Ronde van Vlaanderen

Gebeurtenis

De Ronde van Vlaanderen is een wielerwedstrijd die voor het eerst in 1913 werd gereden. Ondanks een toenemende internationalisering van het deelnemersveld, werd en bleef de wedstrijd een Vlaams symbool.

Alternatieve naam
RVV
Periode
25 mei 1913
Leestijd: 5 minuten

Op 25 mei 1913 verzamelden 47 renners op de Gentse Rooigemlaan voor de eerste Ronde van Vlaanderen. Die voerde hen 370 kilometer lang doorheen Oost- en West-Vlaanderen. Het idee en de organisatie kwamen van Léon van den Haute Van den Haute, Leon
Leon van den Haute (1887-1931) was journalist, krantendirecteur en organisator van de Ronde van Vlaanderen. Lees meer
, de directeur van de in 1912 gestichte sportkrant Sportwereld Sportwereld
Sportwereld was een sportkrant, opgericht in 1912, die aanvankelijk vooral focuste op de wielersport en een gematigd flamingantische toon aansloeg. Vandaag verschijnt Sportwereld als spor... Lees meer
.

Een ‘ronde van Vlaanderen’ was geen nieuw concept. Een wielerwedstrijd doorheen West- en Oost-Vlaanderen met een gelijkaardige naam vond al plaats in 1908. De Ronde van Sportwereld haalde er haar inspiratie, maar nog meer bij de Ronde van Frankrijk, hét typevoorbeeld van een wedstrijd die een hele natie doorkruiste. Een eigen Vlaamse identiteit via de sport in de verf te zetten was immers een ambitie van Sportwereld. Hoofdredacteur Karel van Wijnendaele Steyaert, Karel
Karel Steyaert (1882-1961) was een Vlaamsgezind sportjournalist, die onder meer hoofdredacteur was bij Sportwereld. Lees meer
en andere redactieleden waren overtuigde cultuurflaminganten. Bovendien was een eigen koers goede reclame voor de krant.

De onderneming viel aanvankelijk tegen. Grote Belgische en Franse renners mochten van hun sponsors niet deelnemen aan de jonge koers. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog saboteerde de Ronde nog meer, want de bezetter verbood koersen op de openbare weg.

Vlaams symbool

Na de oorlog begon de Ronde aan een steile opgang. Dankzij het netwerk van Van den Haute en Van Wijnendaele kreeg de Ronde een vaste plaats op de wielerkalender (in het voorjaar, een week voor Parijs-Roubaix) en een sterk deelnemersveld. De wedstrijd kende bovendien populaire, Vlaamse winnaars, zoals Jules Vanhevel (1920). Tegen de jaren 1930 trok de Ronde massaal veel toeschouwers.

In haar uitgebreide verslaggeving hamerde Sportwereld voortdurend op het volgens haar unieke, symbolische karakter van de Ronde. Van Wijnendaele en zijn collega’s stelden die voor als een vlaggenschip van Vlaamse sportieve trots en kunnen. Ze schreven over de Vlaamse deelnemers als toonbeelden van fysieke kracht en doorzettingsvermogen, essentieel om te triomferen in de lange, harde koers over kasseiwegen.

Bovendien, zo suggereerde Sportwereld, waren de Vlaamse renners als geen ander verbonden met het landschap waar de koers doorheen trok en dat vaak hun geboortestad- of dorp bevatte. Sportwereld linkte de Ronde ook voortdurend met het middeleeuwse verleden van steden zoals startplaats Gent én hanteerde een discours rond het platteland als de essentie van de Vlaamse natie. Op allerhande manieren werden de Ronde en een idee van Vlaamse eigenheid zo met elkaar verbonden.

Veranderingen

De Tweede Wereldoorlog luidde een overgangsperiode in. Al in 1939 had Het Nieuwsblad Sportwereld overgenomen – en daarmee ook de Ronde. Tijdens de oorlogsjaren bleef die plaatsvinden, hoewel in een afgeslankte versie. De naoorlogse decennia brachten belangrijke veranderingen. Door haar opname in een klassement dat de grootste Europese wedstrijden samenbracht, werd het deelnemersveld almaar internationaler. Voor 1945 won er slechts één niet-Vlaming de Ronde. Dat de Italiaan Fiorenzi Magni er vanaf 1949 in slaagde om ze driemaal op rij te winnen, was een omslagpunt. Nu deden ook buitenlandse renners volop mee voor de eindzege.

