Koninklijk Ballet van Vlaanderen

Organisatie
Ciel Vroman (2023, herwerking), Erna Metdepenninghen (1998)

Het Koninklijk Ballet van Vlaanderen was een Belgisch ballet- en dansgezelschap gesticht in 1969. Het ensemble speelde een belangrijke rol in de professionalisering van de danskunst in Vlaanderen. Het gezelschap maakt sinds 2014 deel uit van Opera Ballet Vlaanderen.

Oprichting
2 december 1969
Leestijd: 8 minuten

Naar een professioneel balletgezelschap in Vlaanderen

In 1951 richtte de Koninklijke Vlaamse Opera (KVO) in Antwerpen Antwerpen
Lees meer
een balletschool op. Voor de artistieke leiding deed het KVO-bestuur beroep op de Antwerpse danseres en choreografe Jeanne Brabants (1920-2014). Ondanks de karige middelen leverde de KVO-balletschool dansers voor de eigen opvoeringen en bracht de school gedurende de jaren 1950 zelfstandige balletvoorstellingen. In 1961 besloot de stad Antwerpen om de opleiding op te nemen in het aanbod van stedelijk onderwijs Onderwijs
Lees meer
, waardoor meer middelen vrijkwamen én de school officiële diploma’s kon uitreiken. Vanaf 1964 ging de balletschool door het leven als het Stedelijk Instituut voor Ballet. Het instituut bestond uit een opleiding lager onderwijs, lager secundair onderwijs, hoger secundair onderwijs en avondonderwijs voor amateurs.

Brabants stichtte in 1966 een autonome balletgroep samen met leden van het KVO-ballet en leerlingen van het Stedelijk Instituut voor Ballet. Terzelfdertijd richtte ze een verzoek aan de Cultuurraad voor Vlaanderen tot de oprichting van een autonome balletgroep in Vlaanderen. Na lange onderhandelingen met de provincies en verschillende steden besloot de Vlaamsgezinde minister van Nederlandse Cultuur Frans van Mechelen tot de stichting van het Ballet van Vlaanderen, officieel opgericht op 2 december 1969. Begin 1970 nam Brabants de leiding op zich als artistiek directeur.

Het Koninklijk Ballet van Vlaanderen

Het balletensemble debuteerde op 10 september 1970 in Brussel met een opvoering van Prometheus in choreografie van André Leclair en op muziek van Ludwig van Beethoven. De voorstelling was bovendien rechtstreeks te volgen op de nationale televisie. Vervolgens trok het ensemble op tournee in Vlaanderen met zowel (neo)klassieke als hedendaagse choreografieën. In twee speelseizoenen gaf het gezelschap meer dan 300 opvoeringen in nagenoeg alle Vlaamse steden en er waren tournees in Nederland Nederland
Nederland is met Vlaanderen verbonden door de economische infrastructuur, de taal en de geschiedenis. Vanaf eind 18de eeuw kreeg die verbondenheid in taal en cultuur op uiteenlopende mani... Lees meer
, Turkije en Joegoslavië. Hierdoor probeerde het gezelschap tegemoet te komen aan één van de stichtingsgrondslagen: het Vlaamse publiek – vaak voor het eerst – in contact brengen met de balletkunst.

De focus van het Ballet van Vlaanderen lag voornamelijk op autonome dans- en balletvoorstellingen, maar samen met de operagezelschappen van Gent Gent
Lees meer
en Antwerpen speelde het eveneens in verschillende opera divertimenti. Voor optredens in Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
en Wallonië bundelde het ensemble enkele malen de krachten met het Ballet de Wallonie en het Brusselse Ballet van de XXste Eeuw. De hoge druk op de dansers resulteerde in een splitsing van het gezelschap, waarbij de dansers zich ofwel op de autonome balletvoorstellingen ofwel op de opera divertimenti dienden toe te leggen. Die laatste groep voerde ook initiatievoorstellingen op en verzorgde vanaf 1980 eveneens jeugdballet. In het repertoire domineerden neoklassieke en moderne werken met choreografieën van eigen bodem.

Dankzij het succes van het dansgezelschap kreeg de oproep tot de stichting van een opleiding voor danspedagogen in 1973 gehoor. Vanaf 1979 was deze opleiding verbonden aan het ensemble, dat zo een verdere bijdrage leverde aan de professionalisering van de danssector in Vlaanderen. Daarenboven mocht het ensemble zich vanaf 1976 ‘Koninklijk Ballet van Vlaanderen’ noemen. In het lustrumjaar 1979 werd het eigen gebouw aan de Keizerstraat in Antwerpen in gebruik genomen.

