Boekengilde Brederode

Organisatie
Hannah Smets (2023, herwerking), Gaston Durnez (1998, aanvulling)

Boekengilde Brederode was een Vlaamse uitgeverij die in 1948 werd opgericht door de letterkundige Valère Depauw. De vzw publiceerde voornamelijk werk van en over Vlaams-nationalisten, in een reeks met de titel Den Vaederlandt getrouwe.

Alternatieve naam
Brederode
Uitgeverij Boekengilde Brederode
Oprichting
1948
Stopzetting
1972
Leestijd: 3 minuten

Oprichting

Boekengilde Brederode werd als een vereniging zonder winstoogmerk in 1948 opgericht door de letterkundige Valère Depauw Depauw, Valère
Valère Depauw (1912-1994) was een katholieke journalist en auteur. Hij schreef romans van diverse genres en richtte in 1948 de Boekengilde Brederode op, een uitgeverij die voornamelijk w... Lees meer
. De vzw was de officiële voortzetting van De Belhamel, de uitgeverij die Depauw in 1946 had opgericht in Koekelberg. Tussen 1946 en 1947 waren bij De Belhamel twee novellen gepubliceerd, De aanwezigheid (eerst gepubliceerd in 1937) van Filip de Pillecyn De Pillecyn, Filip
Filip De Pillecyn (1891-1962) was schrijver en journalist. Hij was actief in de Frontbeweging, werkte voor De Standaard en De Tijd en stichtte het satirisch weekblad Pallieter. Tijdens de... Lees meer
en Peer Gynt (1946) van hemzelf. De Boekengilde was aanvankelijk gevestigd in Koekelberg en werd in 1951 naar Sint-Job-in-‘t-Goor verplaatst.

De uitgeverij publiceerde voornamelijk werk over Vlaams-nationalistische figuren zoals August Borms Borms, August
August Borms (1878-1946) speelde een prominente rol in de activistische collaboratie tijdens de Eerste Wereldoorlog en groeide nadien uit tot hét symbool van de amnestiebeweging, die een ... Lees meer
en Cyriel Verschaeve Verschaeve, Cyriel
Cyriel Verschaeve (1874-1949) was een West-Vlaamse priester, literair auteur, kunstbeschouwer en publicist, die bekend werd als icoon van de Frontbeweging en het opkomende Vlaams-national... Lees meer
, veelal door auteurs die een publicatieverbod hadden gekregen na de Tweede Wereldoorlog en onder pseudoniemen schreven.

Den vaederlandt getrouwe

In 1949 begon de Boekengilde haar activiteit met de uitgave van Hoe de zwarten in de hemel kwamen, een persiflage met gedichten van Jan den Duvel (pseudoniem van Filip de Pillecyn), tekeningen van Kris van den Langenberg (pseudoniem van Remy de Pillecyn) en een voorwoord van Jan Eyck (pseudoniem van Depauw).

Daarna verscheen onder leiding van Depauw de reeks Den vaederlandt getrouwe. Het eerste deel van de serie was Borms, geschreven door R. Math. Wijtens (pseudoniem van Robert van Roosbroeck Van Roosbroeck, Rob
Robert van Roosbroeck (1898-1988) was een onderwijzer, publicist en historicus. Hij was betrokken bij het activisme en de collaboratie, onder andere als schepen van Antwerpen en lid van d... Lees meer
) en bevatte dagboekfragmenten en brieven van August Borms zelf. De reeks bracht verder Theo Brouns, door A. Augusteynen (pseudoniem van Lambert Swerts Swerts, Lambert
Lambert Swerts (1907-1980) was een literator en journalist. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd hij lid van het VNV en de Zwarte Brigade, en werkte hij voor het Limburgse provinciebestuur... Lees meer
); Staf De Clercq, door H. van Westdijk (pseudoniem van Hendrik Elias Elias, Hendrik
Hendrik Elias (1902-1973) was een historicus en Vlaams-nationalistisch politicus die als leider van het Vlaamsch Nationaal Verbond collaboreerde met de Duitse bezetter tijdens de Tweede W... Lees meer
) en F. van Limburg; In 't verre land vreselijk alleen, de laatste geschriften van Cyriel Verschaeve, door R. Math. Wijtens; Wat ik nog te zeggen heb van Adriaan E. van Coppenolle Van Coppenolle, Adriaan Emiel
Adriaan van Coppenolle (1893-1975) was een Vlaamsgezinde katholieke militair, die tijdens de Tweede Wereldoorlog vanaf februari 1943 hoofd was van de rijkswacht. Lees meer
; Langs overwoekerde paden van Knut Hamsun; en Opdracht in Berlijn van Sven Hedin.

