Van Nu en Straks
Vlaams letterkundig tijdschrift (1893-1894; 1896-1898, 1900 en 1901).
De eerste reeks (10 nummers) werd uitgegeven te Brussel gedrukt op de persen van Xavier Havermans, van het tweede nummer af op de persen van A. Berqueman, onder hoofdredactie van Cyriel Buysse, Emmanuel de Bom, Prosper van Langendonck (1862-1920) en August Vermeylen, terwijl Henry van de Velde voor de luxueuze artistieke uitvoering zorgde met medewerking van talrijke vooraanstaande Nederlandse en Vlaamse grafische kunstenaars. De tweede reeks werd in bescheidener vorm uitgegeven te Antwerpen (redactiesecretariaat: Gustaaf Schamelhout), gedrukt op de persen van de drukkerij Joseph-Ernest Buschmann, onder redactie van bovengenoemde schrijvers (zonder Buysse) en met talrijke medewerkers als Alfred Hegenscheidt, Victor de Meyere, Stijn Streuvels, Herman Teirlinck, F.V. Toussaint van Boelaere, Hugo Verriest en Karel van de Woestijne, terwijl Van de Velde het omslag en de tekstornamentatie ontwierp.
Hoewel dit avant-gardetijdschrift der jongere generatie zich aankondigde "zonder aesthetische dogmata, zonder schoolstrekking" en openstond voor iedere levensbeschouwing (van anarchisme tot katholicisme), toch treft men in de programmatische opstellen van Vermeylen ("De Kunst in de vrije Gemeenschap"), Van Langendonck ("Herleving der Vlaamsche Poëzij") en Hegenscheidt ("Rythmus") een gelijkgerichte geestesgesteldheid aan: zij vormen een pleidooi voor een synthetische levensvisie als neoromantische reactie tegen het 19de-eeuwse positivisme, terwijl zij de ideale kunst niet meer, zoals de Tachtigers, beschouwen als de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie, doch als een organisch iets, als een vorm van leven, gegroeid uit de gemeenschap. Van het begin af hebben de Van Nu en Straksers de verbondenheid met de Vlaamse volksgemeenschap en de Vlaamse strijd voor bewustwording vooropgesteld. Aanvankelijk was het tijdschrift ook Groot-Nederlands bedoeld, wat de bijdragen van Noord-Nederlandse schrijvers als Albert Verwey, J.F. Moraaz (= Jan Kalf), Frederik van Eeden, André Jolles, Henri Borel en J.D. Bierens de Haan verklaart. Met de tweede reeks vermindert dit Groot-Nederlands streven, doch naast literaire bijdragen worden thans meer essays opgenomen. "Aan het behandelen van intellectueele vraagstukken en het bevestigen van ons Vlaamsch volkseigen zal voortaan eene ruime plaats gegund worden", luidt het in het prospectus. Vooral studies met sterke sociale inslag worden gepubliceerd, zoals die van Jacques Dwelshauwers (pseudoniem: Jacques Mesnil), H. van de Velde, Julius Mac Leod, F. Domela Nieuwenhuis, M. Nettlau, C. Cornelissen en K. Federn. De verbondenheid met de Vlaamse strijdende gemeenschap komt in deze reeks nog duidelijker tot uiting. Met het ophefmakende openingsartikel "Kritiek der Vlaamsche Beweging" (1896), dat weliswaar ook in eigen groep niet onvermengd positief werd ontvangen, bewijst Vermeylen toch volop in de traditie van de V.B. te staan door zijn streven naar een hogere, Europese cultuur door middel van de eigen taal, en naar economische en sociale ontvoogding van Vlaanderen. Wel achtte hij het nodig om daarvoor de aanvankelijk romantische taalbeweging om te buigen tot een ruimere emancipatiebeweging. De visie om door innerlijke groei en eigen taal te komen tot een echte cultuur op Europees peil, zoals uitgedrukt in het synthetische opstel "Vlaamsche en Europeesche Beweging" (1900), sloot nauw aan bij de West-Vlaamse school, wat de bewondering verklaart voor Guido Gezelle, Hugo Verriest en Albrecht Rodenbach, die niet alleen om esthetische, doch ook om ethische redenen worden gewaardeerd. Dat het de verbinding met de kunst en ideeën van deze West-Vlamingen tot stand wist te brengen, behoort zeker tot de verdiensten van Van Nu en Straks. Met dit tijdschrift slaagde men er voor het eerst in Vlamingen van allerlei gezindheden samen te brengen om te strijden "voor een vrijere en schonere menselijkheid in Vlaanderen, waarbij ook de economische zijde van het vraagstuk in beter licht werd gesteld". Van Nu en Straks bracht vernieuwing en verruiming in het geestesleven, doch zonder volledig te breken met de Vlaamse traditie.