Grootse ambities van Valery Panov

In 1984 nam de Russisch-Israëlische choreograaf Valery Panov de artistieke leiding over van Brabants, die omwille van de aanduiding van Panov als haar opvolger een jaar eerder dan gepland haar ontslag gaf. Panov had de idee dat groots opgezette, literaire en klassiek geïnspireerde balletvoorstellingen de toekomst vormden voor het ensemble. Enkele bekende Vlaamse dansers keerden voor hem terug uit het buitenland. Onder meer een grootse én succesvolle bewerking van Fjodor Dostojevski’s De Idioot op muziek van Dmitri Sjostakovitsj verscheen in het repertoire. Een breuk met het verleden was dat Panov zelf zowat alle choreografieën in elkaar stak.

Panov voegde het gesplitste ensemble terug samen omdat hij voor zijn opvoeringen veel dansers nodig had. Ook concentreerde hij de voorstellingen in een handvol centrumsteden, aangezien in kleinere zalen geen plaats was voor de grootse voorstellingen. De populaire initiatievoorstellingen, het jeugdballet en workshops verdwenen. Aan de grootste opzet hing weliswaar een fors prijskaartje, wat leidde tot onvrede in de raad van bestuur en zijn ontslag in 1987 – waartegen heel wat dansers tevergeefs protesteerden.

Denvers tussen traditie en vernieuwing

Na Panov ging de artistieke leiding over op de Belgische choreograaf en danspedagoog Robert Denvers, die de functie tot 2005 zou blijven uitoefenen. Denvers voerde een verjonging door van het ensemble en zette in op een bekend repertoire in moderne bewerkingen van bekende en minder bekende binnen- en buitenlandse choreografen. Anders dan Panov wilde hij het publiek laten kennismaken met een brede waaier aan ballet- en dansgenres, waardoor de grootse avondvullende opvoeringen plaatsmaakten voor een gevarieerde programmatie met verschillende kortere (neo)klassieke (theater)balletten en dansstukken. Het balletgezelschap speelde opnieuw in theaters en zalen in heel België.

In 1993 verhuisde het Koninklijk Ballet van Vlaanderen naar een nieuw en ruim gebouw op het Eilandje in Antwerpen en in mei 1998 volgde de opening van het eigen theater: Theater ‘t Eilandje. Het ensemble evolueerde onder Denvers naar een repertoiregezelschap, onder meer als reactie op andere vernieuwende dansgroepen, zoals Anne Teresa de Keersmaekers Rosas, die vanaf de jaren 1990 op overheidssubsidies konden rekenen. Als gevolg van de nieuwe cultuurpolitiek werd het aantal professionele balletdansers in België stelselmatig teruggeschroefd: midden jaren 1990 resteerde enkel nog het Koninklijk Ballet van Vlaanderen met een vijftigtal dansers, terwijl de balletkorpsen van de opera’s en het Ballet de Wallonie waren opgedoekt.

Omstreeks de millenniumwissel probeerde Denvers het tij te keren. Hij nodigde met mondjesmaat hedendaagse danschoreografen uit, wat onder meer resulteerde in een opvoering van Tsjaikovski’s Het zwanenmeer in een choreografie van Jan Fabre. Na een verdere besparingen van de Vlaamse Regering Vlaamse Regering
De Vlaamse regering is de uitvoerende macht van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest, geïnstalleerd na de staatshervorming van 1980 en aanvankelijk aangeduid met de term 'executie... Lees meer
in 2002 en de nieuwe opdracht om het ensemble op internationaal vlak te laten meespelen, leek Denvers in de functie van artistiek directeur weinig vernieuwing meer te kunnen brengen. Hij liet weliswaar een klassiek getraind en technisch sterk dansgezelschap na en bleef nog tot 2005 aan.

Musicals voor Vlaanderen… en Nederland

Onder impuls van de voorzitter van de raad van bestuur Marcel van der Bruggen nam het Koninklijk Ballet van Vlaanderen in 1985 de resterende medewerkers van het failliete Gentse musicalgezelschap Theater Arena over. Zo ontstond de Musicalafdeling van het Koninklijk Ballet van Vlaanderen. De afdeling bracht in de beginjaren vooral succesrijke Nederlandstalige versies van Jesus Christ Superstar en Evita met de Afro-Amerikaanse theatermaker Rufus Collins als regisseur. Ook The Sound of Music, Piaf en West Side Story deden Belgische zalen vollopen, maar het gezelschap scheen nog populairder in Nederland – Evita ging zelfs in première in de Amsterdamse Carré. De succesvolle musicalafdeling overleefde echter de besparingsronde van Vlaams minister van Cultuur Bert Anciaux Anciaux, Bert
Bert Anciaux (1959) is advocaat en doctor in de Pedagogie. Hij stapte al vroeg in de politiek. Voor de Volksunie was hij zes jaar voorzitter en twee jaar voor VU&ID. Hij was schepen i... Lees meer
tussen 2002 en 2004 niet. In april 2004 speelde de afdeling haar laatste musicalvoorstelling in Gouda.

