Winkler, Johan
(Leeuwarden 12 september 1840 – Haarlem 11 maart 1916).
Was een medicus uit Friesland die zich vanaf 1866 toelegde op de Friese dialectstudie en de naamkunde. Winkler vestigde zich in 1875 te Haarlem. Hij was auteur van Algemeen Nederduitsch en Friesch dialecticon (1874) en Oud Nederland (1888). Vanuit zijn waardering voor de Nederlandse streektalen maakte hij kennis met het West-Vlaams en via Adolf Duclos en Rond den Heerd met Guido Gezelle (uitvoerige correspondentie vanaf 1881). Niet alleen Gezelle betoonde in de jaren 1880 interesse voor de verhouding van het Vlaams en het Fries (cf. 'Van de Friesche tale', in Loquela, november 1882), maar ook zijn jonge collega Juliaan Claerhout, die vooral in de wooncultuur naar de verwantschap zocht tussen het Vlaamse en het Friese volk. In 1887 werd Winkler verkozen tot buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde.
Literatuur
C. Gezelle, 'Guido Gezelle en Johan Winkler', in Biekorf, jg. 35 (1929), p. 2-7, 41-53, 97- 113;
J. Persyn, Juliaan Claerhout 1859-1929. Gemiste kans of menselijk tekort?, 1975;
H. de Bos, 'De Friese nieuwjaarswens van Guido Gezelle', in Gezellekroniek, jg. 12 (1977-1978), p. 151-164.
