Vlaams Jeugdkomitee
gesticht in 1957 om de Vlaamse actie van de katholieke en nationalistische jeugdbewegingen en jongerenorganisaties te bundelen.
Uit de Jeugdraad voor Vlaamse Aktie ontstond in 1957 naast het Jeugdkomitee voor de IJzerbedevaart, dat onder het opeenvolgende voorzitterschap van Rik de Ghein, Michel Huveners en Fons Roeck de deelname van de jeugd aan de IJzerbedevaart coördineerde, ook het Vlaams Jeugdkomitee voor de wereldtentoonstelling. Het comité ijverde voor de toepassing van de taalwetten op de wereldtentoonstelling en in het Commissariaat-Generaal, voor de organisatie van een Vlaamse dag en voor een volwaardige plaats van het Nederlands in de wereldtentoonstelling. Hiertoe organiseerde het een uitgebreide perscampagne en vroeg het een onderhoud aan met de belangrijkste verantwoordelijken. Leden waren onder andere: ABN-kernen, Algemeen Diets Jeugdverbond, Boerenjeugdbond, Jong Boerenfront, De Goedendag, Dietse Meisjesbond Ik Dien, Heel-Nederlandse Beweging, Hoogstudentenverbond voor Katholieke Actie-Leuven, Jong-Davidsfonds, Jongerenkomitee voor Zelfbestuur, Jeugdverbond voor Katholieke Actie-Antwerpen, Katholieke Arbeidersjeugd (KAJ), Katholieke Studentenactie (KSA), Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV), Kempische Rodenbachbonden, Rodenbach- en Lutgartkring Leuven, Vlaams Katholieke Meisjesstudenten Gent en Leuven, Vlaams Katholiek Studentenkorps Roeselare, Vlaams Verbond van Katholieke Scouts (VVKS), Vrouwelijke Katholieke Studerende Jeugd (VKSJ), Zilvermeeuwtjes. Voorzitter was Wilfried Martens. Als ondervoorzitters fungeerden Staf Verrept (nationalisten), Piet van Couwenberghe (KAJ), Herman Parret (studenten), Rik de Ghein (KSA/IJzerbedevaart) en M. Fillet (VKSJ). Secretaris was Lei Vranken. Het secretariaat was gevestigd aan de Em. Bockstaellaan 130 te Brussel. De eis voor een Vlaamse dag op de wereldtentoonstelling werd uiteindelijk toegestaan (hij vond plaats op 6 juli 1958), maar het comité bleef verder ijveren voor een strikte toepassing van de taalwet en een taalevenwicht binnen de bestuursorganen van de wereldtentoonstelling.
Na de wereldtentoonstelling werd onder impuls van Martens gezocht naar een bestendiging van de actie. Het Vlaams Jeugdkomitee voor de wereldtentoonstelling en de Jeugdraad voor Vlaamse Aktie zouden worden vervangen door het Vlaams Jeugdkomitee, met een concreet actieprogramma. De inbreng van de katholieke jeugdbewegingen tot het initiatief was eerder klein. De actie van het comité richtte zich voornamelijk op Brussel en de taalgrens en de eis tot amnestie. Hierbij paste het comité zich in in de werking van andere actiegroepen. De actie rond een Vlaamse dag te Brussel, "Brussel taalgrens", de talentelling en de nationale betoging tegen gebiedsroof in 1961 werden gecoördineerd door het Vlaams Aktiekomitee voor Brussel en Taalgrens. De amnestiebetoging van 1959 werd georganiseerd door het Komitee voor Gemeenschappelijke Amnestie-aktie. Martens nam ontslag begin de jaren 1960, toen hij overstapte naar de Christelijke Volkspartij (CVP). Michel Huveners (Boerenjeugdbond) poogde de actie eind 1962 herop te nemen. Een voorstel om het Jeugdkomitee voor de IJzerbedevaart te verruimen tot Vlaams Jeugdkomitee ging uiteindelijk niet door. Het Vlaams Jeugdkomitee kende verder een sluimerend bestaan. Het laatste beschikbare document dateert van 1965.
Literatuur
L. Schokkaert, De Vlaamse problematiek en de naoorlogse jeugdbewegingen 1944-1960, KUL, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1984.