Internationaal succes onder Bennetts

De Australische danseres Kathryn Bennetts en Belgische danspedagoog Jan Nuyts namen in 2005 de artistieke leiding over van Denvers. In een poging om het gevestigde balletpubliek niet voor het hoofd te stoten, maar eveneens het stoffige imago van het gezelschap af te werpen, zette het duo zette in op een klassiek balletrepertoire in een hedendaags jasje. Vanaf 2006 ging Bennetts alleen door als artistiek leidster en zette de deur open voor hedendaagse dansvoorstellingen. De opvoeringen van de technisch veeleisende balletten van George Balanchine en onder meer Impressing the Czar van William Forsythe konden bij de internationale pers op veel bijval rekenen – met The New York Times op kop. Bennetts richtte opnieuw choreografieworkshops in, maar er kwam een einde aan de optredens in kleinere centrumsteden, die het gezelschap nochtans sinds 1969 meefinancierden.

Na het ontslag van Bennetts in 2012 – naar aanleiding van meningsverschillen over de structurele onderfinanciering en een toekomstige fusie met de Vlaamse Opera – volgde de Portugese Assis Carreiro haar op. Ze was zelfs geen danseres of choreografe en bijgevolg het buitenbeentje in het rijtje van artistiek directeurs van het gezelschap. Hoewel ze nog sterker op een hedendaags repertoire wilde inzetten, was ze gebonden door een beheersovereenkomst waarin vooral (neo)klassieke stukken werden verwacht. Dit resulteerde in nieuwe interpretaties van klassieke balletten als Romeo en Julia en De notenkraker, die door de pers en de internationale programmatoren echter lauw werden ontvangen. Oplopende schulden en hervormingsplannen van de Vlaamse overheid maakten het Carreiro niet makkelijk, waardoor de samenwerking al in 2014 eindigde.

Opera Ballet Vlaanderen: fusie en integratie

In januari 2014 fuseerde het Koninklijk Ballet van Vlaanderen met de Vlaamse Opera Vlaamse Opera
Lees meer
. Uit de fusie ontstond vzw Kunsthuis Opera Ballet Vlaanderen. Na een seizoen zonder artistiek directeur trad in 2015 de Belgisch-Marokkaanse choreograaf Sidi Larbi Cherkaoui aan. Cherkaoui sloeg een brug tussen klassieke en hedendaagse dans, waarbij klassieke ballettechniek hedendaagse stukken naar een hoger niveau kon tillen. De traditie sinds Panov waarin per seizoen minstens één avondvullend werk op de planken verscheen, werd door Cherkaoui gekoesterd.

Cherkaoui zette samenwerkingen met andere dansgezelschappen als Rosas op touw. Door de fusie kon het dansensemble vaker over het operaorkest en -koor beschikken voor zijn eigen voorstellingen in Antwerpen en Gent. Andersom werkte het balletgezelschap actief mee aan verschillende operavoorstellingen. Cherkaoui zag die kruisbestuiving en nauwere samenwerking tussen ballet en opera als een verrijking – daarmee indruisend tegen al zijn voorgangers die de nadruk legden op ballet en dans als een autonome kunstvorm. De nauwe samenwerking leidde er uiteindelijk toe dat – na het vertrek van Cherkaoui in 2022 – Opera Ballet Vlaanderen aan één overkoepelend artistiek directeur voldoende had. Jan Vandenhouwe – sinds 2019 artistiek directeur van Opera Ballet Vlaanderen – nam de taken van Cherkaoui over.

Literatuur

– A. Minne, Ballet in Vlaanderen, in: Ons Erfdeel, jg. 11, 1967, nr. 2, pp. 69-77.
– R. Barbier, Van operaballet naar ballet van Vlaanderen, [1973].
– R. Barbier, ABC van het Ballet, 1978.
– R. Barbier, Het Koninklijk Ballet van Vlaanderen 1970-1980, 1980.
– Het Koninklijk Ballet van Vlaanderen: 30 jaar ballet, 15 jaar musical, 1999.
– P. Demets, De nieuwe danspassen van het Koninklijk Ballet van Vlaanderen, in: Septentrion, jg. 29, 2010, nr. 2, pp. 70-72.
– K. Bollen en S. Vos (red.), 50 jaar Ballet Vlaanderen: van Jeanne Brabants tot Sidi Larbi Cherkaoui, 2019.

Suggestie doorgeven

1998: Erna Metdepenninghen (pdf)

2023: Ciel Vroman

Databanken

Inhoudstafel