Er kwamen ook aanpassingen aan het parcours. Hobbelige kasseiwegen hadden lang het uitzicht van de koers bepaald. Heuvels zoals de Kruisberg waren pas in de jaren 1930 op het toneel verschenen. Maar de asfaltering van veel Vlaamse hoofdwegen in de jaren 1950 en 1960 maakte de zoektocht naar nieuwe kasseistroken en vooral hellingen noodzakelijk om de wedstrijd spannend te houden. Die vond de organisatie in de Vlaamse Ardennen. In 1950 verscheen de steile Muur van Geraardsbergen voor het eerst op het parcours, in de jaren 1970 volgden onder meer de gekasseide Koppenberg en de Oude Kwaremont. De Ronde werd zo almaar meer een hellingenkoers.

Ondanks die veranderingen behield de Ronde zijn status als Vlaams symbool. Niet alleen in Het Nieuwsblad, maar ook in de andere Vlaamse sportmedia. Het discours van Sportwereld had een grote invloed én blijvende gevolgen. Kasseistroken en heuvels groeiden uit tot symbolen van een geïdealiseerd Vlaamse landschap, de wedstrijd zelf tot een boegbeeld van populaire cultuur.

In de jaren 1990 nam de internationalisering van de Ronde nog toe, net als haar commerciële belang. Grote sponsors en VIP-arrangementen doken op, steden langsheen het parcours hingen hun citymarketing aan de koers op. De media-aandacht voor de wedstrijd scheerde voortdurend hoge toppen. Toen Flanders Classics in 2008 de Ronde overnam van Het Nieuwsblad, toonde die trend zich nog meer. Om de aantrekkelijkheid van de koers te verhogen, zorgde die eerste bijvoorbeeld voor een aangepast parcours met nog meer hellingen.

Dat alles bracht de Vlaamse symboolwaarde van de Ronde niet in het gedrang. Die nam zelfs nog toe, omdat marketingcampagnes vaak inzetten op het historische, heroïsche en volkse karakter van de wedstrijd. In de 21ste eeuw is de Ronde uitgegroeid tot een Vlaams cultureel symbool dat zowel door links als rechts wordt gedeeld – ondanks recuperatiepogingen door Vlaams-nationalistische organisaties zoals Vlaanderen Vlagt Vlaanderen Vlagt
Vlaanderen Vlagt was een vereniging die van 2000 tot 2010 met Vlaamse Leeuwenvlaggen op sport- en andere publieksmanifestaties Vlaanderen promootte. Lees meer
.

Literatuur

– K. Titeca, Sport en culturele identiteit: een gevalstudie van de wielerwedstrijd De Ronde van Vlaanderen, Katholieke Universiteit Leuven, Instituut voor Lichamelijke Opleiding, ongepubliceerde licentiaatsverhandeling, 1999.
– R. Vanwalleghem, De Ronde van Vlaanderen: de ziel, de helden, het epos, Tielt, 2003.
– B. Vanreusel, Sport en culturele identiteit: de wielerwedstrijd Ronde van Vlaanderen, in: P. De Knop, J. Scheerder en B. Vanreusel, Sportsociologie. Het spel en de spelers, 2006, pp. 434-437.
– K. Claes, De donkerste dagen van Vlaanderens mooiste. Politieke inschakeling of puur amusement in Wereldoorlog II?, UGent, ongepubliceerde masterproef, 2011.
– W. Lagae en B. Vanclooster, Van lokale folklore tot Flanders Classics. De Ronde van Vlaanderen als marketinginstrument, in: Vlaanderen fietst! Sociaalwetenschappelijk onderzoek naar de fietssportmarkt, ed. Jeroen Scheerder, Wim Lagae en Filip Boen, Gent, 2011, pp. 285-300.
– A. Devliegher, Meer dan heuvels en kasseien? Een sociaal-historische analyse van het parcours van de Ronde van Vlaanderen (1913-1940), KU Leuven, ongepubliceerde masterproef, 2013.
– S. Knuts en P. Delheye, Journalistieke mythografie ontkracht: niet Van Wijnendaele maar Van den Haute is de vader van de Ronde van Vlaanderen, in: Etappe. Magazine over historische fietshelden, 2, 2013, pp. 16-21.
– L. Schoonjans en G. Vandenbon, 100 jaar de Ronde van Vlaanderen, 1913 – 2013, Gent, 2013.
– S. Knuts en P. Delheye, Waarom alles beter was in de tijd van Briek. Wielrennen, herinneringscultuur en erfgoedbeleving, in: Tijd-Schrift. Heemkunde en lokaal-erfgoedpraktijk in Vlaanderen, jg. 4, 2014, nr. 3, pp. 34-46.

Suggestie doorgeven

2023: Stijn Knuts

Inhoudstafel