Van de Wiele, Jef (eigenlijk F.J. Josephus)
(Deurne 20 juli 1903 – Brugge 4 september 1979).
Was de zoon van August van de Wiele, de katholieke burgemeester van Deurne.
Van de Wiele behaalde in 1923 het diploma van geaggregeerde in de Germaanse talen aan de Rijksnormaalschool Gent en een jaar later de akte van normaalschoolleraar. In Gent schaarde hij zich bij het Vlaams-nationale kamp en nam actief deel aan de agitatie rond de vernederlandsing van de universiteit. Hij gaf tot in de Tweede Wereldoorlog les in Antwerpen, Aarschot, Aalst en Deurne. In Aalst werd hij secretaris van de Bond van Oud-leerlingen en Vrienden van het Officieel Middelbaar Onderwijs.
In de loop van de jaren 1920 werd Van de Wiele op het literaire vlak actief. Onder het pseudoniem van Ward Auweleer publiceerde hij, met weinig succes, de romans De Ferde en De Wereldkaravaan.
Van 1933 tot 1936 studeerde hij aan de Leuvense universiteit, waar hij tot doctor in de wijsbegeerte en letteren promoveerde met een proefschrift over Antwerpen in de Literatuur. Hij nam er deel aan het studentenleven en werd preses van de studentenkring Germania in het academiejaar 1934-1935. Onder zijn impuls kreeg de kring een eigen tijdschrift, met dezelfde naam. Tevens werkte hij mee aan het verbondsblad van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond Ons Leven. In die periode werd hij bovendien redactiesecretaris van het Leuvense Vlaams-katholieke tijdschrift Nieuw Vlaanderen.
In 1937 verkreeg hij een studiebeurs voor Duitsland. Hij schreef er een studie over De weerklank van de Vlaamsche Letterkunde in Duitschland, 1897-1937. Twee jaar later bekroonde de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde zijn studie over Antwerpen als Literair Motief in de Nederlandsche Letterkunde.
In 1935-1936 richtte Van de Wiele mede de in hoofdzaak culturele vereniging Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap (DeVlag) op, en hij werd hoofdredacteur van het ledenblad De Vlag. De contacten met Duitse studenten en de studiebeurs maakten dat hij meermaals op reis ging naar Duitsland en er het nationaal-socialisme leerde kennen. Hijzelf was in die periode geen nationaal-socialist, al had hij sympathieën voor een aantal politieke, economische en sociale verwezenlijkingen in Duitsland.
Bij de Duitse inval in België, in mei 1940, kwam zijn naam voor op de lijsten van door het Belgische gerecht te arresteren personen, maar hij ontkwam.
Tijdens de bezetting bleef Van de Wiele actief op het culturele en wetenschappelijke vlak. Hij publiceerde verscheidene artikels over culturele en artistieke onderwerpen. Meer en meer benadrukte hij het gemeenschappelijke in de kunst en cultuur in Vlaanderen en Duitsland. Vanaf het najaar van 1940 tot oktober 1943 was hij lid van de commissie die belast werd met de herziening van de schoolboeken. Die moesten gezuiverd worden van alles wat tegen het Nieuwe Orde-denken inging. In november 1940 werd hij secretaris van de nieuw opgerichte Nederlandsche Cultuurraad. Hij bleef dit tot het voorjaar van 1943. Samen met Filip de Pillecyn trok hij de facto de leiding ervan naar zich toe. Verder was hij als letterkundige aangesloten bij De Vlaamsche Kunstenaarsgilde, de feitelijke voortzetting tijdens de bezetting van de Federatie van Vlaamsche Kunstenaars. Hij trad tevens toe tot de redactie van het weekblad Volk en Kultuur, het tijdschrift van de vereniging Volk en Kunst, die de ordening van het cultuurleven voorbereidde. Vooral tot het voorjaar van 1943 bleef Van de Wiele op deze wijze actief in het reorganiseren van het cultuurleven in nationaal-socialistische zin.
Reeds in de eerste maanden van de bezetting werd Van de Wiele meer en meer actief op het politieke vlak. Hij was actief in een groep vooraanstaanden uit de V.B. die in juni 1940 het "Gentse manifest" uitgaf, dat een sterke Dietse overtuiging in zich droeg. In diezelfde periode, en wellicht reeds tijdens de achttiendaagse veldtocht, legde hij samen met Rolf Wilkening de basis voor een heropstarten van de DeVlag. Op 25 augustus 1940 verscheen zijn naam in een tweede lijst van ondertekenaars van de oproep van Staf de Clercq, leider van het Vlaamsch Nationaal Verbond voor een nieuwe Volksbeweging. De zomer van 1940 besteedde hij aan initiatieven om tot een concentratie van Nieuwe Orde- gezinde krachten te komen, en tegelijk aan de uitbouw van zijn eigen organisatie, de DeVlag.
