Jumping from gymnastics to science? Processes of academic and professional profile keeping within the university field of physical education in Belgium. KULeuven, proefschrift, 2013.
– H. Vangrunderbeek en H. Ponnet, The History of Coach Education in Flanders’, in: International Sport Coaching Journal, jg. 7, 2020, nr. 3, pp. 380-389.

Suggestie doorgeven

2023: Hans Vangrunderbeek

Databanken

Inhoudstafel