Commissie-Van Dievoet

Organisatie
Willem Possemiers (2023)

De Commissie-Van Dievoet was de commissie die de Nederlandse tekst voorbereidde van de Grondwet en de belangrijkste wetten, waarna deze, na goedkeuring door het parlement, dezelfde rechtskracht had als de Franse tekst.

Alternatieve naam
Commissie belast met de voorbereiding van de Nederlandse tekst van de grondwet
de wetboeken en de voornaamste wetten en besluiten
Commissie Van Dievoet
Oprichting
5 april 1954
Stopzetting
2008
Leestijd: 5 minuten

De Commissie belast met de voorbereiding van de Nederlandse tekst van de Grondwet, de Wetboeken en de voornaamste wetten en besluiten, ook bekend als de “Wetboekencommissie” en vooral als de “Commissie-Van Dievoet”, was een commissie die van 1954 tot 2008 ressorteerde onder het ministerie van Justitie en een authentieke Nederlandse tekst voorbereidde van de Grondwet en de belangrijkste Belgische wetten.(zie Taalpolitiek en - wetgeving Taalpolitiek en -wetgeving
Situaties van taalonderdrukking vindt men wereldwijd. Daarom besteedt deze bijdrage eerst aandacht aan gehanteerde taalpolitieke strategieën. Ook in België verzette een gedomineerde taalg... Lees meer
)

Nagenoeg alle wetteksten die dateerden van vóór 1898 waren enkel in het Frans authentiek, hoewel er normaal gesproken wel werd voorzien in een Nederlandse vertaling zonder rechtskracht. In 1898 werd echter de Gelijkheidswet Gelijkheidswet
De gelijkheidswet van 1898 stelde het Nederlands voor officiële publicaties gelijk aan het Frans. De wet werd vanuit de Vlaamse beweging breed ondersteund, en leidde, na de Waalse afwijzi... Lees meer
goedgekeurd, zodat alle nieuwe wetten – en wijzigingen aan oudere wetten – vanaf 1898 zowel in het Nederlands (‘Vlaamsch’) als in het Frans authentiek zouden zijn, met precies dezelfde rechtskracht. Het probleem was echter dat de wetgeving in deze tijdsperiode relatief zelden werd aangepast, zodat ook decennia na de goedkeuring van de Gelijkheidswet vrijwel alle belangrijke teksten nog steeds alleen in het Frans authentiek waren.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
werd door de Duitse bezetter een commissie samengesteld om Nederlandse vertalingen voor te bereiden, maar door het einde van de oorlog kwam er een einde aan de commissie. In 1923 werd door de Belgische overheid de draad weer opgepikt met de oprichting van de Commissie voor de vertaling in het Vlaamsch van de bepalingen der Grondwet, der wetboeken, der voornaamste geldende wetten en besluiten waarvan geen officieele Vlaamsche tekst werd bekendgemaakt, ook wel bekend als de “Wetboekencommissie” en als de “commissie van 1923”. Deze commissie stelde een Nederlandse vertaling op van de Grondwet en de belangrijkste wetten, waarna die vertalingen werden goedgekeurd bij koninklijk besluit. Deze vertalingen hadden echter nog steeds geen rechtskracht, zodat als vanouds alleen de Franse tekst authentiek was.

Naast de Wetboekencommissie was er ook een bij KB van 14 juni 1937 opgerichte vertalingscommissie bij het ministerie van Koloniën die de Nederlandse tekst opstelde van de koloniale decreten die alleen in het Frans authentiek waren omdat ze dateerden van vóór de overdracht van de Onafhankelijke Congostaat aan België in 1908. In 1948 kwam daar ook een Terminologische Commissie bij die ressorteerde onder het ministerie van Binnenlandse Zaken, en die een eerdere commissie met dezelfde taak zou opvolgen. Bij KB van 19 januari 1954 werd een nieuwe commissie opgericht, de Centrale Commissie voor de Nederlandse rechtstaal en bestuurstaal in België, die deze drie commissies zou overkoepelen en hun werkzaamheden zou coördineren.

