Binnewiertz, Antonius
Priester Antonius Binnewiertz (1870-1915) was van 1900 tot 1902 redacteur van Dietsche Warande en Belfort.
Priester Antonius Binnewiertz (1870-1915) was van 1900 tot 1902 redacteur van Dietsche Warande en Belfort.
Jozef Bittremieux (1878-1950) was een Vlaams katholiek priester, kanunnik en theoloog. Hij doceerde aan de Leuvense universiteit als eerste theologie in het Nederlands en steunde er de opkomende Vlaamse studentenbeweging.
Karel Blancke (1849-1934) was een Vlaamsgezinde kapelaan en medewerker van De Vlaamsche Vlagge. Na de bisschoppelijke veroordeling van het Vlaams-nationalisme trok hij zich evenwel uit de redactie terug.
Jozef Blockhuys (1825-1907) was in Brussel als militante flamingant betrokken bij tal van organisaties. Ook was hij de auteur van een aantal Nederlandstalige leerboeken, toneelstukjes voor kinderen, novellen en gedichten.
Konstantijn Bogaerts (1812-1891) was als priester actief in het onderwijs en in het bisdom Luik.
Dominicaan Alaan-Berten Bouquillon (1915-1986) was een van de bezielers van het naoorlogse Vlaams-nationalistische, Dietse jeugdverenigingsleven.
Nicolas Bourgeois (1896-1982) was een Frans-Vlaamse voorman en federalistisch denker. Hij was de rechterhand van Jean-Marie Gantois in het Vlaamsch Verbond van Frankrijk.
Frans Boussen (1774-1848) was de eerste bisschop van het heropgerichte bisdom Brugge (1834-1864). Onder zijn beleid voltrok zich een snel verfransings-proces in de West-Vlaamse colleges.
De Antwerpse priester Julius Bouten (1859-1912) was geëngageerd in de Vlaamse studentenbeweging en taalactivist, wat volgens zijn Vlaamsgezinde medestanders ten koste ging van zijn kerkelijke loopbaan.
De priester Pieter Jan Broekx (1881-1968) was als directeur van het Secretariaat voor Godsdienstige en Maatschappelijke Werken, oprichter van Ons Limburg en provinciaal senator een van de spilfiguren van het maatschappelijke, godsdiensti
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich vooral in en rond de hoofdstad concentreerde.