Verbeeck, René

Persoon
Ulrike Burki (2023)

René Verbeeck (1904-1979) is de auteur van elf dichtbundels. Hij stond mee aan de wieg van de literaire tijdschriften De Tijdstroom (1930-1934) en Vormen (1936-1940) en richtte in 1937 de poëziereeks Bladen voor de Poëzie op. Tussen 1937 en 1943 verschenen in die reeks een zeventigtal dichtbundels, waaronder werk van collaboratiegezinde auteurs als Paul de Vree, Bert Peleman en Blanka Gijselen.

Geboorte
Wilsele, 18 april 1904
Overlijden
Hove, 13 november 1979
Leestijd: 3 minuten

René Verbeeck volgde middelbaar onderwijs aan het Sint Jan Berchmanscollege in Mol en aan het Koninklijk Atheneum in Leuven. In 1926 haalde hij zijn lesbevoegdheid Germaanse talen aan de Rijksmiddelbare Normaalschool in Gent en daarna werkte hij een tijd lang als leraar Nederlands in Beauraing, Mechelen en Antwerpen. Tussen 1947 en 1959 was hij ook werkzaam als vertaler en na 1959 werd hij docent aan de Katholieke Vlaamse Hogeschool in Antwerpen. Verbeecks betekenis voor de Vlaamse beweging ligt vooral in zijn werk als dichter, redacteur en bezieler van de poëziereeks Bladen voor de Poëzie.

Verbeeck debuteerde in 1926 met zijn dichtbundel Oriëntering. Vier jaar daarna verscheen zijn tweede bundel De donkere bloei (1930) en daarna volgden nog bundels als Tussen twee werelden (1940) en Heilig leven (1943). In 1930 richtte Verbeeck, samen met Pieter G. Buckinx, André Demedts Demedts, André
André Demedts (1906-1992) was een Vlaamsgezinde auteur, voordrachtgever en inspirator van literaire organisaties. Zo werd hij in Vlaanderen een belangrijke cultuurdrager. Demedts gold bov... Lees meer
, Jan Vercammen en Frans van Bogaerdt het literaire tijdschrift De Tijdstroom op, dat poëtische concentratie en esthetische zuiverheid centraal stelde. Wegens een poëticaal conflict trokken Verbeeck en Buckinx zich in 1934 al uit de redactie terug en hield het tijdschrift op te verschijnen. Twee jaar later, in 1936, richtten Verbeeck en Buckinx, samen met Paul de Vree De Vree, Paul
Lees meer
, het literaire tijdschrift Vormen op, waarmee zij een brug trachtten te slaan tussen zuiver estheticisme en Vlaamse volksverbondenheid. Het was hun er naar eigen zeggen om te doen het volk te vereniging in de ‘tijdelooze, zuivere sfeer der poëzie’. Later traden ook André Demedts, Marcel Matthijs Matthijs, Marcel
Lees meer
, René Bergen en René Lissens tot de redactie toe. Naast zijn engagement als redacteur van de Tijdstroom en Vormen, leverde Verbeeck ook bijdragen aan andere culturele tijdschriften, waaronder het collaboratiegezinde Westland Westland
Westland (1942-1944) was een cultureel en letterkundig tijdschrift onder leiding van Filip de Pillecyn, dat ondanks zijn verklaring dat het zich onafhankelijk zou opstellen pro-Duitse bij... Lees meer
(1942-1944) en het tijdschrift van de DeVlag De Vlag
De Vlag (1936-1938; 1940-1944) was het maandblad van de gelijknamige Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap (DeVlag). Lees meer
(1936-1938 en 1940-1944).

Via zijn medewerking aan tal van literaire en culturele tijdschriften en via zijn engagement als lector voor de aan de DeVlag gelieerde uitgeverij Steenlandt Steenlandt
Steenlandt was een uitgeverij die in 1929 werd opgericht door Richard Acke en in 1934 werd overgenomen door zijn zoon Jan Acke. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stond het fonds helemaal in ... Lees meer
, verzamelde Verbeeck een uitgebreid netwerk van overwegend Vlaams-nationalistische auteurs rond zich. Dat netwerk boorde hij ook aan bij de samenstelling van zijn poëziereeks Bladen voor de Poëzie, die hij van 1937 tot 1944 leidde en die hij voor het grootste deel zelf drukte in zijn eenmanszaak De Eenhoorn. In de zeven jaar dat de reeks verscheen, publiceerde hij een 70-tal bundels, waaronder werk van verschillende radicaal flamingantische en collaboratiegezinde auteurs als Bert Peleman Peleman, Bert
Bert Peleman (1915-1995) was tijdens de Tweede Wereldoorlog diensthoofd bij de Dietsche Militie-Zwarte Brigade, waarvoor hij vijf jaar gevangen zat. Na de oorlog was hij vooral actief in ... Lees meer
, Paul de Vree en Blanka Gyselen Gyselen, Blanka
Blanka Gyselen (1909-1959) was een Vlaams-nationalistische journaliste en dichteres. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stapte ze in de collaboratie, waarbij ze haar nationaalsocialistische o... Lees meer
.