Literatuur
J. Kuypers, Op ruime banen! De opbloei van onze nieuwe letteren en het Vlaamsche tijdschrift 'Van Nu en Straks'-1893-1901, 1921;
A. Vermeylen, De Vlaamsche Letteren van Gezelle tot heden, 1938;
K. van de Woestijne, 'Van Nu en Straks', in J. Eeckhout, Literaire profielen, VIII, 1939;
L. Sourie, Inleiding tot de geschiedenis van 'Van Nu en Straks', 1942;
J. Muls, F.V. Toussaint van Boelaere, E. Claes (e.a.), 'Van Nu en Straks', in Verslagen en mededelingen der KVATL, jg. 19, nr. 1 (1944);
F.V. Toussaint van Boelaere, Spiegel van Van Nu en Straks, 1945;
J.A. Goris, 'De literatuur in Zuid-Nederland na 1830', in Dichterschap en Werkelijkheid, 1951, p. 336-415;
L. Sourie Van Nu en Straks-Historiek en betekenis, 1953;
R.F. Lissens, De Vlaamse Letterkunde van 1780 tot heden, 19674;
H.J. Elias, Geschiedenis van de Vlaamse Gedachte, IV, 1965;
C. Lemaire, 'Henry van de Velde en de voorgeschiedenis van 'Van Nu en Straks', in Archief- en Bibliotheekwezen in België, jg. 36 (1965), p. 84-96;
G. Schmook, 'A.H. Cornette leest over Van Nu en Straks', in Verslagen en Mededelingen van de KANTL (1972), p. 211-289; - id., 'Het 'Ritmus' - credo van 'Van Nu en Straks' (1893) en zijn nawerking', in Verslagen en Mededelingen van de KANTL (1973), p. 323-341;
J.P. Lissens, 'Het prospectus van de Eerste Reeks van het tijdschrift 'Van Nu en Straks'. Drukgeschiedenis en betekenis', in Verslagen en Mededelingen van de KANTL (1977), p. 109-144;
A. van Elslander, 'August Vermeylen en het tijdschrift 'Van Nu en Straks' ', in Mededelingen der Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, afdeling Letterkunde (1981) nieuwe reeks, deel 44, nr. 2, p. 35-57;
R. Vervliet, De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914 2 dln., 1982;
A.M. Musschoot, Van Nu en Straks 1893-1901. Bloemlezing met inleiding en toelichtingen, 1982;
L. van Dijk, J.P. Lissens en T. Saldien, Het ontstaan van Van Nu en Straks. Een brieveneditie 1890-1894, 2 dln., 1988;
R. Vervliet, 'Van Nu en Straks 1893-1901', in M. Rutten en J. Weisgerber (ed.), Van "Arm Vlaanderen" tot "De voorstad groeit" 1888-1946. De opbloei van de Vlaamse literatuur van Teirlinck-Stijns tot L.P. Boon, 1988, p. 78-225, 550-571;
R. Vervliet, 'Van Nu en Straks. De geschiedenis van een baanbrekend tijdschrift in Vlaanderen', in F. de Crits (ed.), Brussel en het fin de siècle. 100 jaar Van Nu en Straks, 1993.
Verwijzingen
zie: literatuur.