Fontaine, Henry

Persoon
Jan Dewilde (2023, ongewijzigd), Jan Dewilde (1998)

Antwerpenaar Henry Fontaine (1857-1923) was medeoprichter en directeur van de Koninklijke Vlaamse Opera. Hij programmeerde tal van Nederlandstalige stukken. Hij was ook een veelgevraagde zanger.

Geboorte
Antwerpen, 5 april 1857
Overlijden
Antwerpen, 23 december 1923
Leestijd: 3 minuten

Begon als koorknaap aan de Antwerpse kathedraal, zong mee in het koor van de Société de Musique en studeerde zang aan het Brusselse conservatorium. Na zijn debuut in Parijs en een korte carrière bij de Concerts Pasdeloups en Lamoureux keerde Fontaine naar Antwerpen terug en werd hij in 1883 leraar aan de Vlaamsche Muziekschool Koninklijk Vlaams Conservatorium Antwerpen
Het Koninklijk Conservatorium Antwerpen is een onderwijsinstelling voor dans, drama en muziek. In 1898 was het de eerste Nederlandstalige instelling voor hoger onderwijs in België. ... Lees meer
. Aangespoord door Paul Billiet vroeg hij op 20 februari 1893 aan het Antwerpse gemeentebestuur een toelage van 18.000 frank om in het Nederlandsch Lyrisch Tooneel Nederlands Lyrisch Tooneel
Lees meer
naast de lyrische drama's ook opera's uit te voeren. Hij vond dat zijn zangklas voldoende koristen en zangers had afgeleverd om een Vlaamse opera-instelling uit te bouwen. Zijn vraag werd door Peter Benoit Benoit, Peter
Peter Benoit (1834-1901) was een Vlaamsgezinde componist en muziekpedagoog. Lees meer
op 15 maart 1893 ondersteund met een brief aan Jan van Rijswijck Van Rijswijck, Jan
De liberaal Jan van Rijswijck (1853-1906) was burgemeester van Antwerpen. Zijn inzet voor de rol van het Nederlands in de lokale politiek en het verenigingswezen alsook zijn volksgezinde ... Lees meer
en op 3 oktober 1893 kon het operagezelschap van start gaan. Het directeurschap werd waargenomen door Fontaine én Edward Keurvels Keurvels, Edward
Edward Keurvels (1853-1916) was als secretaris van Peter Benoit nauw betrokken bij het Koninklijk Vlaams Conservatorium. Ook voerde hij vele werken uit van Benoit en was hij zelf actief a... Lees meer
, die verantwoordelijk was voor de lyrische drama's. Niettegenstaande de beperkte financiële middelen wou Fontaine een volwaardig Vlaams alternatief bieden voor het Théâtre royal en het nationale Slavische, Duitse, Scandinavische en Vlaamse muziektheater een podium geven. Fontaine beschouwde de opera als een instrument van de V.B. en dus werkte hij principieel met Vlaamse zangers in eigen, in het Nederlands gezongen producties. Het gezelschap opende veelbetekenend met De Vrijschutter van C.M. von Weber (met Fontaine in de rol van Kaspar) en met het lyrisch drama Wilhelm Tell van Carl Reinecke. Voor zijn inzet voor de Vlaamse opera werd Fontaine op 13 maart 1894 gevierd met een gala-uitvoering van het eerste bedrijf uit De Vrijschutter en de integrale De vliegende Hollander, dit in aanwezigheid van Siegfried Wagner. Fontaine wou samen met Benoit de opera uitbouwen tot het equivalent van het Festspielhaus in Bayreuth en hij bracht dan ook verschillende Vlaamse Wagnerpremières. Daarin zong Fontaine zelf een aantal belangrijke rollen, maar hij zou vooral furore maken als Rabo in De Herbergprinses van Jan Blockx Blockx, Jan
Jan Blockx (1851-1912) was een leerling en opvolger van Peter Benoit als directeur van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Hij componeerde Nederlandstalige muziekstukken die internat... Lees meer
.

In 1898 nam Fontaine ontslag als directeur wegens wrijvingen met Keurvels, die nog steeds het lyrisch drama boven de opera verkoos. Maar in 1909 werd hij een tweede maal directeur van de Koninklijke Vlaamse Opera Vlaamse Opera
Lees meer
. In zijn tweede ambstermijn bracht Fontaine meer populair werk, wat hem toeliet de extra inkomsten te investeren in prestigieuze projecten. Zo bracht hij in maart 1910 met de steun van de Antwerpse tak van het Algemeen-Nederlands Verbond Algemeen-Nederlands Verbond
Het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV) werd in 1895 opgericht. Aanvankelijk behartigde het de belangen van de Nederlandse taal. Later en tot op de dag van vandaag ijvert het voor de brede ... Lees meer
tweemaal Richard Wagners De Ring van den neveling, volledig in eigen productie. In andere Wagnerproducties moest hij onder druk van de gevierde Wagnerzanger Ernest van Dijck tegen zijn zin sporadisch een Duitse dirigent of buitenlandse solist toelaten. Tijdens de oorlogsjaren hield Fontaine de opera gesloten, al begon hij het seizoen 1918-1919 nog voor de bevrijding. Na de oorlog meed hij aanvankelijk het Duitse repertoire en bracht hij meer Franse opera's. Fontaine nam ontslag in 1921, nadat de opera een heel seizoen gesloten was gebleven wegens een conflict met het Toonkunstenaarssyndicaat. Naast zijn operawerk was Fontaine ook een veelgevraagd passie- en oratoriumzanger. In Benoits oratoria vertolkte hij verschillende basrollen (zoals in 1903 en 1905 de Spotgeest in De Oorlog). Tijdens zijn recitals in het buitenland aarzelde hij niet om Vlaamse liederen op het programma te zetten.

Literatuur

– P. Billiet, Hoe en door wie het Nederlandsch Lyrisch Tooneel en de Vlaamsche Opera te Antwerpen werden gesticht, 1918.
– A. Monet, Een halve eeuw Nederlandsch Lyrisch Tooneel en Vlaamsche Opera te Antwerpen, 1939.
– A.M. Pols, Vijftig jaar Vlaamsche Opera, 1943.
– R. Verbruggen, Koninklijke Vlaamse Opera Antwerpen. Gedenkklanken 1893-1963, 1965.
– K. Wauters, Wagner en Vlaanderen. 1844-1914, 1983.

Suggestie doorgeven

1973: Marie-Thérèse Buyssens (pdf)

1998: Jan Dewilde (pdf)

2023: Jan Dewilde

Databanken

Inhoudstafel