Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

Organisatie
Frank Vanderputte (2023, ongewijzigd), Frank Vanderputte (1998)
Oprichting
1980
Leestijd: 7 minuten

De staatshervormingen en de oprichting en ontwikkeling van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

Vier opeenvolgende staatshervorming Staatshervorming
Tussen 1970 en vandaag werden zes staatshervormingen doorgevoerd die België omvormden van een unitaire in een federale staat met drie gewesten, het Vlaamse, het Waalse en het Brussels Hoo... Lees meer
en in 1970, 1980, 1988-1989 en 1993, vormden de Belgische eenheidsstaat om tot een federale staat, samengesteld uit Gemeenschappen en Gewesten. In 1980 kreeg Vlaanderen een zelfstandig wetgevend lichaam, de Vlaamse Raad Vlaams Parlement
Het Vlaams Parlement is de parlementaire vergadering van de Vlaamse deelstaat in het federale België. Zijn geschiedenis kent drie grote fasen: de periode van de Cultuurraad voor de Neder... Lees meer
en een autonoom uitvoerend orgaan, de Vlaamse regering. Om haar beleid in de praktijk om te zetten diende de Vlaamse regering te beschikken over een aangepast bestuurlijk apparaat. Daarom werd beslist om één ministerie van de Vlaamse Gemeenschap op te richten, belast met de uitvoering van het beleid op alle gebieden die door de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der Instellingen aan de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest waren overgedragen. In 1988 werden in een eerste fase de bevoegdheden van de Vlaamse Raad en de Vlaamse regering uitgebreid met de bevoegdheden inzake onderwijs, openbare werken en vervoer, economie, leefmilieu, water en energie, jeugdbescherming en sociale reïntegratie van gedetineerden. Ook het mediabeleid kwam bij de Vlaamse overheid terecht, inclusief de handelsreclame op radio en televisie en de hulp aan de schrijvende pers.

In een tweede fase stelde de Bijzondere Wet van 16 januari 1989 de nodige financiële middelen ter beschikking.

De derde fase kwam er pas een paar jaar later in de vorm van de vierde staatshervorming en werd door een reeks bijzondere en gewone wetten in de loop van 1993 gerealiseerd.

Een van de voornaamste gevolgen van deze laatste hervorming was het feit dat de Gemeenschappen en Gewesten een aantal extra bevoegdheden kregen voornamelijk inzake de buitenlandse betrekkingen, landbouw en de zogenaamde restbevoegdheden.

De overheveling van deze nieuwe bevoegdheden moest worden ondersteund door een opnieuw aangepaste administratieve structuur. Daarom besliste de Vlaamse regering op 31 juli 1990, na grondig voorbereidend onderzoek, tot de oprichting van een nieuw ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, bestaande uit zes departementen. In 1996 werd een van deze zes departementen met name het departement Coördinatie ingevolge een verdere beslissing van de Vlaamse regering vervangen door enerzijds een nieuw departement Coördinatie en anderzijds een nieuw departement Wetenschap, Innovatie en Media, zodat het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap thans bestaat uit zeven departementen.

Het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 1983-1990

Het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd in het vooruitzicht van de staatshervorming van 1980, bij Koninklijk Besluit van 17 april 1979, opgericht als een nationaal departement. Als embryo van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap functioneerde een Voorlopige Administratieve Cel, opgericht bij Koninklijk Besluit van 17 maart 1981, die na het uittreden van de voormalige Vlaamse Executieve uit de Nationale regering op 22 december 1981, ter beschikking van deze Executieve werd gesteld. Deze cel had tot taak de opbouw van het nieuwe departement te realiseren en te begeleiden.

Op 1 januari 1983 ging dit eerste ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van start.

De bestaffing gebeurde door een overhevelingsoperatie van ambtenaren uit de nationale administratie. De personeelsformatie telde 4206 betrekkingen. Daarnaast werden verscheidene structuren en raden opgericht noodzakelijk voor de goede werking van een ministerie zoals de directieraad, de syndicale raad van advies en de sociale dienst. Het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap bestond tussen 1983 en 1990 uit dertien bestuurlijke afdelingen of administraties, waarvan er vier fungeerden op horizontaal vlak en verantwoordelijk waren voor de coördinatie en de algemene leiding op administratief niveau. Het waren de diensten van de secretaris-generaal, de Algemene Administratieve Diensten, de Algemene Technische Diensten en de Administratie voor Financiën en Begroting.

De negen overige administraties waren bevoegd voor de aangelegenheden die de burger en zijn maatschappelijke organisatie betreffen, met name Onderwijs en Permanente Vorming, Kunst, Sport en Openluchtrecreatie (BLOSO), Gezin en Maatschappelijk Welzijn, Gezondheidszorg, Economie en Werkgelegenheid, Ruimtelijke Ordening en Leefmilieu, Huisvesting en Regionale en Lokale besturen.

De gecentraliseerde huisvesting, de veralgemeende introductie van de automatisering, een aangepaste vorming en begeleiding van de ambtenaren droegen toen reeds in grote mate bij tot het op een moderne en vernieuwende wijze functioneren van dit ministerie.

Het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap sinds 1991

Begin 1991 ging het huidige ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van start en de nationale ministeries droegen niet alleen bevoegdheden maar ook personeelsleden over (in 1995 telde het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap bijna 11.000 personeelsleden). De Vlaamse regering en de hoogste leiding van het ministerie opteerden opnieuw voor één ministerie, maar nu gestructureerd als een 'matrixorganisatie' om een samenhangende en geïntegreerde beleidsuitvoering te garanderen.

