Balthazar, Herman

Persoon
Nico Van Campenhout (2023)

Herman Balthazar (1938) was hoogleraar geschiedenis aan de Gentse universiteit en gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen. Hij is een cultuurflamingantische sociaaldemocraat en zette zich op diverse terreinen in voor sociale en intellectuele emancipatie.

Geboorte
Gent, 4 maart 1938
Leestijd: 9 minuten

Herman Balthazar, die aan vaderskant uit een socialistische familie stamt, bezocht de lagere school in het stedelijk Laurentinstituut en volgde tussen 1950 en 1956 middelbaar onderwijs aan het Koninklijk Atheneum in zijn geboortestad Gent. Vervolgens behaalde hij aan de Gentse universiteit het diploma van licentiaat geschiedenis en promoveerde hij er onder de leiding van Jan Dhondt (1915-1972) in 1970 tot doctor. Ondertussen werkte hij van 1962 tot 1968 bij het Seminarie voor Nieuwste Geschiedenis van de Gentse universiteit en daarna als docent aan het RICTS en als wetenschappelijk attaché bij het pas opgerichte Navorsings- en Studiecentrum voor de Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, beide in Brussel.

Vanaf 1964 schreef hij geregeld voor de Gentse socialistische krant Vooruit Vooruit (1884-1991)
Vooruit (1884-1991) was een Gents socialistisch dagblad waarin heel wat bijdragen verschenen van Vlaamse intellectuelen. In 1978 werd het blad een regionale editie van De Morgen, om in 19... Lees meer
(1884-1991) en van 1964 tot 1976 zetelde hij namens de Belgische Socialistische Partij Belgische Socialistische Partij
Lees meer
(BSP) in de gemeenteraad van zijn woonplaats Sint-Amandsberg, waar hij met onder meer Maurits Coppieters Coppieters, Maurits
De progressieve Vlaams-nationalist en christelijke humanist Maurits Coppieters (1920-2005) was vanaf het midden van de jaren 1960 een van de boegbeelden van de Volksunie (VU). Lees meer
op de oppositiebanken zat.

Student aan de Gentse universiteit

Al in het laatste jaar van de middelbare school sloot Balthazar zich aan bij de Socialistische Studenten en het Taalminnend Studentengenootschap ’t Zal Wel Gaan 't Zal Wel Gaan
Lees meer
, waarvan hij later gedurende één academiejaar respectievelijk voorzitter en hoofdredacteur van het ledenblad was. Zijn universiteitsjaren in de late jaren 1950 karakteriseerde hij later in een terugblik als ‘Op weg van Heidelberg naar Berkeley’, de overgangsfase dus van het veeleer traditionele studentenleven naar het studentenactivisme. ‘Onze reactie toen was te eenzijdig negatief ten aanzien van het Vlaamse probleem’, zo noteerde Balthazar later. ’Ik kom uit een witte familie. Alles wat Vlaams was, kleurde voor mij zwart. In mijn eerste kandidatuur heb ik in 1956 nog een virulent stuk geschreven tegen de oprichting van een VU-afdeling aan de universiteit’, zo voegde hij eraan toe.

Socialist en Vlaamsgezind

In 1960 stapte Balthazar voor de eerste keer mee in een Vlaamsgezinde betoging, met name in een manifestatie waaraan ’t Zal Wel Gaan deelnam tegen de door de Vlaamse beweging fel betwiste periodieke talentellingen, die uiteindelijk bij de vastlegging van de taalgrens Taalgrens
Het begrip ‘taalgrens’ verwijst in het algemeen naar een grens die twee bevolkingsgroepen die een verschillende taal spreken van elkaar scheidt en in het bijzonder naar de grens tussen he... Lees meer
enkele jaren later werden stopgezet. Hij begon ook mee te werken aan het links-socialistische en Vlaamsgezinde weekblad Links Links
Lees meer
. Zoals voor zovelen kostte het ook voor hem enige tijd om over ‘het persistente en wederzijdse wantrouwen van de socialistische versus de Vlaamse Beweging’ heen te stappen en beide emancipatiebewegingen te percipiëren als ‘twee niet aan elkaar tegengestelde polen’. Mede op basis van historisch onderzoek, zowel door anderen als door hemzelf, beschouwde hij de Vlaamse beweging meer en meer als ‘een van de grote pijlers van heel onze maatschappelijke geschiedenis’ en als een constituerend element van het Vlaamse collectieve geheugen. Dat hij zijn Bedenkingen na Klemskerke, over het eerste Vlaamse socialistische congres sinds de late jaren 1930 in dit West-Vlaamse polderdorpje in 1967, publiceerde in het progressieve flamingantische blad Het Pennoen Het Pennoen (1950-1977)
Het Pennoen was een Vlaamsgezind maandelijks opinieblad dat, geleid door Jan Olsen, verscheen tussen 1950 en 1977. Het evolueerde van een traditioneel jeugdblad naar een vernieuwend en la... Lees meer
, vormde een illustratie van de evolutie die Balthazar toen als politiek geëngageerde historicus doormaakte.  

