Vlaams Blok (VB)

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

politieke partij.

Ontstaan

Het VB ontstond naar aanleiding van de wetgevende verkiezingen van 1978. Het was eigenlijk een kartel van de Vlaams-Nationale Partij (VNP), onder leiding van Karel Dillen, en van de Vlaamse Volkspartij (VVP), onder leiding van voormalig Volksunie-senator Lode Claes.

Rechtstreekse oorzaak van de oprichting van beide partijen was het ongenoegen dat in radicale Vlaams-nationalistische kringen heerste omtrent de ondertekening van het Egmontpact en de Stuyvenbergakkoorden door de Volksunie (VU). De wortels van de tweedracht in het partijpolitieke Vlaams-nationalisme lagen echter veel dieper, en reikten zelfs tot de periode van voor en kort na de Tweede Wereldoorlog. Bij de oprichting van nieuwe partijpolitieke initiatieven in de jaren 1940 en 1950 werd door sommigen teruggegrepen naar de oude anti-parlementaire, autoritaire en solidaristische voorbeelden. De VU stelde zich van meet af aan op als een democratische en parlementaire politieke partij, hetgeen bij sommigen wrevel opriep. Toch bleven zij actief naast of in de marge van de partij, onder meer in de Vlaamse Militanten Orde (VMO) en in Were Di. Geleidelijk aan werd het partijprogramma van de VU uitgebreid met standpunten die minder schenen aan te sluiten bij het klassieke Vlaams-nationale gedachtegoed. De instroom in de VU van nieuwe ideeën en figuren in de jaren 1960 bracht een verdere minorisering met zich mee van bovengenoemde groepen en personen. Die bevonden zich vooral in en om de rechtervleugel van de partij. Zij predikten de terugkeer naar de bronnen van het Vlaams-nationalisme en verweten de partij dat zij er zich, vooral onder leiding van figuren als Hugo Schiltz en Maurits Coppieters, steeds verder van verwijderde. De bereidheid tot onderhandelen en tot het sluiten van compromissen over Vlaams-nationale thema's, en de deelname aan coalitiegesprekken en aan een Belgische regering, deed voor deze personen de deur dicht. Het Egmontpact en Stuyvenbergakkoorden waren dus slechts de aanleiding tot de breuk.

Uit contacten tussen leidende figuren uit beide partijen, VVP en VNP, onder meer op de Were Di Contactdag van 1978, groeide een kartelvorming voor de verkiezingen van dat jaar. Tot veler verbazing werd niet Claes verkozen, maar wel de Antwerpenaar Dillen. Mede onder impuls van Were Di werden gesprekken gevoerd tussen de VNP en de radicale nationalisten uit de VVP. Hieruit ontstond in 1979 het VB als politieke partij, onder de onbetwiste leiding van Dillen. Op 28 mei 1979 werd de fusie een feit.

Deelname aan de wetgevende verkiezingen

Het VB nam, als kartel van VVP en VNP, voor het eerst deel aan wetgevende verkiezingen op 17 december 1978. Het behaalde 76.051 stemmen voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers, en stuurde daarmee Dillen naar het parlement.

Op 8 november 1981 verloor de partij ruim vierduizend stemmen en viel terug op 66.424 stemmen voor de Kamer. Dillen werd niettemin herkozen. Voor de Senaat werden 71.733 stemmen behaald, maar geen enkele verkozene.

Ook bij de wetgevende verkiezingen van 1985 bleef het VB op één Kamerzetel steken, ondanks een vooruitgang tot 85.391 stemmen voor de Kamer en 90.120 stemmen voor de Senaat. Daarmee begon Dillen aan een derde termijn als volksvertegenwoordiger.

Bij de parlementsverkiezingen van 13 december 1987 scoorde de partij lichtjes beter, hetgeen de parlementaire vertegenwoordiging op drie bracht. Gerolf Annemans en Filip Dewinter werden dankzij 116.534 stemmen voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers verkozen. Dillen kwam in de Senaat met de steun van 122.953 VB-kiezers.