Bij KB van 5 april 1954 werd ervoor gekozen om de commissie van 1923 formeel op te heffen en een nieuwe commissie samen te stellen onder het voorzitterschap van Emiel van Dievoet Van Dievoet, Emiel
Lees meer
, die vanaf 1932 ook al de vorige commissie had voorgezeten. De commissie van 1954 stelde een Nederlandse tekst op van de Grondwet en de belangrijkste wetten, en deze tekst werd vervolgens in principe goedgekeurd door het parlement. Na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad had de Nederlandse tekst vervolgens precies dezelfde rechtskracht als de Franse tekst. Zo volgde de Nederlandse tekst van het Burgerlijk Wetboek in 1961 en deze van de Grondwet in 1967.

Doordat de commissie in enkele jaren de belangrijkste wetten vertaalde, legde zij in de praktijk de Nederlandse rechtstaal voor België vast. De commissie koos er daarbij bewust voor zo veel mogelijk aan te sluiten bij de Nederlandse rechtstaal zoals die in Nederland gebruikelijk was, al liet zij af en toe wel ruimte voor enkele Belgisch-Nederlandse eigenaardigheden. Daarnaast stond zij in vergelijking met het Nederlandse voorbeeld nog iets weigerachtiger tegenover het gebruik van leenwoorden.

Na het overlijden van Emiel van Dievoet in 1967 werd zijn zoon, Guido van Dievoet, voorzitter van de commissie. Stilaan verslapte de interesse voor de commissie echter: steeds vaker belandde de Nederlandse tekst die door de commissie was voorbereid in de lade van de minister en kwam zij er ook niet meer uit. Dat lot ondergingen uiteindelijk 122 door de commissie opgestelde teksten, terwijl slechts 19 daadwerkelijk door het parlement werden goedgekeurd. In 2008 overleed Guido van Dievoet en de mandaten van de commissieleden, die rond dezelfde tijd waren afgelopen, werden niet meer verlengd. Kort daarop werd het archief van de commissie overgebracht naar het Rijksarchief. Toch kan het werk van de commissie grotendeels als voltooid worden beschouwd. Niet alleen is van de belangrijkste teksten die dateren van voor 1898 ondertussen een Nederlandse tekst voorhanden, de meeste andere teksten uit die tijd zijn ondertussen opgeheven of in onbruik geraakt, zodat zo goed als alle voor de rechtspraktijk belangrijke teksten in beide talen beschikbaar zijn.

Literatuur

– KB 5 april 1954 houdende oprichting van de Commissie belast met de voorbereiding van de Nederlandse tekst van de Grondwet, de Wetboeken en de voornaamste wetten en besluiten, Belgisch Staatsblad 10 april 1954.
– G. van Dievoet, De commissie belast met de voorbereiding van de Nederlandse tekst van de Grondwet, de wetboeken en de voornaamste wetten en besluiten (1954-1981), in: Rechtskundig Weekblad, 1980-81, pp. 2361-2368.
– J. van Haver, De Wetboekencommissie en het taalbeleid van de overheid, in: F. Stevens en D. Van den Auweele (eds.), Houd voet bij stuk. Xenia iuris historiae G. Van Dievoet oblata, 1990, pp. 601-620.
– J. Leliard, De receptie van de ontwerpen van de Commissie belast met de voorbereiding van de Nederlandse tekst van de Grondwet, de wetboeken en de voornaamste wetten en besluiten, in: Rechtskundig Weekblad, 2008-09, pp. 1074-1082.
– W. Possemiers, De taal van de wet in België, in: Tijdschrift voor Wetgeving, 2020, pp. 214-224.
– W. Possemiers, Over juridische archeologie en het kappen van dor hout, in: Tijdschrift voor Wetgeving, 2021, pp. 210-220.
– W. Possemiers, Het taalgebruik in wetgevingszaken, in: E. Vandenbossche (ed.), Handboek Belgische taalwetten, 2022, pp. 251-296.
– Rijksarchief, Inventaris van het archief van de Commissie belast met de voorbereiding van de Nederlandse tekst van de grondwet, de wetboeken en de voornaamste wetten en besluiten: 1955-2004.
– W. Possemiers, Het vertalen van de Belgische wetgeving naar het Nederlands. Het werk van de commissie-Van Dievoet, KU Leuven, proefschrift, 2023.

Suggestie doorgeven

1998: Herman Van Goethem (pdf)

2023: Willem Possemiers

Inhoudstafel