Twee politiek-historische essays uit de late jaren 1970, toen de Vlaamse en Waalse socialisten uit elkaar groeiden en in 1977 partijpolitiek hun eigen weg gingen, verdienen in dit verband een bijzondere vermelding: ‘Socialisten hadden steeds aandacht voor het Vlaamse probleem’ (Socialistische Standpunten, 1976) en ‘Bestaat er een Vlaams, Waals en Brussels socialisme?’ (Ons Erfdeel, 1979). Vooral in de eerstgenoemde bijdrage, waarin hij de communautaire spanningen en problemen omschreef als ‘een uiteenrukkende wervelwind’, toonde hij zich een militante verdediger van de Vlaamsgezinde historische traditie binnen het Belgische socialisme. Dat ‘de sociaal bewuste Vlaming misschien wel graag socialist zou willen worden, maar daartoe verhinderd werd door een anti-Vlaams socialisme’, noemde hij een ‘sprookje’. Hij repliceerde bovendien dat de afweerreflex van de Vlaamse beweging ten opzichte van het socialisme ‘veel weerbarstiger’ was (geweest) en dat ‘de mythe ‘Vlaanderen eerst’ een paar keren vermengd geraakte met de gevaarlijkste ingrediënten van eigen en Duitse bodem’. 

Hoogleraar

Van 1970 tot 1973 was Balthazar docent aan de pas verzelfstandigde Vrije Universiteit Brussel (VUB) en vanaf 1973 hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Gent (RUG). In 1985 werd hij aangesteld tot gouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen (tot 2004), maar hij bleef buitengewoon hoogleraar aan de VUB (tot 1991) en aan zijn Gentse alma mater (tot 2003). Onder meer vanuit zijn overtuiging dat intellectuelen in het algemeen en historici in het bijzonder zich maatschappelijk dienen te engageren, nam Balthazar tegelijk tal van bestuurs- en voorzittersfuncties op in uiteenlopende overheidsinstanties of -adviesraden en in organisaties of verenigingen uit het maatschappelijke middenveld.

In zijn talloze historische publicaties sinds het begin van de jaren 1960 hanteert Balthazar een mengvorm van klassieke, evenementiële geschiedschrijving, een aan de sociale wetenschappen ontleende structuralistische en theoretiserende benadering en een door de journalistiek en de literatuur geïnspireerde essayistische aanpak.

Gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen

Als gouverneur van Oost-Vlaanderen initieerde Balthazar in de jaren 1980 mee het Historisch Museum van de Vlaamse Sociale Strijd Museum van de Vlaamse Sociale Strijd
Onder impuls van de Provincie Oost-Vlaanderen kwam een samenwerkingsverbond van Vlaamse archieven tot stand om onderzoeksprojecten uit te werken rond Vlaamse en sociale thema's. Met het o... Lees meer
, een samenwerkingsproject met historische tentoonstellingen en publicaties van de vier zogeheten ‘kleurarchieven’, onder meer het in Gent gevestigde Amsab. Instituut voor Sociale Geschiedenis, dat hij mee had opgericht en waarvan hij jarenlang voorzitter was. In de jaren 1990 maakte hij deel uit van de adviesraad van de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse beweging (NEVB)
De opvolger van de Encyclopedie van de Vlaamse Beweging zocht bij het verschijnen in 1998 expliciet afstand tot zijn voorganger door de verwetenschappelijking van het historisch onderzoek... Lees meer
, waarvoor hij bovendien bij zijn socialistische partijgenoot Luc van den Bossche Van den Bossche, Luc
Luc van den Bossche (1947) is een voormalige socialistische politicus met een technocratische en pragmatische visie op communautaire kwesties. Lees meer
, toen minister in de Vlaamse regering, bemiddelde om de financiering rond te krijgen en waaraan hij ook als auteur meewerkte. Dat Balthazar in 2001 de openingstoespraak verzorgde op een studiedag in het Vlaamse parlement over collaboratie en repressie op initiatief van de Vlaams-progressieve groep Voorwaarts, was eveneens een bewuste keuze. ‘Het is inderdaad van bijzondere betekenis dat wij dit debat op deze plaats kunnen en mogen voeren’, zo stelde hij bij die gelegenheid. Ook de kritische onderzoekstraditie bij de Vakgroep Geschiedenis van de Gentse universiteit omtrent de geschiedenis van het Vlaams-nationalisme en de collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog werd door hem in de jaren 1970 op de rails gezet. Nochtans had Jan Dhondt, de Gentse hoogleraar Nieuwste Geschiedenis die optrad als promotor van zijn doctoraatsverhandeling, ‘zo’n bloedhekel aan Vlaams-nationalisme’ -zo getuigde Bathazar – ‘dat het onderwerp in onderzoek en onderwijsgewoon niet ter sprake kwam’, waardoor ‘zijn leerlingen – waaronder ikzelf – flink hebben moeten bijbenen’.