De wetgevende verkiezingen van 24 november 1991 brachten een belangrijke doorbraak voor de partij met zich mee. Voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers kleurden 405.281 kiezers de bolletjes op de Vlaams Blok-lijst, goed voor 12 volksvertegenwoordigers: Annemans, Xavier Buisseret, Jan Caubergs, Filip de Man, Dewinter, Marijke Dillen, John Spinnewyn, Francis van den Eynde, Joris van Hauthem, Luk van Nieuwenhuysen, Karim van Overmeire en Frans Wymeersch. De 414.76 stemmen voor de Senaat leverden eveneens een verzesvoudiging van de VB-aanwezigheid in de hoge vergadering op: Roger Bosman, Door Buelens, Walter Peeters, Roeland Raes, Roeland van Walleghem en Wim Verreycken.

Bij de wetgevende verkiezingen van 1995 slaagde de partij erin haar stemmenaantal nog op te drijven. In de Kamer namen elf VB-leden plaats, die 475.677 stemmen vertegenwoordigden. Het waren Annemans, Buisseret, Alexandra Colen, Ignace Lowie, Spinnewyn, De Man, Bart Laeremans, Jean Geraerts, Van den Eynde, Jaak van den Broeck en Joris Huysentruyt. De Senaat verwelkomde vijf leden van het VB: Verreycken, Raes, Jurgen Ceder, Buelens en Van Hauthem. De grootste fractie was die van de Vlaamse Raad, waar 465.259 kiezers zeventien VB-leden naartoe stuurden. Het waren Dewinter, Marijke Dillen, Emiel Verrijken, Jan Penris, Van Nieuwenhuysen, Pieter Huybrechts, Frank Creyelman, Van Hauthem, Felix Strackx, Caubergs, Wilfried Aers, Wymeersch, Van Overmeire, Herman de Reuse, Christian Veroughstraete, Van Walleghem en Dominiek Lootens-Stael. De laatste twee zetelden tevens in de Brusselse Hoofdstedelijke Raad.

Het VB diende ook lijsten in voor de provincieraden. Dit leverde twee provincieraadsleden op in 1985, vier in 1987, zesendertig in 1991 en vierendertig in 1994. De grootste successen werden behaald in de provincie Antwerpen.

Deelname aan de gemeenteraadsverkiezingen

Op het gemeentelijke niveau diende het VB voor het eerst lijsten in bij de verkiezingen van 10 oktober 1982. Dit gebeurde slechts in achtentwintig gemeenten, en dan nog vaak met onvolledige lijsten, maar het programma had wel een nationale dimensie en verspreiding. De inspanningen werden evenwel geconcentreerd op Antwerpen. Alleen daar slaagde de partij erin kiezers te mobiliseren. 16.528 stemmen brachten twee verkozenen in de gemeenteraad.

De gemeenteraadsverkiezingen van 9 oktober 1988 zagen een verdubbeling van de VB-lijsten: in zesenvijftig gemeenten kwamen kandidaten van de partij op. Dit leverde haar drieëntwintig mandaten op, waarvan liefst tien in de Antwerpse gemeenteraad. Vooral in de arrondissementen Antwerpen en Mechelen, in het Waasland en in Gent kende de partij succes.

Op 9 oktober 1994 brak de partij in heel Vlaanderen door op gemeentelijk vlak. In honderd eenenveertig gemeenten dongen ruim veertienhonderd Vlaams Blok-kandidaten naar de gunst van de kiezer. De partij vernegenvoudigde haar aanwezigheid in de gemeenteraden, en bracht ze op tweehonderd en vier mandatarissen. Daarnaast zetelden ook nog enkele tientallen OCMW-raadsleden.

Deelname aan de Europese verkiezingen

Bij de eerste Europese verkiezingen, op 10 juni 1979, achtte het VB de tijd nog niet rijp om deel te nemen. De VVP deed daarom onder haar eigen naam mee, maar behaalde een teleurstellend resultaat. Het was de laatste maal dat deze partij opkwam.

Het VB kwam vijf jaar later, op 17 juni 1984, wel onder de eigen naam op. Het behaalde evenwel niet voldoende stemmen om een verkozene te kunnen vieren.

Op 18 juni 1989 was dat succes er dan toch: Karel Dillen werd het eerste VB-europarlementslid. Vijf jaar later kreeg hij in Straatsburg het gezelschap van een tweede verkozene, Frank Vanhecke. De VB-verkozenen zetelden er in de Europese Rechtse Fractie, met onder meer het Franse Front National. Wederzijds werden overigens regelmatig bezoeken afgelegd. Het VB onderhield verder goede contacten met andere uiterst rechtse partijen in Europa, en trachtte in Nederland zonder succes de versnipperde extreem-rechtse krachten te bundelen.