Depauw bracht zelf ook twee werken uit binnen de reeks, namelijk Hebben alle vogels hun nest (1951) en De dood met de kogel (1952). Die laatste titel vertelde de geschiedenis en terechtstelling van Leo Vindevogel Vindevogel, Leo
Leo Vindevogel (1888-1945) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die tijdens de bezetting oorlogsburgemeester van Ronse was en daarvoor na de oorlog ter dood veroordeeld werd. Zijn... Lees meer
, die als oorlogsburgemeester van Ronse samenwerkte met de bezetter en na de Tweede Wereldoorlog omwille van zijn collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
werd geëxecuteerd. Het werk was eerder al gedeeltelijk verschenen in Rommelpot Rommelpot
Lees meer
, een satirisch anti-repressie en anti-Belgisch weekblad, onder het pseudoniem van Jan Eyck.

Controverse en stopzetting

Boekengilde Brederode bleef officieel bestaan tot mei 1972, maar staakte haar eigenlijke activiteiten in 1956 naar aanleiding van problemen die zij ondervond na de uitgave van een boek van Van Coppenolle uit 1953. Van Coppenolle was voor zijn collaboratie met de Duitse bezetter als rijkswachtkolonel tijdens de Tweede Wereldoorlog initieel ter dood veroordeeld, maar werd in 1952 vrijgelaten. In Wat ik nog te zeggen heb verdedigde hij zijn houding als commandant, wat tot gerechtelijke moeilijkheden en een inbeslagname van de publicatie leidde. Daarnaast waren van de auteurs die een publicatieverbod hadden opgelopen velen ondertussen in ere hersteld, waardoor zij opnieuw onder eigen naam en bij andere uitgevers konden publiceren.

Na 1956 verschenen er geen publicaties meer onder de naam van Boekengilde Brederode.

Werken

– J. den Duvel (pseud. F. de Pillecyn), Hoe de zwarten in de hemel kwamen, 1949.
– S. Hedin, Opdracht in Berlijn, 1949.
– R. M. Wijtens (pseud. R. van Roosbroeck), August Borms, een leven van liefde en trouw, 1951.
– A. Augusteynen (pseud. L. Swerts), Theo Brouns, 1951.
– H. van Westdijk (pseud. H. Elias), Staf De Clercq, 1951.
– R. M. Wijtens (pseud. R. van Roosbroeck), In ’t verre land vreselijk alleen. De laatste geschriften van Cyriel Verschaeve, 1951.
– V. Depauw, Hebben alle vogels hun nest, 1951.
– V. Depauw, De dood met de kogel, 1952.
– K. Hamsun, Langs overwoekerde paden, 1952.
– E. van Coppenolle, Wat ik nog te zeggen heb: het Belgisch binnenlands beleid inzake de handhaving van de openbare orde gedurende de Duitse bezetting (1940-1944), 1953.

Literatuur

– L. Decorte, Bio- en bibliografie “van” en “over” Valère Depauw, in: Vlaanderen, jg. 33, 1984, pp. 352-355.
– L. Simons, Het boek in Vlaanderen sinds 1800. Een cultuurgeschiedenis, 2013.

Suggestie doorgeven

1973: Gaston Durnez (pdf)

1998: Gaston Durnez (pdf)

2023: Hannah Smets

Databanken

Inhoudstafel