Blancke, Karel
Karel Blancke (1849-1934) was een Vlaamsgezinde kapelaan en medewerker van De Vlaamsche Vlagge. Na de bisschoppelijke veroordeling van het Vlaams-nationalisme trok hij zich evenwel uit de redactie terug.
Karel Blancke (1849-1934) was een Vlaamsgezinde kapelaan en medewerker van De Vlaamsche Vlagge. Na de bisschoppelijke veroordeling van het Vlaams-nationalisme trok hij zich evenwel uit de redactie terug.
Edgard Blancquaert (1894-1964) was een neerlandicus die zich inspande voor de verspreiding van het Algemeen Nederlands. Hij ontpopte zich als antifascistische flamingant.
Jozef Blockhuys (1825-1907) was in Brussel als militante flamingant betrokken bij tal van organisaties. Ook was hij de auteur van een aantal Nederlandstalige leerboeken, toneelstukjes voor kinderen, novellen en gedichten.
De schrijver Hans Blunck (1888-1961) was tijdens de Eerste Wereldoorlog in Brussel nauw betrokken bij de Flamenpolitik en werd een spilfiguur in de contacten tussen Nederduitse regionalisten en activisten.
De Noord-Duitse publicist Jacob Bödewadt (1883-1946) ijverde tijdens de Eerste Wereldoorlog voor een toenadering tussen Vlaamse activisten en Nederduitse regionalisten.
Konstantijn Bogaerts (1812-1891) was als priester actief in het onderwijs en in het bisdom Luik.
Frans Boon (1791-1852) legde zich toe op de studie van de grammatica en de Vlaamse literatuur. Boon raakte ook verwikkeld in de  polemieken van de spellingoorlog.
Jan-Hendrik Bormans (1801-1878) was hoogleraar in de letterkunde. Hij was een promotor van de eengemaakte spelling in Vlaanderen en rapporteur van de Spellingcommissie (1836-1841).
Onderwijzer Jan Boucherij (1846-1911) was medewerker, hoofdredacteur en uitgever van diverse Vlaamsgezinde tijdschriften. Ook was hij actief als letterkundige.
Dominicaan Alaan-Berten Bouquillon (1915-1986) was een van de bezielers van het naoorlogse Vlaams-nationalistische, Dietse jeugdverenigingsleven.
Frans Boussen (1774-1848) was de eerste bisschop van het heropgerichte bisdom Brugge (1834-1864). Onder zijn beleid voltrok zich een snel verfransings-proces in de West-Vlaamse colleges.
De Antwerpse priester Julius Bouten (1859-1912) was geëngageerd in de Vlaamse studentenbeweging en taalactivist, wat volgens zijn Vlaamsgezinde medestanders ten koste ging van zijn kerkelijke loopbaan.