Evolutie van de partij

Het VB is ontstaan uit een samengaan van ontevredenen van buiten de VU, en van VU-dissidenten. Het radicale Vlaams-nationalisme is ongetwijfeld een van de elementen waardoor dezen elkaar vonden. Zij kwamen voort uit de basis van de VU, maar ook uit radicale militanten- en actiegroepen als Voorpost en VMO, een intellectueel gerichte vereniging als Were Di, jongerengroeperingen als het Vlaams Nationaal Jeugdverbond (VNJ) en de Nationalistische Studentenvereniging (NSV), en verenigingen van voormalige collaborateurs als Broederband en Hertog Jan van Brabant. In verscheidene van deze organisaties bestond een sterke belangstelling en sympathie voor onder meer Nieuw-Rechtse denkbeelden, waarbij de ideeën van Alain de Benoist door Raes, Dewinter, Vanhecke en anderen worden gepropageerd. De Nieuw-Rechtse ideeën in de partij sloten aan bij de reeds uit de jaren 1930 en 1950 stammende autoritaire en anti-egalitaire gedachten die, onder meer, in Were Di verkondigd werden. Het Vlaams-nationalisme van deze kringen werd aldus een onderdeel en een uiting van een ruimere filosofische stroming, die een complete hervorming van de maatschappij nastreefde.

De partij bleef zich consequent een rechtse, nationalistische partij noemen. Zij nam van bij de aanvang de onafhankelijkheid van Vlaanderen in het partijprogramma op, en een terugkeer van de Vlaamse gebieden die aan Wallonië verloren zouden zijn gegaan. Brussel diende de hoofdstad van Vlaanderen te blijven. Vlaanderen moest deel uitmaken van het Europa der volkeren. Een van de klassieke eisen van het Vlaams-nationalisme, namelijk amnestie, werd ook in het programma van de partij opgenomen. In 1980, 1981, 1986 en 1990 werden congressen aan de Vlaams-nationale problematiek gewijd.

Het VB verzette zich heftig tegen de opeenvolgende staatshervormingen van de jaren 1980 en 1990, en verweet de Vlaamse partijen, en vooral de VU, dat hierbij te veel toegevingen werden gedaan ten nadele van Vlaanderen.

De partij bleef al die tijd wel goede relaties onderhouden met de radicale Vlaams-nationalisten. Organisaties als Were Di en VMO genoten haar bescherming. Deze opstelling uitte zich verder in haar verzet tegen de door haar als te gematigd en al te zeer door VU en Christelijke Volkspartij (CVP) beïnvloed ervaren politiek van het IJzerbedevaartcomité. Op de IJzerbedevaart van 1996 kwam het tot incidenten, waarbij het VB betrokken bleek. parlementslid Caubergs en enkele anderen namen daarop ontslag uit de partij.

Een van de belangrijkste pijlers van het programma van het VB, was van bij de aanvang de vreemdelingenproblematiek. In februari 1978 verscheen in De Vlaams-nationalist, het toenmalige partijblad van de VNP, een eerste artikel tegen de gastarbeiders. Op een kaderdag in september 1980 werd het antivreemdelingenthema als een van de centrale strijdpunten van de partij aangenomen. In datzelfde jaar werd in de Grondbeginselen van de partij een eerste paragraaf in die zin opgenomen. Ook op het tweede ideologische congres van de partij, in maart 1981, dat handelde over Brussel, werd tegen de aanwezigheid van de vreemdelingen in Brussel, en in België in het algemeen, gefulmineerd. In 1984 werd een volledig congres aan dit onderwerp gewijd. In verscheidene publicaties, in propaganda en slogans – "Eigen volk eerst" – bleef het vreemdelingenthema een constante in het programma van het Vlaams Blok. Regelmatig klonken evenwel verwijten dat de partij zich te veel op dit thema profileerde. Een belangrijk deel van het kiespubliek zou omwille van het partijstandpunt hieromtrent voor het VB gekozen hebben.

Vaak werd het migrantenthema verbonden met de bestrijding van criminaliteit, van drugs, van profitariaat en van werkloosheid. Deze thema's werden dikwijls gezien als in elkaars verlengde liggend. Deze zienswijze werd dan ook flink benut in de propaganda van de partij. In 1993 werd een congres gewijd aan "Criminaliteit: harde aanpak".

