Veldbloem, De

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

Vlaamse vrijzinnige volksmaatschappij, Brusselse vereniging gesticht op 1 augustus 1852 door Michiel van der Voort.

De vereniging wilde de intellectuele ontwikkeling van de arbeidersklasse bevorderen. Aanvankelijk lag het accent op het zuiver letterkundige aspect en organiseerde De Veldbloem onder andere avondonderwijs. In het verlengde hiervan steunde de maatschappij in 1854 een petitie van het Vlaemsch Midden-Comiteit, waarin een gedeeltelijke vernederlandsing van het landbouwkundig onderwijs werd geëist. Verder had De Veldbloem nauwe banden met de in 1858 opgerichte progressief- liberale en Vlaamsgezinde vereniging Vlamingen Vooruit. Na de mislukking van het Vlaamsch Verbond en de opheffing van Vlamingen Vooruit in 1862 organiseerde De Veldbloem tot 1869 alleen nog avondlessen.

In 1869 werd de maatschappij nieuw leven ingeblazen, toen Julius Hoste (sr.) en Xavier Havermans de vereniging een politiek doel gaven. De Veldbloem bleef volksonderwijs verstrekken en hanteerde traditionele actiemiddelen zoals verzoekschriften ten voordele van de vernederlandsing van het rechtswezen (gerecht), het onderwijs, het bestuur en het Brussels toneelwezen. Nieuw was dat nu ook aan politieke bijeenkomsten werd deelgenomen, zoals die van de Antwerpse Nederduitsche Bond. Alle strekkingen van het toenmalig Brussels democratische flamingantisme kwamen in De Veldbloem aan bod, zoals onder meer blijkt uit de samenstelling van het bestuur. Zo trof men er de leden aan van de antiklerikaal georiënteerde groep, waarvoor vooral Hoste representatief was, maar ook een groep die tegenover de politieke partijen een neutraal standpunt innam, zoals voorzitter Havermans, en andere redacteurs van het weekblad De Kerels als J. Scherpenseel, F. van den Dungen en F. Luyten. Hoste zou slechts tot 1870 bestuurslid blijven.

Bij de parlementsverkiezingen van juli 1870 achtte De Veldbloem zich onvoldoende georganiseerd om openlijk aan de verkiezingsstrijd deel te nemen, maar het streefde toch naar eenheid onder de Vlaamsgezinden. Tijdens de volgende jaren bleef het buiten de partijstrijd, hoewel Hoste toenadering zocht tot de liberalen.

Bij de zogenaamde zaak-Jozef Schoep in 1873 speelde De Veldbloem een belangrijke rol in de protestbeweging door de organisatie van betogingen, meetings en petities. In datzelfde jaar kreeg de antiklerikale groep, die aansluiting zocht bij de Brusselse liberale partij, de bovenhand. Tot dat ogenblik was De Veldbloem het laatste bastion waarin de neutraliteitsgedachte standhield, maar in 1875 stapte onder anderen Havermans over naar de liberale partij. Voortaan trad De Veldbloem op als progressieve drukkingsgroep binnen de Liberale Associatie. Naar aanleiding van een progressief manifest in 1886, verlieten de laatste doctrinairen onder leiding van Hoste de vereniging. In 1892 fusioneerde De Veldbloem met de Liberale Vlaamsche Bond. De nieuwe gemeenschappelijke vereniging werd geleid door Alfons Prayon-van Zuylen en steunde de Vlaamsche Volkspartij. Deze verdween echter al in 1895.

Literatuur

E. Witte, 'Het debuut van het liberale flamingantisme in de hoofdstad (1869-1875)', in Handelingen der KZMTLG (1973), p. 311-355; 
E. Gubin, Bruxelles au XIXe siècle: berceau d'un flamingantisme démocratique (1840- 1873), 1979; 
L. Jansegers, 'Onmachtspositie van het Brusselse flamingantisme', in Taal en Sociale Integratie, VI, 1982, p. 107-139.

Auteur(s)

Sam van Clemen