Het toepassen van een matrixstructuur groeide vanuit het idee dat de diensten het beste als één geheel zouden functioneren ondersteund door één coördinatiecentrum en met een bestuur volgens de principes van het moderne management.

Vier (verticale) departementen vervullen een dienstverlenende rol ten opzichte van de bevolking (departement Onderwijs, het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, het departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw en het departement Leefmilieu en Infrastructuur), terwijl twee (horizontale) departementen een coördinerende en ondersteunende functie voor de verticale departementen hebben (departement Coördinatie en het departement Algemene Zaken en Financiën). In tweede instantie vindt men deze matrixstructuur ook terug in elk van de zeven departementen.

Taak en opdracht van de departementen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

Het departement Coördinatie beheert een aantal interdepartementele materies (zoals het buitenlands beleid) en coördineert de interdepartementele werking. Daarnaast voert het onder meer ook het secretariaat van de Vlaamse regering en van het college van secretarissen-generaal.

Het departement Algemene Zaken en Financiën vervult samen met het departement Coördinatie en het departement Wetenschap, Innovatie en Media een dienstverlenende, ondersteunende en coördinerende rol ten aanzien van de andere departementen van het ministerie. Daarnaast zijn deze afzonderlijke departementen verantwoordelijk voor het beleid van hun specifieke bevoegdheidstak, zoals bij Algemene Zaken en Financiën bijvoorbeeld het algemene personeelsbeleid en budgettair beheer van het ministerie, en bij Wetenschap, Innovatie en Media onder meer de beleidscoördinatie inzake wetenschappelijk onderzoek, technologie en innovatie en de voorbereiding en uitvoering van het media- en filmbeleid.

Het departement Onderwijs is bevoegd voor het basis-, het secundair en het hoger onderwijs en voor de permanente vorming, met uitzondering van de materies waarvoor de Autonome Raad voor het Gemeenschapsonderwijs (ARGO), de dienst voor Infrastructuurwerken van het Gesubsidieerd Onderwijs (DIGO) en de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) bevoegd zijn, en het bepalen van het begin en einde van de leerplicht en van de minimale voorwaarden voor het uitreiken van diploma's.

Het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur is bevoegd voor het welzijn (onder meer gezins- en bejaardenbeleid), de volksgezondheid (onder meer ziekenhuisbeleid en geestelijke gezondheidszorg), het sociaal-cultureel werk (artistieke jongeren- en volwassenenvorming) en de kunst (onder meer beheer van het kunstbezit en organisatie van kunstevenementen).

De bevoegdheden van het departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw liggen op vier verschillende domeinen, zoals onder meer het economische ondersteuningsbeleid (economie), het beheer van Vlaamse tewerkstellingsprogramma's (Werkgelegenheid), toezicht op de lagere besturen (Binnenlandse Aangelegenheden), en financiële ontwikkelingssteun in de land- en tuinbouwsector (Landbouw).

Het departement Leefmilieu en Infrastructuur heeft als opdrachten zorg voor het leefmilieu, het ruimtelijke ordeningsbeleid, en verkeers- en vervoersbeleid.

Het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap in verandering sinds 1993

Kort na de inwerkingtreding van het vernieuwde ministerie van de Vlaamse Gemeenschap vond een ingrijpende reeks bedrijfsculturele en organisatorische veranderingen plaats. De uitbreiding van bevoegdheden en aantal personeelsleden maakte een meer klantgericht managementmodel noodzakelijk. De keuze voor één ministerie van de Vlaamse Gemeenschap als organisatiestructuur was hiervoor al illustratief.

De veranderingen zijn het Charter van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, het nieuwe Vlaamse personeelsstatuut, organisatie- en personeelsontwikkeling, doelmatigheidsanalyses en prestatiebegrotingen en strategische planning.

Literatuur

– Een ministerie voor de Vlamingen 2, 1988.
– Bouwstenen van de Vlaamse autonomie: vriendenboek Etienne De Ryck, 1990.
– E. Stroobants, 'Efficiëntie van de Vlaamse administratie', in Tijdschrift voor Bestuurswetenschappen en Publiekrecht, jg. 46, nr. 10 (1991), p. 637-641.
– Gids van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse instellingen van Openbaar nut, 1992 en 1995.
– Jaarbeeld van de diensten van de Vlaamse regering Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (1992-).
– Publikaties van de Vlaamse overheid Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (1992-).
– E. de Ryck, 'De porseleinen bonbonnière of de opgang van de Vlaamse overheidsmanager', in G. Bouckaert (e.a.), De overheidsmanager, 1994, p. 279-294.
– id., 'Ministeries', in Wegwijs politiek, 1994, p. 458-475.
– Bijdrage van de Vlaamse administratie aan het regeerprogramma van de aantredende Vlaamse regering (Informatief), 1995.
– Vlamm (Vlaams ministerie morgen), Het ministerie in verandering: de veranderingen als samenhangend geheel (Informatief), 1995.
– id., Veranderingen en vernieuwing in het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, 1995.

Suggestie doorgeven

1998: Frank Vanderputte

2023: Frank Vanderputte

Databanken

Inhoudstafel