De partij wierp zich verder op als de behoedster van het klassieke gezin. Hierbij werd een conservatieve visie op de rol van man en vrouw voorgestaan. De partij toonde zich een heftig tegenstandster van de legalisering van de mogelijkheid tot zwangerschapsafbreking. De homobeweging werd sterk bestreden. In 1991 besteedde het VB een congres aan de thematiek van "De gezinspartij".

Op sociaal-economisch gebied profileerde de partij zich met een solidaristisch programma met de volksverbondenheid als samenlevingsbasis. Vooral vanaf het einde van de jaren 1980 besteedde de partij aandacht aan sociale politiek en kansarmoede. Anderzijds bestreed ze de klassieke arbeidsverhoudingen en vooral de vertegenwoordiging van de werknemers. Een en ander kwam onder meer aan bod in de congressen van 1982, rondom "Solidarisme en gemeentepolitiek", en van 1993, over "Arm Vlaanderen". Het bleef intussen wel zo dat de partij over een duidelijke aanhang beschikte in kansarme en sociaal-economisch lager gekwalificeerde milieus. Maar tegelijk slaagde de partij er in 1987 in resten van de ter ziele gegane anti-belastingpartij Respect voor Arbeid en Democratie (RAD) op te nemen.

In hun buitenparlementaire actie traden parlementsleden en militanten van het Vlaams Blok niet zelden agressief en provocerend op. Zo trachtte de partij symbolen van andere bewegingen, zoals priester Adolf Daens en 1 mei, naar eigen inzichten te vertalen en uit te dragen. Met gewelddadig gedrag tegenover andersdenkende nationalisten, homo- en migrantengroepen kwamen VB-parlementsleden en militanten meer dan eens in het nieuws.

Vooral vanaf 1988 werden de partijstructuren verder uitgebouwd. In vele gemeenten werden afdelingen gesticht. De mandatarissen werden vanaf oktober 1988 bijeengebracht in de Vereniging van Vlaams Blok Mandatarissen (VVBM). De Nationalistische Omroepstichting (NOS) verzorgde de radio- en televisie-uitzendingen van het VB; de eerste televisie-uitzending kwam er reeds in maart 1983. De Vlaamse Concentratie en het Frank Goovaerts Fonds zorgden voor de financiële en materiële ondersteuning van de partij. Op 7 februari 1987 werd de nationale jongerenorganisatie Vlaams Blok Jongeren (VBJ) opgericht. Sinds 1981 was wel reeds de vereniging Jongeren Aktief in Antwerpen aan het werk, vooral met propaganda voor de partij. Nadien groeide hieruit de Dienst Propaganda.

Verscheidene groots opgezette ledencampagnes werden ingericht, onder meer in 1990, in 1992 en in 1993. Toch bleef het aantal partijleden eerder beperkt. In 1992 overschreed men de kaap van zevenduizend leden.

Karel Dillen bleef voorzitter tot in 1996. Toen werd hij opgevolgd door Frank Vanhecke. Hiermee werd een mogelijke confrontatie vermeden tussen eerder nationalistisch gerichte partijleden en veeleer Nieuw-Rechts georiënteerden. De partijlijn onderging evenwel nauwelijks wijzigingen.

De partijwerking werd ondersteund door verschillende tijdschriften. De Vlaams-Nationalist werd opgevolgd door het maandblad Vlaams Blok. Verder werden de kaderleden bereikt met het tweemaandelijkse Kaderblad, ontvingen de mandatarissen de eveneens tweemaandelijkse VVBM-Nieuwsbrief, en vonden de jongeren hun gading in de tweemaandelijkse VBJ-Nieuwsbrief.

Meermaals werd geprobeerd het VB uit de besluitvorming te weren. Sommige partijen en drukkingsgroepen opteerden voor de vorming van een zogenaamd cordon sanitaire, waarbij alle contacten met de partij gemeden werden. Dit is evenwel nooit echt gelukt, zowel omwille van interne tegenstellingen bij de initiatiefnemers, als omwille van evidente politieke, institutionele en democratische regels.

