Vlaamsch Nationale Landdagen

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

jaarlijkse bijeenkomsten van het partijpolitieke Vlaams-nationalisme (1920-1939).

Reeds in de 19de eeuw bestond in de V.B. een Landdagbeweging. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd op 4 februari 1917 een Vlaamsche Landdag georganiseerd waarop de activistische Raad van Vlaanderen werd gesticht (activisme).

De eerste Vlaams-nationale landdag werd in 1920 georganiseerd te Kester (Pajottenland) door Staf de Clercq, een van de eerste verkozenen van de Frontpartij. Het initiatief werd jaarlijks herhaald. Het waren bonte, kermisachtige bijeenkomsten in de open lucht met als hoofdbrok verscheidene redevoeringen van Vlaams-nationalistische tenoren. Toen de Frontpartij van 1925 af begon te verbrokkelen in regionale partijtjes, waren de landdagen een bindteken. Organisator De Clercq bouwde er zijn imago van verzoener mee op. Toen in 1933 de landdag geen doorgang vond was dit een teken van de diepe malaise waarin het partijpolitieke Vlaams-nationalisme verkeerde, onder meer als gevolg van de stichting van het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso) dat van 1932 af zijn eigen landdagen organiseerde. Toen De Clercq in oktober leider werd van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) werden de landdagen jaarlijkse bijenkomsten van het VNV.

De landdag van 1934 verliep nog in de stijl van vroeger. De landdag van 1935 was de eerste officiële landdag van het VNV. De stijl veranderde in een martiale bijeenkomst, typisch voor de politieke vormentaal van de jaren 1930. De symboliek, de regie en de retoriek van de VNV-landdagen stonden in het teken van een partij die onder het motto één volk (het Groot-Nederlandse), één rijk (Dietsland), één partij (het VNV als staatsdragende macht) naar de nieuw geordende autoritaire Dietsche Volksstaat marcheerde. De prominente aanwezigheid van de geüniformeerde leden van de Werfbrigade die als 'politieke soldaten' werden bestempeld had een ideologische betekenis. Hoogtepunt van de landdag was de redevoering van de 'Leider'. De Clercqs redes waren steeds zorvuldig voorbereid en waren er steeds op gericht de evenwichten in zijn partij te bewaren. Meestal baseerde hij zich op een basistekst van Hendrik Elias, het boegbeeld van de gematigd federalistischgezinde vleugel van het VNV, die evenwel zo werd gewijzigd dat de radicale Dietsgezinde vleugel niet werd gebruuskeerd. De Clercqs landdagredes waren het voorwerp van politieke analyse binnen en buiten het VNV. De VNV-landdagen vervulden ook meer dan vroeger de rol om het imago van de partij naar buiten te dragen. Daarom werden ze van 1937 af georganiseerd in Gent en gingen ze gepaard met een optocht en allerlei nevenmanifestaties. Politieke tegenstanders probeerden tevergeefs wat zij als een bijeenkomst van de fascistische 'vijfde colonne' beschouwden te laten verbieden. In 1939 voerde de socialistische krant Vooruit systematisch campagne en kreeg daarbij de steun van een hoofdzakelijk uit academici van de Gentse Universiteit bestaand Waakzaamheidscomité van anti-fascistische intellectuelen. De VNV-pers telde steeds meer aanwezigen. In 1939 waren dat er 25.000, een cijfer dat minstens met de helft moet worden verminderd.

Tijdens de bezetting grepen de landdagen om veiligheidsredenen niet plaats. Met het verdwijnen van het VNV in 1945 verdween ook de jaarlijkse landdagtraditie. De naoorlogse Vlaams- nationalistische partijen congresseerden zoals de andere partijen. In Brabant knoopte Daniël Deconinck met zijn Vlaams-federale landdagen in Sint-Kwintens-Lennik en Wemmel (1959-1963) wel nog even aan bij de traditie. Van 1973 tot 1975 organiseerde de rechtervleugel nog 'landdagen' in Schepdaal, Borgerhout en Gent, maar deze grepen niet meer in de open lucht plaats.

Werken

Kester 1934-1935, Dietschland Hou-Zee, 1935.

Literatuur

H.J. Elias, 25 jaar Vlaamse Beweging 1914-1939, III-IV, 1969; 
B. de Wever, Greep naar de macht. Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933- 1945, 1994.

Verwijzingen

zie: Staf de Clercq, Vlaamsch Nationaal Verbond.

Auteur(s)

Bruno de Wever