Vandekerckhove, Rik (eigenlijk Jan Alberik)
(Brugge 26 april 1932 – Genk 4 augustus 1990). Broer van Robert Vandekerckhove.
Volgde de Grieks-Latijnse humaniora aan het Sint-Amandscollege te Kortrijk (1944-1950), werd doctor in de geneeskunde aan de Katholieke Universiteit Leuven (1957), specialiseerde zich aan de universiteiten van Amsterdam, Utrecht, Graz en Saarbrücken en vestigde zich in 1962 als orthopedisch chirurg te Genk.
Vlaamsgezind van huize uit, was Vandekerckhove in Leuven lid van het Jeugdcomité voor Beroep op het Volk, gesticht als reactie op de zogenaamde Fosty-betoging, een manifestatie van bepaalde verzetskringen tegen de 26ste IJzerbedevaart (1953). Het volgende jaar trad hij op als jeugdspreker op de 27ste IJzerbedevaart. Van 1954 tot 1956 was hij hoofdredacteur van Ons Leven, het blad van het Leuvense Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond, en zetelde hij in de redactie van het scholierenblad De Goedendag.
Vandekerckhove trad in september 1965 tot de Volksunie (VU) toe en werd meteen lid van het provinciaal comité Limburg. Hij stond samen met zijn partij vooraan in de strijd tegen de sluiting van de mijn van Zwartberg (Genk). Wel was hij bevreesd voor zware incidenten. Hij keerde zich dan ook tegen acties die een revolutionair klimaat teweegbrachten. Op het toppunt van de onlusten trad hij, samen met de latere volksvertegenwoordiger Jef Olaerts, onaangediend naar de koning met het verzoek tussen te komen. De vorst ging hierop in. De rijkswacht die iedere zelfcontrole kwijt was, werd vervangen door para's, waarna de rust in het mijnbekken terugkeerde.
In 1968 werd Vandekerckhove provincieraadslid voor de VU. Hij bleef dit tot 1974. Tevens was hij in deze periode fractievoorzitter. Vanaf 1970 tot 1977 zetelde hij tevens in de gemeenteraad van Genk. In 1974 werd hij tot senator verkozen, hetgeen hij bleef tot aan zijn dood. Van 3 juni 1977 tot 3 april 1979 was hij minister van wetenschapsbeleid (wetenschapsbeoefening).
Vandekerckhove heeft zich als minister zwaar ingespannen om de achterstand, die Vlaanderen inzake wetenschappelijk onderzoek kende, ongedaan te maken. Dit is hem in een niet onbelangrijke mate gelukt. Ook dient vermeld dat Vandekerckhove, vanuit zijn Vlaams-sociale overtuiging, een sterke voorstander was van de uitbouw van universitair onderwijs in Limburg. Hij speelde een belangrijke rol bij het totstandkomen van het Postuniversitair Centrum Limburg (1965) en de Economische Hogeschool Limburg (1968). Na de oprichting van het Limburgs Universitair Centrum (26 mei 1971) werd hij lid van het vast bureau en, vanaf 1974, lid van de parlementaire commissie van toezicht.
Literatuur
G. Tastenhoye, 'VU-senator Rik Vandekerckhove was een gewetensvolle dienaar van zijn volk', in Gazet van Antwerpen (11 augustus 1990);
V. Anciaux, 'Senator Rik Vandekerckhove overleden', in Wij (24 augustus 1990).