Hoffmann, August

Persoon
Joep Leerssen (2023, aanvulling), Peter Hans Nelde (1998)

August Hoffmann Von Fallersleben (1789-1874) was een Duits filoloog en bibliothecaris. Hij ontwikkelde een nauwe band met de Vlaamse beweging vanuit zijn pan-Germaans en filologisch standpunt en vanuit zijn interesse voor de sociale en nationale aspecten.

Volledige voornaam
August Heinrich
Alternatieve naam
August Hoffmann von Fallersleben
Geboorte
Fallersleben, 1 april 1798
Overlijden
Corvey, 19 januari 1874
Leestijd: 5 minuten

Filoloog en bibliothecaris

August Hoffmann von Fallersleben werd in het keurvorstendom Hannover geboren en was van 1812 tot 1813 leerling aan het gymnasium in Helmstedt. In 1816 ging Hoffmann volgens de wens van zijn vader aan de universiteit in Göttingen godgeleerdheid studeren. Hij voelde zich echter spoedig meer aangetrokken tot de klassieke en - sedert zijn ontmoeting met Jacob Grimm - Germaanse filologie. Hij hield zich voor het eerst bezig met het Nederlands, dat hij als afgedwaalde variant van het Duits beschouwde, toen hij in 1817 aan zijn ongepubliceerd gebleven Germanischer Sprach- und Völkerstamm werkte. Vermoedend dat er in de Nederlanden nog een heel germanistisch studieterrein braak lag, maakte hij in de zomer van 1819 een voettocht naar het Maasland tussen Aken, Luik en Maastricht. Een half jaar later trad hij in contact met Noord-Nederlandse geleerden (Hendrik van Wijn, Hendrik W. Tydeman).

Na studies in de Duitse filologie in Bonn werd hij daar tot hulpbibliothecaris aan de universiteitsbibliotheek benoemd. Zijn eerste publicaties, zoals Bruchstücke vom Otfried en Übersicht der mittelniederländischen Dichtung, bereidden zijn reis naar Leiden voor, waar hij van juni tot oktober 1821 verbleef. Vanaf toen, en ook nog toen hij in 1823 bibliothecaris in Breslau werd, publiceerde hij regelmatig de resultaten van zijn speurtochten. Bijna al zijn werk op het gebied van de oude Nederlandse taal en dichtkunst vinden we terug in de Horae Belgicae, een reeks bronnenuitgaven die vanaf 1830 verscheen en waarin veel Middelnederlandse teksten hun eerste druk kregen. Op grond van zijn Leidse doctoraat van 1823 werd Hoffmann in 1835 in Breslau tot gewoon hoogleraar in de Duitse filologie benoemd. In 1836 vertoefde hij weer voor een maand in Leiden.

Vlaamse beweging

In hetzelfde jaar begon hij een briefwisseling met Jan F. Willems Willems, Jan Frans
Jan Frans Willems (1793-1846), de “vader van de Vlaamse beweging”, was dichter, polemist, filoloog, tekstediteur en initiatiefnemer of lid van tal van academies en genootschappen in binne... Lees meer
, bij wie hij in 1837 in Gent te gast was. Dat bezoek markeert het begin van zijn enge band met de ontluikende Vlaamse beweging, die hij van een startschot voorzag met zijn manifest Vlaemsch und Französisch in Belgien (de inleiding bij zijn Altniederländische Schaubühne, 1838). Zijn grote belangstelling voor de Vlaamse beweging bracht hem in 1839 nog eens naar Gent. De verwijdering uit zijn ambt en zijn verbanning in 1841 (tengevolge van een bundel politiek-satirische gedichten) verminderden zijn belangstelling voor de Nederlanden tijdelijk. In die tijd dichtte hij de nationale hymne ‘Deutschland, Deutschland über alles’, waarin hij de Lage Landen als onderdeel zag van zijn ideale, verenigde Duitsland. Pas in 1854 en 1855 bracht hij telkens weer enkele weken in Den Haag en Gent door. Van grotere betekenis voor de Vlaamse beweging is zijn laatste reis naar de Nederlanden (1856), omdat hij toen met de nieuwe generatie van Vlaamse voormannen kennismaakte. In Duitsland heeft Hoffmann vooral met zijn lyrisch werk bekendheid verworven. Hij behoort tot de voorbode van de Duitse filologen en publicisten die grote belangstelling hadden voor de Vlaamse beweging, omdat zij daarvan een heropleving van het Duitse element in Vlaanderen verwachtten. Niet alleen door zijn nationalistische dwepen met de Stammverwandtschaft van de beide Nederlanden met Duitsland - typisch voor zijn tijd - maar ook door zijn speurtochten naar oude liederen en ander letterkundig werk werd Hoffmann de invloedrijkste vertegenwoordiger van Duitsland in Vlaanderen omstreeks het midden van de 19de eeuw.

