Vrouwenbeweging voor Amnestie (VBA)

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

vereniging opgericht op 9 oktober 1953 met de bedoeling hulp te verstrekken aan (al dan niet vermeende) collaborateurs in gevangenschap en hun gezinnen.

De VBA ontstond na de Tweede Wereldoorlog in de marge van de Vlaamse Concentratie en werd gesteund door onder meer Hendrik Tanrez en Piet van Rossem (sr.). Tal van mannelijke collaborateurs hadden hun burgerrechten verloren en konden bijgevolg moeilijk georganiseerde hulp op het getouw zetten. De meeste vrouwen konden zich vrijer bewegen en het was dan ook Piet van Rossem (jr.)'s vrouw, Gerda Haighton, die de leiding over de VBA kreeg. De VBA gaf op onregelmatige tijdstippen het tijdschrift De Vlaamse Vrouw uit.

De vereniging bood in eerste instantie materiële en morele steun aan diegenen die door de repressie gestraft waren. Zodra de meeste financiële noden waren gelenigd, concentreerde de VBA zich meer en meer op de strijd voor amnestie. Hierdoor begaf de organisatie zich op het terrein van de politiek, wat leidde tot verdeeldheid onder de leden. Haighton wilde de VBA buiten de politiek houden, maar haar opvolgster mevrouw Van de Leest zocht vanaf 1955-1956 aansluiting bij de Volksunie (VU). Rond 1958 ontstond naast de oorspronkelijke een 'tweede', apolitieke VBA onder leiding van oud-voorzitster Haighton. De eerste VBA distantieerde zich van de op 5 april 1957 opgerichte Volksunie-Vrouwenafdelingen (VUVA), al waren verschillende vrouwen bij beide organisaties betrokken en waren ze op hetzelfde terrein actief. Rond 1958/1959 vielen zowel de activiteiten van de VBA als van de VUVA zogoed als stil en sloten de meeste vrouwen zich aan bij de VU.

Literatuur

H. de Bleecker-Ingelaere, Vrouwenbeweging voor Amnestie te Antwerpen. 1953-1959, 1991.

Auteur(s)

Nele Bracke