Geyl, Pieter
Pieter Geyl (1887–1966) was een Nederlandse historicus met uitgesproken Groot-Nederlandse opvattingen, die een belangrijke rol speelde in het Vlaams-nationalisme tijdens het interbellum.
Pieter Geyl (1887–1966) was een Nederlandse historicus met uitgesproken Groot-Nederlandse opvattingen, die een belangrijke rol speelde in het Vlaams-nationalisme tijdens het interbellum.
Remi Ghesquière (1866-1964) zette zich in West-Vlaanderen en in Halle in voor de Vlaamse zangcultuur. Ook componeerde hij een aantal Vlaamsgezinde liederen.
De Duitse jurist Hans Gmelin (1878-1941) was in 1917/18 als adviseur van het bezettingsbestuur in Brussel betrokken bij de Flamenpolitik.
De Nederlander Willem Goedhuys (1899-1978) was radicaal Groot-Nederlands georiënteerd en speelde een belangrijke rol bij verschillende Vlaams-nationalistische en Groot-Nederlandse tijdschriften.
In Göttingen, gelegen in de hedendaagse Duitse deelstaat Nedersaksen, bestond tijdens de Eerste Wereldoorlog een activistisch propagandakamp voor krijgsgevangen Vlamingen.
Joseph Grohé (1902-1988) was de Duitse Rijkscommissaris van het bezette België en Noord-Frankrijk (1944-1945). Hij moest de annexatie van Vlaanderen en Wallonië als Rijksgouwen in Duitsland realiseren.
De Groot-Kempische Cultuurdagen werden jaarlijks gehouden in Hilvarenbeek (1946-1971) om Vlamingen en Nederlanders dichter bij elkaar te brengen.
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland.
De Groot-Nederlandse Studentencongressen waren bijeenkomsten van Vlaamse en Nederlandse studenten, gericht op het versterken van de onderlinge banden - vanuit de overtuiging dat Vlamingen en Nederlanders cultureel en taalkundig bij elkaar hoorden.
Geert Groothoff (1916-2000) was een Nederlandse journalist, die diverse functies vervulde binnen het Algemeen-Nederlands Verbond en publiceerde over de culturele integratie van Nederland en Vlaanderen.
De Duitser Klaus Groth (1819-1899) was met zijn dichtbundel Quickborn (1852) de grondlegger van de nieuwe Nederduitse letterkunde. Hij onderhield bovendien goede contacten met Vlaanderen.
Hans Hartwig (1874-1953) was een in België geboren Duitser die vanaf begin 1918 betrokken raakte bij de propaganda voor de Flamenpolitik.
De Duitse sociaal-democratische cultuurhistoricus Wilhelm Hausenstein (1882-1957) was als medewerker van het bezettingsbestuur in Brussel in 1916 en 1917 betrokken bij de Flamenpolitik die hij ten behoeve van een links publiek in Duitsland trachtt