Waternaux, Karel (eigenlijk Albert Ch.F.)

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

(Schaerbeek 21 november 1887 – Bonheiden 2 februari 1962).

Genoot een economische opleiding, werd kantoorbediende en sloot zich vóór 1914 aan bij de Groeningerwacht van Merksem waar Waternaux in nauw contact kwam met August Borms met wie hij tot diens overlijden bevriend bleef. Hij trad in 1915 toe tot het activisme, werkte mee aan het Antwerpse dagblad Het Vlaamsche Nieuws en richtte in 1916 te Merksem een Vlaamsch Economisch Secretariaat op. In 1917 werd hij lid van de Raad van Vlaanderen en evolueerde in de richting van Jong-Vlaanderen. Hij kreeg zitting in het bureau van de Raad en werkte mee aan de organsiatie van de volksraadpleging in het voorjaar van 1918. In november 1918 week hij uit naar Nederland en vond werk als administrateur bij de scheepswerf Wilton (later Wilton-Feyenoord) te Rotterdam. De Belgische regering veroordeelde hem bij verstek tot levenslang. In Rotterdam onderhield hij betrekkingen met uitgeweken Vlaamse vrienden als Eugène Everaerts, Telesphorus Vernieuwe en Willem de Vreese en had hij via Eugène van Wessem contact met Arnold Meijers Zwart Front.

Hij steunde het werk van de zogenaamde derde Raad van Vlaanderen (1931) en publiceerde in de Tijdingen van den Raad van Vlaanderen. Op 7 september 1936 richtte hij met anderen de Stichting Noord-Nederland-Vlaanderen op, die vooral op cultureel gebied werkzaam zou zijn. Tegelijk werkte hij voor Volk en Staat en leidde hij het Vlaamsch Secretariaat voor Noord-Nederland, aanvankelijk verbonden met de derde Raad van Vlaanderen, maar vanaf 1933 een organisatie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). Waternaux werd de VNV-vertegenwoordiger in Nederland. Een functie die op 21 januari 1941 officieel bevestigd werd door Staf de Clercq. Waternaux werd gouwleider voor Nederland.

Zijn activiteiten in de Stichting Noord-Nederland-Vlaanderen waren niet gering. Hij wist de Stichting tot een landelijke organisatie uit te bouwen met afdelingsbesturen in verschillende grote steden in het Noorden. De Stichting had een eigen blad, Dietsche Tijdingen. In mei 1940 speelde hij een rol bij de vorming van De Groot-Nederlandsche Actie, vanwaaruit naar een hereniging van de Nederlanden gestreefd werd. In deze organisatie en in de Stichting waren intussen nogal wat leden van de Nederlandse Nationaal-Socialistische Beweging en van Zwart Front/Nationaal Front geïnfiltreerd. Waternaux is van geen van beide politieke groepen lid geweest. Zijn keuze voor het VNV maakt echter duidelijk dat hij de beginselen van fascisme en nationaal-socialisme niet ongenegen is geweest. Het was voor Waternaux duidelijk dat het te vormen Groot-Nederland volledig in de Nieuwe Orde diende te kaderen. De Duitsers verboden echter elke Groot-Nederlandse activiteit, zodat Stichting en Groot-Nederlandsche Actie in juli 1941 op last van de bezetter opgeheven werden.

Zijn taak als gouwleider (geen omvangrijke taak) en zijn werk als correspondent van Volk en Staat bleef Waternaux uitoefenen. In september 1944 week hij met zijn familie uit naar Duitsland. In mei 1945 keerde hij terug naar België, waar hij in augustus 1945 gearresteerd werd. Er volgde een veroordeling tot vijftien jaar hechtenis, maar in december 1950 volgde vrijlating.

Na zijn vrijlating richtte hij in 1951 te Antwerpen een accountantskantoor op.

Hij was verder actief in de Hansa-Kring, de Algemeen Nederlands-Suid-Afrikaans-Vlaamse Vereniging en de Benelux-Zuid-Afrikaanse Zakenkring (Zuid-Afrika). In politiek opzicht koos hij voor de Volksunie.

Literatuur

A.L. Faingnaert, Verraad of zelfverdediging?, 1933; 
L. Buning, 'Karel Waternaux, de Stichting Noord-Nederland-Vlaanderen en de Grootnederlandse Actie van 1940', in WT, jg. 37, nr. 1 (1978), kol. 11-39; 
id., 'Karel Waternaux', in NBW, VIII, 1979.

Auteur(s)

Hendrik D. Mommaerts; Pieter van Hees