De ambities van Van de Wiele reikten evenwel verder. De DeVlag werd in mei 1941 in de SS-structuren opgenomen en haar leider droeg voortaan een onverbloemd nationaal-socialistische boodschap uit. In de zomer van 1941 verscheen zijn brochure Weg met de socialisten? Nee, neen! Hier zijn ze!, waarin hij de voordelen van het nationaal-socialisme voor de arbeiders trachtte aan te tonen. Een jaar later schreef hij de brochure Joden zijn ook menschen, een pamflet tegen de vermeende heerschappij van de joden over de wereld. Op het einde van hetzelfde jaar verscheen van hem het boek Op zoek naar een Vaderland, waarin hij zijn visie uiteenzette op Vlaanderen, het nationaal-socialisme en het Germaanse Rijk. Hij liet er geen twijfel over bestaan dat de toekomst van Vlaanderen in het nationaal-socialisme lag en in het Rijk dat Adolf Hitler had gesticht. Het boek gold als een beginselverklaring voor de DeVlag. In de loop van de bezetting evolueerde Van de Wiele dus van een Dietse naar een groot- Germaanse overtuiging. De Belgische staat had voor hem afgedaan. Verder benadrukte hij de aandacht van het nationaal- socialisme voor de arbeiders.
Gedurende de hele bezetting bleef Van de Wiele de Algemene Leider of Landsleider van de DeVlag. Hij droeg dus de hele verantwoordelijkheid voor de werking en de evolutie van de DeVlag en was slechts verantwoording verschuldigd aan zijn Duitse superieuren Gottlob Berger en Heinrich Himmler. In de strijd tussen het VNV en de DeVlag kon Van de Wiele op de steun van de SS-top rekenen. Hijzelf trad toe tot de Germaansche-SS Vlaanderen, waarin hij in november 1944 de rang van Obersturmbannführer bereikte. In het voorjaar van 1944 nam hij mede het initiatief tot de oprichting van het Veiligheidskorps van de DeVlag, waarin DeVlag-leden en SS'ers samenwerkten.
In de eerste dagen van september 1944 week Van de Wiele uit naar Duitsland. Hij richtte er de Vlaamsche Landsleiding op en werd door de Duitsers erkend als leider van het Vlaamse volk en leider van het Vlaamse Bevrijdingscomité. Hij toonde zich bekommerd om het lot van de Vlaamse vluchtelingen en onderhield contacten met de Vlaamse oostfrontsoldaten. Op het einde van de oorlog dook hij in Duitsland onder. Hij werd er in mei 1946 gearresteerd. In november van dat jaar werd hij tot de doodstraf veroordeeld omwille van zijn collaboratieactiviteiten. In januari 1948 werd de straf in beroep bevestigd. Zij werd later omgezet in levenslange dwangarbeid.
Van de Wiele verbleef tot december 1963 in de gevangenis. Nadien vestigde hij zich in Duitsland, in Nederland en ten slotte in Gent. Hij stelde in die periode nog een Nederlands-Duits vertaalwoordenboek samen. Tot zijn dood bleef hij de ideeën verdedigen die hij met de DeVlag aankleefde, maar hij speelde geen enkele rol meer in de V.B.
Werken
Artikelen in Nieuw Vlaanderen; De Vlag; Balming; Volk en Staat;
Weg met de socialisten? Nee-neen! Hier zijn ze!, 1941;
Joden zijn ook menschen, 1942;
Op zoek naar een Vaderland, 1942:
Aan Führer, Rijk en Vlaanderen: trouw! Rede tijdens de Vlaamsch-Duitsche Kultuurdagen, z.j. (1943).
Literatuur
E. de V., 'Van 1939 tot 1945. Dr. Jef Van de Wiele: de doodstraf', in 't Pallieterke (17 april 1958);
Oso, 'Jef Van de Wiele. Een mens in de vergeetput', in 't Pallieterke (20 juni 1963);
E. de V., 'Jef Van de Wiele', in 't Pallieterke (4 januari 1973);
W.C.M. Meyers, 'De Vlaamse Landsleiding. Een emigrantenregering in Duitsland na september 1944', in Bijdragen tot de Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, nr. 2 (1972);
A. de Jonghe, 'De strijd Himmler-Reeder om de benoeming van een HSSPF te Brussel (1942- 1944), dln. 2-5', in Bijdragen tot de Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, nr. 4 (1976), nr. 5 (1978), nr. 7 (1982) en nr. 8 (1984);
F. Meire, 'DeVlag voor 1940', in BTNG, XIII, nr. 2-3 (1982), p. 419-466;
E. Defoort, 'Dat moest te boek', in Knack (22 juni 1988);
F. Seberechts, Geschiedenis van de DeVlag. Van cultuurbeweging tot politieke partij 1935-1945, 1991;
id., 'Jef Van de Wiele (1903-1979): een biografische schets', in Verschaeviana, Jaarboek 1987 (1988), p. 181-203, en Verschaeviana, Jaarboek 1990-1991 (1992), p. 265-340;
id., 'Jef Van de Wiele. Leven op een tweesprong', in Handelingen van de KZMTLG, XLVI (1992), p. 181-192.
Verwijzingen
zie: antisemitisme, collaboratie, natievorming, Vlaams Nationaal Zangfeest.