In de slotzin van zijn bijdrage ‘De identiteit van het flamingantisme’ in Het boek van België. Een controversieel portret van cultureel België uit 1980 afficheerde Balthazar zich uitdrukkelijk als vrijzinnige en socialist, verkoos hij in het midden te laten of hij al dan niet een flamingant mocht worden genoemd en gaf hij mee dat  hij geboeid is ‘door het proces van de opbouw van een Vlaamse staat, waarvan hij participant is’. Dat hij in 1999 onder de titel Op de fonteinen van de Oranjeberg. Opstellen en toespraken over de Vlaamse beweging een aantal teksten en toespraken over dat thema bundelde, was op zich betekenisvol.

Over Nederland en orangisme

Op de vraag ‘Mogen wij u flamingant noemen?’, antwoordde Balthazar in 2004 in een vraaggesprek zonder omwegen maar genuanceerd:

Liever niet. Dan zouden we het eerst eens moeten worden over een definitie. Ik ben geen belgicist, maar ik voel me ook niet thuis in de Vlaams-nationale traditie. Het liefst was ik orangist geweest. Als ik tweehonderd jaar geleden had geleefd, zou ik gevochten hebben voor het behoud van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.

Over die maatschappelijke tendens, die de scheiding van Nederland na 1830 gedurende een decennium bestreed en die ook nadien - zeker in Gent - bleef doorwerken, schreef hij in 2015 een veelomvattend, zowel persoonlijk als historisch essay: Het orangisme Orangisme
Het orangisme is de verzamelterm voor het verzet tegen de Belgische afsplitsing van het Koninkrijk der Nederland onder leiding van Willem I van Oranje. Lees meer
: een politieke
droom. Het werd opgenomen in een verzamelbundel over het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815-1830), die werd uitgegeven door de vzw Ons Erfdeel Ons Erfdeel
De Vlaams-Nederlandse vzw Ons Erfdeel werd opgericht in 1957 en informeert via haar tijdschrift over uiteenlopende ontwikkelingen in het Nederlandse taalgebied. De titel van het gelijknam... Lees meer
. Van deze Vlaams-Nederlandse culturele instelling was Balthazar van 1991 lid en van 2003 tot 2019 voorzitter van de raad van bestuur en sindsdien erevoorzitter. Vier jaar eerder bracht hij samen met de voormalige Gentse stadsarchivaris en historicus Johan Decavele het boekje Het geheugen van Nederland in Gent uit, waarin de materiële sporen en relicten van de Nederlandse aanwezigheid in zijn geboortestad in het licht worden gesteld. Hij was ook een tijdlang bestuurslid van de Nederlandse Taalunie Nederlandse Taalunie
Lees meer
en van het Vlaams cultureel centrum De Brakke Grond in Amsterdam.

Over Vlaamse beweging en Vlaamse zelfstandigheid

Voor Balthazar is de Vlaamse beweging een Civil Society zoals de Brits-Amerikaanse politieke activist en publicist Thomas Paine (1737-1809) die zag, een concept dat ook aansluit bij het discours van August Vermeylen Vermeylen, August
August Vermeylen (1872-1945) was een schrijver, literatuur- en kunsthistoricus, en socialistisch senator. In het tijdschrift Van Nu en Straks, waarvan hij de leiding had, publiceerde hij ... Lees meer
over een flamingantisme met een brede en internationalistische blik op de wereld en diens pleidooi voor politiek-maatschappelijke en intellectuele emancipatie in de breedste zin van het woord en voor zoveel mogelijk mensen. De Vlaamse beweging wordt op die manier opgevat als een vrije en kritische beweging van burgers, die boven en buiten de overheid om  gestalte probeert te geven aan een streven naar emancipatie dat voortdurend dient te worden verruimd en verfijnd. Vanuit die opvatting stelde Balthazar in 2004: ‘De emancipatie van Vlaanderen is dan ook een verhaal dat niet af is’.