Hoffmann koesterde de dubbele ambitie, zowel om een onontgonnen filologisch terrein te ontsluiten als om pionierswerk te verrichten op een gebied dat hem, door zijn nationaal bewustzijn en vooral onder invloed van de gebroeders Grimm, bijzonder nauw aan het hart lag. Hoffmanns optreden en geschriften tonen aan dat hij de Vlaamse beweging zag als een onderdeel van een Germaans front tegen een ontaardende romanisering.

De vele teleurstellingen en de intriges, waarvan hij zich voortdurend het slachtoffer waande, deden Hoffmann - en trouwens ook andere Duitse dichters en politici, zoals Freiligrath en Höfken - het liberale België als een ideaal toevluchtsoord zien. Nochtans gingen zijn hoge verwachtingen om in België bibliothecaris van de koning te worden, niet in vervulling. Het is niet duidelijk wat bij deze afwijzing doorslaggevend is geweest: zijn politieke reputatie of zijn onhandige en ietwat egocentrische sociale gedrag.

Het onrustige en onevenwichtige leven van Hoffmann had tot gevolg dat zijn betrekkingen met de Vlaamse beweging niet altijd dezelfde intensiteit en richting vertoonden. Er zijn drie fasen te onderscheiden. In 1837 en 1839, toen hij in Gent bij Willems te gast was, beschouwde Hoffmann de Vlaamse beweging vanuit een pan-Germaans en filologisch standpunt. Tegenover de verdere ontwikkelingen van de Vlaamse beweging stond hij sceptisch en dat verborg hij niet (Gegen die Fransquillons). In 1854 en 1856 kreeg hij door zijn contact met Jacob F. Heremans Heremans, Jacob
Lees meer
oog voor de sociale en nationale aspecten van de Vlaamse beweging en veranderde zijn scepticisme in optimisme (De Vlaamsche Beweging). In de jaren na de Duits-Franse oorlog sprak hij in sterk door de tijdgeest gekleurde gelegenheidsgedichten (An die Männer von Flandern) zijn geloof in het uiteindelijke succes van de Vlaamse beweging uit. Evenals bij vele germanisten uit die tijd is bij Hoffmann de filologische belangstelling nauwelijks van de politieke te onderscheiden: de oude gemeenschappelijke dichtkunst was voor hem het bewijs van etnische stamverwantschap en van een gemeenschappelijke oorsprong die op den duur ook in een eenwording zou moeten uitmonden. In die zin moet ook zijn uitlating dat Vlaanderen ein deutsches Land zou zijn, worden verstaan.

Werken

– Bonner Bruchstücke vom Otfried, 1821.
– Horae Belgicae, 1830-1862, 12 dln.
– De Vlaamsche Beweging, 1856.
– Mein Leben, 1868, 6 dln.
– Loverkens, verzorgd en ingeleid door R.F. Lissens, 1964.

Literatuur

– E. Berneisen, Hoffmann von Fallersleben als Vorkämpfer deutscher Kultur in Belgien und Holland, 1915.
– K. de Raaf, Hoffmann von Fallersleben, voortrekker in het oude land der Dietsche letteren, 1943.
– A. Deprez, Briefwisseling van Jan Frans Willems en Hoffmann von Fallersleben (1836-1843), 1963.
– P. Nelde, Hoffmann von Fallersleben. Einleitung zu den niederländischen Studien, in Handelingen van de KZMTLG, jg. 19, 1965, pp. 363-386.
– P. Nelde, Flandern in der Sicht Hoffmanns von Fallersleben, 1967.
– P. Nelde, Hoffmann von Fallersleben und die Niederlande, 1972.
– J. Leerssen, De bronnen van het vaderland, 2006.
– J. Leerssen, ‘Viral nationalism: Romantic intellectuals on the move in nineteenth-century Europe’, in: Nations and nationalism, jg. 17, 2011, nr. 2, pp. 257-271.

Suggestie doorgeven

1973: Peter Hans Nelde (pdf)

1998: Peter Hans Nelde

2023: Joep Leerssen

Databanken

Inhoudstafel