Vlaamsch Instituut voor Volksdans en Volksmuziek

Organisatie
Tibo Minsart (2023, tekstredactie), Paul Beatse / Mieke Van Doorselaer (1998)

Het Vlaamsch Instituut voor Volkskunst werd opgericht in 1935 en ijverde voor een grotere waardering van Vlaamse kleinkunst en dans. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte het VIVO betrokken bij de culturele collaboratie.

Afkorting
VIVO
Alternatieve naam
Vlaams Instituut voor Volksdans en Volksmuziek
Vlaams Instituut voor Volkskunst
Vlaamsch Instituut voor Volkskunst
Oprichting
8 september 1935
Stopzetting
1944
Leestijd: 3 minuten

Stichting en visie

Het Vlaamsch Instituut voor Volkskunst (VIVO) werd in september 1935 opgericht op initiatief van Edgard Wauters Wauters, Edgard
Edgard Wauters (1910-1984) was stichter en voorzitter van het Vlaamsch Instituut voor Volkskunst. Tijdens WOII was hij betrokken bij de Nationaal Socialistische Jeugd Vlaanderen. Lees meer
. De stichters wilden eenheid brengen in de uitvoering van de volksdansen, de studie en het opzoekingswerk over volksdans, volkszang en huismuziek centraliseren en de 'oude' dansen aanpassen aan de tijd en de Vlaamse volksaard. Ook wilden ze het wetenschappelijk aspect van deze volkskunsten enerzijds en de beoefening ervan anderzijds dichter bij elkaar brengen. Door de oprichting en uitbouw van plaatselijke groepen wilde men de beoefening van de volksdans in heel Vlaanderen en in alle lagen van de bevolking realiseren. Het VIVO verzorgde daarnaast de opleiding van bevoegde dansleraren, de praktische volksdansleiding in bestaande jeugdgroepen, het onderricht in huismuziek en de propaganda van huismuziekinstrumenten. Daarom richtte men vormingscursussen en weekends in. Het studiemateriaal werd bij een van de stichters thuis (Brussel) gecentraliseerd in de VIVO-bibliotheek en het -archief. Men maakte voor dit alles propaganda via optredens, lezingen, tentoonstellingen, feesten, bals, medewerking met Vlaamse organisaties en manifestaties en door middel van het eigen tijdschrift De Speelman De Speelman
Lees meer
en brochures.

De zangbundel De Goudgele Garve, uitgegeven in 1931 door Wauters en Eugeen Verstraete Verstraete, Eugeen
Eugeen Verstraete (1910-1982) was een Vlaamse chemicus en heemkundige. Tijdens de bezetting engageerde hij zich in de culturele collaboratie in Groot-Germaanse zin. Hij was oprichter van... Lees meer
, kende van 1936 tot 1944 vijf herdrukken. Deze bundeling van oud-Nederlandse liederen werd met de steun van het ministerie in vele scholen verspreid en moest zo bijdragen tot de wederopbloei van de Nederlandse volks- en trekkersliederen. De volksdansgroepen zelf vierden intens de oude volksfeesten, zoals de meiboomplanting, sint-jansvuur, oogst-, kerst- en joelfeesten.

Het VIVO wees bij al zijn activiteiten steevast op het belang van het geestelijke en inhoudelijke van de volksdans en de volksmuziek. Het beschouwde deze uitingen van volkskunst als een vertrekpunt voor studie van het hele Vlaamse cultuurgoed, van het volkseigene, van het Vlaamse land en het volkskarakter. Het VIVO legde het accent op de cultuurwaarde van de dans en streefde naar de herleving van het Vlaams cultureel leven. Na verloop van tijd werden ook andere volkskunstuitingen, die in onbruik waren geraakt, zoals lekenspel, poppenspel, blokfluitspel en vendelzwaaien door het VIVO nieuw leven ingeblazen. Politiek gezien sloot VIVO aan bij het gedachtegoed van de Vlaams-nationalistische en Groot-Nederlandse Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
beweging uit de jaren 1930.

Tot de pioniers van het VIVO behoorden Wauters, Verstraete, Fred Engelen, Vic Serckx, Jozef Contrijn Contryn, Jozef
Jozef Contryn (1902-1991) was een Vlaamsgezind toneelacteur, die het poppenspel in Vlaanderen en ver daarbuiten populair maakte. Lees meer
, Oda Thiel, Walter Weyler, Maurice Bonnijns. Sommigen van hen en velen van de latere leden bleven tot het eind van de 20ste eeuw actief in volkskunstkringen.

Culturele collaboratie

De volledige doorbraak van het VIVO kwam na 1940, toen dit instituut in het kader van de culturele collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
als enig erkend organisme door de Vlaamsche Cultuurraad belast werd met de leiding van de volkskunst. Eind 1941 telde VIVO 66 groepen, kernen en speelscharen, verspreid over zowat alle grote en kleine centra van Vlaanderen.

Doordat de meeste leidinggevende leden van VIVO hadden gecollaboreerd overleefde de organisatie de naoorlogse repressie niet. Vele uitgaven en documenten werden angstvallig in eigen kringen bewaard en zagen pas veel later opnieuw het daglicht. Toch heeft VIVO een belangrijke invloed gehad en een aanzienlijke bijdrage geleverd tot de volkskunst in Vlaanderen.

Literatuur

– M. van Doorselaer, Vrije jeugdbeweging, volksdansbeweging en jeugdherbergen in Vlaanderen (1918-1940), Rijksuniversiteit Gent, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1980.
– H. van Daele, 50 jaar jeugdherbergen, 1982.
– M. van Doorselaer en P. Vandermeersch, Alternatief jeugdleven in Vlaanderen (1918-1940), in: Spiegel Historiael, jg. 21, 1986, nr. 4, pp. 192-198.
– Dansend door de tijd. Jubeluitgave ter gelegenheid van 50 jaar V.D.C.V., 1988.

Suggestie doorgeven

1975: Paul Beatse (pdf)

1998: Paul Beatse / Mieke Van Doorselaer

2023: Tibo Minsart

Inhoudstafel