Vlerick, baron André

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

(Kortrijk 11 september 1919 – Beernem 3 december 1990). Schoonzoon van Gustaaf Sap.

Studeerde vanaf 1937 aan de Katholieke Universiteit Leuven en behaalde er een baccalaureaat in de thomistische wijsbegeerte (1941), een doctoraat in de rechten (1942) en een licentie in de staats- en sociale huishoudkunde (1943). Na een assistentschap bij Gaston Eyskens (1943-1945) en een jaar studie economie aan de Cambridge University, werd Vlerick in 1948 adviseur en in 1949 directeur-generaal van het Belgisch Bestuur voor Economische Samenwerking, opgericht in het kader van het Marshallplan voor België. In 1953 werd hij docent (vanaf 1957 gewoon hoogleraar) in de bedrijfseconomie aan de Rijksuniversiteit Gent. Hij stichtte er een Seminarie voor productiviteitsstudie en -onderzoek, dat uitgroeide tot de vermaarde Vlerick-School die duizenden economisten, bedrijfsleiders en ondernemers ging vormen.

Op het Paascongres der Vlaamse jongeren in 1948 veroorzaakte Vlerick met onder meer Robert Gits heftige polemieken door als jonge CVP'er te pleiten voor het breken met bepaalde vooroorlogse ideeën binnen de V.B. zoals het anti-belgicisme en extreme Vlaams-nationalisme.

In 1952 was Vlerick beheerder van de Economische Raad voor Vlaanderen, en vanaf 1957 ook van het Vlaams Economisch Verbond (VEV). In 1955 zat hij het Vlaams Wetenschappelijk Economisch Congres voor. Hij was minister-staatssecretaris voor Vlaams streekbeleid (1968-1971), en in die hoedanigheid betrokken bij het wetsontwerp betreffende de Organisatie van de Planning en de Economische Decentralisatie dat later aanleiding gaf tot de oprichting van de Gewestelijke Economische Raad voor Vlaanderen. Hij bracht belangrijke multinationals ertoe in Vlaanderen te investeren en plaatste de Vlaamse streekontwikkeling in een Europees perspectief. In 1971 werd hij senator voor de Christelijke Volkspartij (CVP), waarna hij minister van financiën (1972-1973) werd. Als dusdanig verzette hij zich tegen een begrotingspolitiek die, ten gevolge van de paritaire verdeling van de rijkskredieten, in het nadeel van de Vlaamse meerderheid dreigde uit te lopen. Ook nam hij het initiatief tot het Koninklijk Besluit dat taalkaders moest invoeren bij de ASLK (januari 1973), maar dat na Franstalig protest door de Raad van State werd vernietigd. Na de val van de tweede regering-Gaston Eyskens-André Cools was hij nog senator (1973-1974) en gecoöpteerd senator (maart 1974-1977). Van 1980 tot 1989 volgde hij Eyskens op als voorzitter van de raad van beheer van de Kredietbank.

Vlerick koesterde een bijzondere sympathie voor Zuid-Afrika, wat zich concreet uitte in het feit dat hij samen met Wim Jorissen en Camiel de Vleeschauwer stichter (en later ook erevoorzitter) was van het Vlaamse Cultuurhuis Johannesburg en in 1977 medestichter en eerste voorzitter (tot zijn dood) van Protea.

Werken

'Waarheen met de Vlaamse Economische Wetenschap', in Handelingen van het 2e Vlaams Wetenschappelijk Economisch Congres, november 1955; 
De Economische Expansie der Vlaanderen, 1956; 
'Technisch Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek in Vlaanderen', in VEV-berichten (30 juni 1957); 
'Het Vlaams Bedrijfsleven tegenover de Euromarkt', in VEV- berichten (15 juni 1958); 
'Economische Expansie en Regionaal Evenwicht', in VEV-berichten (15 juni 1960).

Literatuur

H. Ooghe, Management en economische vooruitgang. Wetenschappelijke bijdragen aangeboden Prof. Dr. A.J. Vlerick, en Verslag van de academische zitting gehouden te Gent op 27 september 1973 (Bibliotheek voor wetenschappelijk bedrijfsbeheer, nr. 6, 1975); 
H. Gaus (ed.), Politiek Biografisch Lexicon, 1989; 
C. Vlerick, Voor eeuwig!, 1993; 
A. van de Voorde, André Vlerick, een minister-manager. Een politieke biografie: van Vlaamse streekeconomie tot financiën, 1996.

Verwijzingen

zie: federalisme.

Auteur(s)

Manu Ruys; Nico Wouters