Werken

D. van de Wal, Dossier gastarbeid, 1980; 
id., Dossier Komen, 1982; 
E. de Lobel, Nationalistische bedenkingen bij het VSO, 1985; 
id., Vrede en Veiligheid, 1985; 
J. Peeters, Vlaanderens onafhankelijkheid: nu doordrijven, 1986; 
K. Dillen, Wij, marginalen, 1987; 
F. Dewinter, Zwartboek 'progressieve leraars', 1989; 
id., Eigen volk eerst: Antwoord op het vreemdelingenprobleem, 1989; 
W. Smout, Van crisis en werkloosheid naar volledige werkgelegenheid in een organisch-solidaristische staat, 1989; 
Grondbeginselen: Manifest van het rechtse Vlaams-nationalisme, 1990; 
Zeggen wat u denkt, 1990; 
F. de Man en F. Dewinter, Dossier vreemdelingen, deel 2: Politieke vluchtelingen, 1991; 
F. Dewinter, Weg met ons? Antwoord aan Paula D'Hondt, 1991; 
10 vooroordelen tegen het Vlaams Blok, 1992; 
K. Dillen, Vlaams Blok: partij van en voor de toekomst, 1992; 
W. Verreycken, Voeren is gen pasmunt, 1992; 
F. Dewinter en K. van Overmeire, Eén tegen allen, opkomst van het Vlaams Blok, 1993; 
W. Verreycken, Amnestie, 1993; 
id., Republikeins pamflet, 1994.

Literatuur

S. Derieuw, 'Analyse van het 70-puntenprogramma van het Vlaams Blok', in Nieuw Tijdschrift voor Politiek, nr. 5-6 (1992), p. 81-114; 
P. Verlinden, 'Morfologie van de uiterst-rechtse groeperingen in België', in Res Publica, nr. 2-3 (1981), p. 373-407; 
H. de Witte, 'Schijn bedriegt. Over de betekenis en de strategie van het Vlaams Blok', in De Gids op maatschappelijk gebied, jg. 85, nr. 3 (1985), p. 243-268; 
J. Anthierens (e.a.), De Vlaamssche Kronijken, 1987; 
F. van Eycken en S. Schoeters, Het Vlaams Blok marcheert, 1988; 
H. Gijsels en J. vander Velpen, Het Vlaams Blok 1938-1988. Het verdriet van Vlaanderen, 1989; 
P. Piryns (e.a.), Zwarte zondag. Beschouwingen over de democratie in België, 1992; 
H. de Witte, 'Racisten of apathici? Een empirische analyse van de politieke en maatschappelijke opvattingen van kiezers van het Vlaams Blok in 1989 en van de motivering van hun stemgedrag', in E. Deslé en A. Martens (ed.), Gezichten van hedendaags racisme, 1992; 
H. Gijsels, Het Vlaams Blok, 1992; 
S. Govaert, 'Le Vlaams Blok et ses dissidences', in Courrier Hebdomadaire du CRISP, nr. 1365 (1992); 
L. Huyse (e.a.), 24 november 1991: de betekenis van een verkiezingsuitslag, 1992; 
In het Blok, 1992; 
F. Seberechts, 'De Vlaams-nationale partijen in de gemeenteraadsverkiezingen na de Tweede Wereldoorlog', in De Gemeenteraadsverkiezingen en hun impact op de Belgische politiek (1890-1970). 16de Internationaal Colloquium van het Gemeentekrediet, Spa, 2-4 september 1992. Handelingen, 1992, p. 275-292; 
R. van Doorslaer (e.a.), Herfsttij van de 20ste eeuw: Extreem-rechts in Vlaanderen 1920-1990, 1992; 
P.-J. Verstraete, Karel Dillen: Portret van een rebel, 1992; 
H. Gijsels, Open je ogen voor het Vlaams Blok ze sluit, 1994; 
B. van Boghout, Geschiedenis van Were Di. Dietsland-Europa, 1995; 
M. Spruyt, Grove Borstels. Stel dat het Vlaams Blok morgen zijn programma realiseert, hoe zou Vlaanderen er dan uitzien?, 1995; 
P. Goossens, 'Het Blok wil rocken', in Knack (14 juni 1995), p. 24-31; 
M. Spruyt, 'Operatie liquidatie. Sex en drugs en Rock'n'Roll: het Vlaams Blok heeft grote plannen', in Humo (13 juli 1995), p. 32-37.

Verwijzingen

zie: immigratie, Vlaams-nationalistische partijen.

Auteur(s)

Frank Seberechts