De Bavay, Charles

Kantte zich heftig tegen enige vernederlandsing in het gerecht Gerecht
Lees meer . Als procureur eiste De Bavay in de zaak- Coucke en Goethals Coucke en Goethals
De zaak Coucke en Goethals diende voor de Vlaamse beweging lange tijd als hét symbool van de taaltoestanden in het gerecht. Daarbij werd aangeklaagd dat de Frans onkundige Pieter Goethals... Lees meer (1860), op gronden die sterk betwist werden, de doodstraf. Deze zaak verwekte grote opschudding in Vlaanderen en zette, met de zaak- Jacob Karsman Karsman, Jacob
Lees meer (1863), de eis tot vernederlandsing van het gerecht kracht bij. Dat probleem was acuut sedert in 1863 in de zaak-Karsman aan advocaten het verbod was opgelegd in het Nederlands te pleiten. In die atmosfeer sprak De Bavay in 1864 een rede uit over La question flamande dans ses rapports avec les affaires judiciaires. Hij bepleitte de vrijheid van taalgebruik (dus de feitelijke verfransing) in rechtszaken met het argument dat de toestand sedert 1830 bevredigend was en geen aanleiding gaf tot gerechtvaardigde grieven. Dit requisitoir tegen het gebruik van het Nederlands in rechtszaken lokte in het Vlaamse land een zeer scherpe reactie uit. Ook vele Franssprekenden stonden kritisch tegenover het optreden van De Bavay.