‘Euforisch en zelfgenoegzaam flamingantisme’ was en is voor hem uit den boze, net als Vlaamsgezinde retoriek en vlaggenvertoon. Vooral ook omdat de Vlaamse deelstaat die door de opeenvolgende staatshervormingen heen tot stand werd gebracht, een project is dat bij de bevolking in wier naam dat gebeurde weinig enthousiasme oproept, zoals hij meermaals poneerde. Tegelijk constateerde hij al in 2013 met een mengeling van nuchterheid en nostalgie dat de Belgische realiteit in snel tempo aan het vervluchtigen was en dat het uiteenvallen van België ‘in de publieke opinies eigenlijk al was gebeurd’.

‘De heikele situatie waarin we sinds mei 2019 beland zijn en waarin twee Vlaams-nationalistische partijen bijna een absolute meerderheid behaalden’, baarde Balthazar zorgen. ‘Met een bepaald Vlaams-nationalisme, zoals dat in Vlaanderen historisch is gegroeid, hebben wij als socialisten nu eenmaal niets te maken’, zo verwoordde hij het ooit. In 2020 wees hij de volledige onafhankelijkheid van Vlaanderen af, maar gaf hij tegelijk zijn ‘onmacht’ toe om ‘zeer helder [z]ijn visie over confederalisme te formuleren’.  Terecht noemde toenmalig afgevaardigd bestuurder en hoofdredacteur van Ons Erfdeel vzw Luc Devoldere Devoldere, Luc
Luc Devoldere (1956) was afgevaardigd bestuurder en hoofdredacteur van de Vlaams-Nederlandse culturele organisatie Ons Erfdeel vzw. Hij geniet ook bekendheid als essayist. Lees meer
Balthazar bij zijn afscheid als voorzitter van dit Vlaams-Nederlandse samenwerkingsverband in mei 2019 een sociaal geïnspireerde cultuurflamingant.

Literatuur

— M. Reynebeau, Wie doet de goeverneur? Alleen Herman Balthazar kan goeverneur van Oost-Vlaanderen worden, in: Knack, 10 april 1985.
— M. Reynebeau, Knecht van twee meesters, in: Knack, 1 september 1999.
— M. Libert, Hoopvolle pessimist. Gouverneur Herman Balthazar wordt emeritus professor, in: De Morgen, 4 oktober 2003.
— G. Deneckere, Herman Balthazar, in: T. Valcke (red.), De Fonteinen van de Oranjeberg. Politiek-institutionele geschiedenis van de provincie Oost-Vlaanderen van 1830 tot nu. Deel 4. Biografieën van twintigste-eeuwse beleidsmakers, 2003, pp. 625-644.
— G. Deneckere, De historicus en het gevecht met de tijd. Een portret van Herman Balthazar, in: G. Deneckere en B. de Wever (red.), Geschiedenis maken. Liber amicorum Herman Balthazar, 2003, pp. 13-34 (dit huldeboek bevat nog 15 andere bijdragen over  het leven en het werk van Herman Balthazar).
— P. Piryns en H. van Humbeeck, ‘De geschiedenis is nooit klaar’, in: Knack, 29 september 2004.
— N. van Campenhout en N. Stevens, Historici in de politiek. Een dubbelgesprek tussen Herman Balthazar en Hilaire Liebaut, in: Annalen van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, 2006, pp. 389-402.
— Laurens De Keyzer praat met… Herman Balthazar, in Bibliotheek- & Archiefgids, juni 2007, pp. 16-19.
— H. Renard, Vlaamsgezind socialisme. “Alleen een confederaal België maakt misschien een kans”, in: Knack, 10 november 2010.
— H. Balthazar en N. van Campenhout, Twee jonge Vlamingen in den Grooten Oorlog. Oorlogsdagboeken en levensverhaal van de flaminganten August Balthazar en Leo Picard, 2014.
— N. van Campenhout, Sociaaldemocratie en Vlaamse beweging: de visie van Herman Balthazar, in: Meervoud. Links Vlaams-nationaal Maandblad, november 2020, pp. 25-26.

Suggestie doorgeven

1998: Gita Deneckere (pdf)

2023: Nico Van Campenhout

Databanken

Inhoudstafel