Darcis, Frans-Hubert

Persoon
Oliver Bogaerts (2023, aanvulling), Martin Kellens (1998)

Frans-Hubert Darcis (1892-1969) wijdde het grootste deel van zijn leven aan de kerk. Als flamingant was hij actief in de Davidsfonds-afdeling van Montzen. Hij trachtte de verfransing van het religieuze leven tegen te gaan en beschouwde het Duits daarbij als een waardig alternatief.

Geboorte
Vroenhoven, 7 oktober 1892
Overlijden
Moresnet, 10 april 1969
Leestijd: 3 minuten

Opleiding en vroege carrière

Frans-Hubert Darcis volgde middelbaar onderwijs aan het O.-L.-V.-college in Tongeren en bij de overwegend Franstalige paters assumptionisten in Zepperen (Sint-Truiden) en in Taintignies (Rumes, Henegouwen). Gedurende twee jaar studeerde hij filosofie aan het Klein Seminarie van Sint-Truiden Klein Seminarie van Sint-Truiden
Lees meer
, waar hij ook actief lid was van de letterkundige kring Utile Dulci Utile Dulci
Utile Dulci (1845) was een Vlaamsgezind literair genootschap voor jongeren, dat tot in de jaren 1940 actief was binnen het Kleinseminarie van Sint-Truiden. Lees meer
. In augustus 1917 – nog voordat hij zijn studies aan het grootseminarie te Luik had voltooid – werd hij door bisschop Rutten als leraar aan het college van Tongeren benoemd. Op 1 april 1918 werd hij tot priester gewijd en werd hij enige tijd kapelaan in Antheit en in Stokkem, waar hij ook het directeurschap van de rietvlechtschool op zich nam.

In augustus 1923 werd hij leraar aan het Klein Seminarie in Saint-Roch. Hij werkte er aan zijn Vlaanderen's Eeuwkalender, 1830-1930. Dit boek biedt een overzicht van het katholieke, culturele, sociale en maatschappelijke leven in Vlaanderen van 1830 tot 1930. In september 1930 werd hij kapelaan in Hombourg (Plombières) en in april 1932 in Kelmis (in het noordoosten van de provincie Luik). In dit economisch geteisterde plaatsje zette hij zich in voor de bestaande arbeidersverenigingen en het lokale gemeentelijke onderwijs.

Davidsfonds en taalpolitiek

Vanaf haar oprichting in 1931 was Darcis één van de bestuursleden van de Davidsfonds Davidsfonds
Het Davidsfonds is een katholieke Vlaamse cultuurvereniging, die werd opgericht in januari 1875. Lees meer
-afdeling van Montzen. In 1933 nam hij ook het voorzitterschap op zich (1933-1937). Samen met Jef Franssens Franssens, Jef
Jozef Franssens (1899-1973) stichtte in Montzen een afdeling van het Davidsfonds. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte hij voor de commissie voor Taaltoezicht. Na de Tweede Wereldoorlog ... Lees meer
lag hij aan de basis van tal van Vlaamsgezinde initiatieven, zoals een 11 juli-viering of deelname aan de IJzerbedevaart IJzerbedevaarten
De IJzerbedevaart is een jaarlijkse herdenking van de Vlaamse gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog, die ontstond omstreeks 1920. Dit voor de Vlaamse beweging erg symbolische gebeur... Lees meer
. Via het toneelspel trachtte hij het culturele zelfbewustzijn van zijn parochianen te versterken. Daarnaast was hij ook proost van de christelijke mijnwerkersvakbond in Kelmis.

Als Vlaming uit de taalgrens Taalgrens
Het begrip ‘taalgrens’ verwijst in het algemeen naar een grens die twee bevolkingsgroepen die een verschillende taal spreken van elkaar scheidt en in het bijzonder naar de grens tussen he... Lees meer
streek was Darcis gevoelig voor de problemen van de Duitstalige bevolking en kwam daarom in aanmerking voor de rol van secretaris van de Bund der Deutsch-Belgier. In die hoedanigheid wist hij na de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
te bewerkstelligen dat de meeste geestelijken in Montzen het Frans meer en meer uit de kerk weerden ten voordele van het Duits of een Limburgs dialect. Hij streefde ook naar een grotere aanwezigheid van het Duits in cultureel opzicht, omdat hij van mening was dat het Nederlands niet de juiste voedingsbodem had om als cultuurtaal het hoofd te bieden aan de verfransing.

Latere klerikale carrière

Vanaf 1 mei 1937 werd Darcis pastoor in Schönberg (Sankt-Vith) en kapelaan in het naburige Herresbach, en in het voorjaar van 1940 werd hij pastoor in Veulen (Heers). Hij sloot zijn actieve carrière af als pastoor in Kanne (1955-1957) en keerde vervolgens terug naar Moresnet. Darcis bleef wel actief betrokken bij het kerkelijke en sociaal-culturele leven. Toen hij vaststelde dat tijdens de volksmissies alleen Franstalige paters kwamen prediken, fulmineerde hij in een artikel in Heem tegen de verfransing op religieus vlak.

Van 1963 tot 1965 was Darcis rector van het Sint-Antoniusklooster in Valmeer (Riemst) en nadien keerde hij terug naar de franciscanen in Moresnet, waar hij hielp bij de opvang van pelgrims in het Maria-bedevaartsoord. In 1967 was hij een van de initiatiefnemers van de Vereinigung für Kultur, Heimatkunde und Geschichte im Göhltal. Hij nam de redactie van het tijdschrift Im Göhltal voor zijn rekening.

Werken

– Bijdragen in Boekengids; Heem.
– Vlaanderen's Eeuwkalender 1830-1930, 1930.
– Gewetensonderzoek voor alle standen, 1948.
– Het Bruidsexamen: handleiding voor de zielzorg, 1951.
– Kerkelijk huwelijksboekje voor een gelukkig gezinsleven, 1951.
– Arbeid adelt, arbeid heiligt: een blik op de goddelijke inhoud van de arbeid, 1964.

Literatuur

– Passiespel van Kelmis trekt kijkers uit Bonn, in: De Standaard, 12-13 maart 1966.
– E.H. Frans Darcis te Moresnet overleden, in: Het Belang van Limburg, 12-13 april 1969.
– In memoriam Z.E.H. Frans-Hubert Darcis, in: Heem, jg. 13, juli-augustus 1969, nr. 4.
– G. van Voeren, Veltmans en Overmaas. Een priester die streed voor godsdienst en moedertaal, 1989.

Suggestie doorgeven

1998: Martin Kellens (pdf)

2023: Oliver Bogaerts

Inhoudstafel