Engels, Lodewijk
Lodewijk Engels (1898-1960) was een priester die zich na de Tweede Wereldoorlog inzette voor verzoening tussen 'witten' (verzetsmensen, belgicisten) en 'zwarten' (collaborteurs).
Lodewijk Engels studeerde aan het college in Herentals, trad in 1917 in de norbertijnenabdij van Tongerlo en werd in 1925 in Averbode tot priester gewijd. In de abdij van Tongerlo werd Engels gastenpater, maar hij bracht ook een aantal jaren in Denemarken door. In 1931 stichtte hij de Mariale Dagen van Tongerlo, waar hij gedurende 25 jaar secretaris van bleef. Daarnaast nam hij de leiding van het Eerherstellend Priesterwerk Fatima op zich. Onder de schuilnaam van Marianus schreef hij talrijke werken op het gebied van de devotie. Hij publiceerde verder onder de schuilnaam X. Icks enkele schetsen over zijn catechese in een Antwerpse volksbuurt.
Tijdens de repressie Repressie
Lees meer periode bezocht Engels vele gevangenen, onder meer in de gevangenis van Sint-Gillis. Hij trachtte tegelijk de nood van hun gezinnen te lenigen. In 1948 richtte hij de Anti-Haat-Liga Anti-Haat-Liga
Lees meer op. “Witten” en “zwarten” werden aangespoord zich in een sfeer van vergiffenis en gebed tot Onze-Lieve-Vrouw te richten om de haat te overwinnen.
Literatuur
– De anti-haat-Pater is niet meer, in: ’t Pallieterke, 27 oktober 1960.
– In memoriam E.H. Isfried Engels, Norbertijn van Tongerlo, 1961.