Hoewel Verbeeck zich dus wel bewoog in radicaal flamingantische kringen, beperkte zijn openlijke engagement zich tot de verenigende kracht die volgens hem van poëtische schoonheid uitging en sprak hij zich zelden expliciet uit de Vlaamse kwestie. Dat leverde hem kritiek op van verschillende radicale flaminganten, die hem verweten niet voldoende ‘volksverbonden’ te zijn. Verbeeck reflecteerde op zijn positie als ‘stille flamingant’ in het bekend geworden gedicht ‘De groote stille taak’ dat verscheen in zijn dichtbundel Tussen twee werelden (1940) en dat aanvangt met de regel: ‘Vlaanderen, ook de stillen werken aan u’.

Ondanks die terughoudendheid werd Verbeeck na de oorlog wegens zijn medewerking aan collaboratiegezinde instituten als Westland en uitgeverij Steenlandt veroordeeld voor culturele collaboratie en bracht hij 22 maanden door in de gevangenis. Tussen 1948 en 1967 publiceerde Verbeeck nog vier nieuwe dichtbundels en vanaf 1952 trad hij toe tot het leescomité voor de nieuwe reeks Bladen voor de Poëzie, die door Herman van Fraechem Van Fraechem, Herman
Herman van Fraechem (1904-1970) was een Vlaamsgezinde priester en herbezieler van het literaire tijdschrift De Bladen voor de Poëzie (1937-1944, 1953-1995). Via dit literair tijdschrift ... Lees meer
heropgericht was. Het literaire werk van Verbeeck werd verschillende keren bekroond: in 1956 en 1967 met de prijs van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde
De Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (KANTL, 1886) is een instelling die zich in de loop van haar geschiedenis heeft ingezet zowel voor taalculturele, -wetenschappeli... Lees meer
, in 1968 met de Prijs van de provincie Brabant en in 1970 met de prijs van de provincie Antwerpen.

Werken

Oriëntering, Gent, 1926.
De donkere bloei, Mol, 1930.
De Minnaars, Kortrijk, 1935.
De dwaze bruid, Mechelen, 1937.
Tussen twee werelden, Mechelen, 1940.
Een huis voor Simone, Mechelen, 1940.
Heilig leven, Brussel, 1943.
Op het spalier der maanden, De Brug, 1948.
Van Eros tot requiem, Hasselt, 1964.
De zomer staat hoog en rijp, Hasselt, 1965.
Het uur van de wesp, Hasselt, 1967.
Verzamelde gedichten, 1974.

Literatuur

– J. de Ceulaer, Te gast bij Vlaamse auteurs, dl. 5, z.j..
Huldealbum René Verbeeck, Gemeentelijke kulturele raad Wilsele, 1969.
– A. Demedts, Moderne Vlaamse Poëzie. René Verbeeck, in: De Periscoop, april 1971.
– J. Haest, De dichter René Verbeeck, 1971.
– P. de Vree, René Verbeeck, 1974.
– J. de Ceulaer, René Verbeeck: Poëzie is een wijze van existeren, in: De Standaard, 23 mei 1969.
Microfonie van Zuidnederlandse schrijvers, 1977-1978.
– W. Spillebeen, De dichter René Verbeeck, In: Vlaanderen, maart-april 1983.
– G. Durnez, Een herinnering aan René Verbeeck. ‘Help ons een bres slaan voor de poëzie’, in: Vlaanderen, maart-april 1983.
– H. van de Vijver, Het cultureel leven tijdens de bezetting (België in de Tweede Wereldoorlog, nr. 8, 1990).
– L. Missine, De tijdstroom, een evenwichtsoefening tussen individu en gemeenschap, in: Kunst en leven, een wankel evenwicht, 1994.
– G. Buelens, Eternach à rebours. Van Ostaijen en De Tijdstroom, Vormen en het werk van Buckinx, Verbeeck, Vercammen, De Vree, De Ryck, Decorte en Jonckheere, in: Van Ostaijen tot heden. Zijn invloed op de Vlaamse poëzie, 2008.
– M. Bilcke en Y. T’Sjoen, Een geschiedenis van Bladen voor de Poëzie. René Verbeeck als initiator van een poëziereeks in Vlaanderen (1937-1944), In: J. Lensen, L. Stynen en Y T’Sjoen (red.) De stekelige jaren. Literatuur en politiek in Vlaanderen 1929-1944, Gent, 2014, pp. 77-103.

Suggestie doorgeven

1975: Gaston Durnez (pdf)

1998: Gaston Durnez

2023: Ulrike Burki

Databanken

Inhoudstafel