Thuysbaert, jonkheer Prosper

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

(Lokeren 17 maart 1889 – Lokeren 8 november 1965).

Was de derde uit een gezin met tien kinderen. Zijn vader, notaris Prosper Frans Thuysbaert (1853-1908), was burgemeester te Lokeren van 1891 tot aan zijn dood; zijn moeder, Irma De Vuyst (1865-1924), was er van 1921 tot aan haar overlijden het eerste vrouwelijke gemeenteraadslid.

Thuysbaert volgde lager onderwijs aan het Sint-Lodewijkscollege in zijn geboortestad en middelbaar onderwijs aan het Jezuïetencollege te Aalst. Tussen 1907 en 1913 studeerde hij aan de Katholieke Universiteit Leuven, waar hij de diploma's behaalde van doctor in de rechten, kandidaat-notaris en doctor in de politieke en sociale wetenschappen. Zijn streekmonografie Het Land van Waes. Bijdrage tot de geschiedenis der landelijke bevolking in de XIXe eeuw (1913) was het eerste Nederlandstalige proefschrift dat door een Vlaming werd voorgelegd aan de Leuvense School voor Politieke en Sociale Wetenschappen. Studieverblijven in Duitsland, Italië en Frankrijk sloten zijn academische vorming af en bij Koninklijk Besluit van 31 augustus 1914 werd Thuysbaert benoemd als notaris te Lokeren. Hij oefende dit ambt uit tot 1958.

Zijn verkiezing tot lid van de Oostvlaamse provincieraad namens de katholieke partij in 1921 was het begin van een politieke carrière die zou duren tot 1959. Thuysbaert bleef provincieraadslid tot hij vrijwel onmiddellijk na de verkiezingen van 7 juni 1936 ontslag nam. Inmiddels was hij van 1925 tot 1932 ondervoorzitter en nadien tot 1936 voorzitter van de Oostvlaamse provincieraad geweest. In 1926 werd hij verkozen tot gemeenteraadslid te Lokeren en vanaf 1927 was hij schepen van financiën. In 1933 nam hij uit beide functies ontslag. Van 1947 tot einde 1959 was hij burgemeester van Lokeren.

Tijdens zijn Leuvense studententijd toonde Thuysbaert zich een religieus en sociaal bewogen flamingant. Hij was in 1911 medestichter en eerste voorzitter van de vereniging Amicitia en was actief in de Sociale Studiekring en het Vlaamsch Rechtsgenootschap. In de jaren 1920 bevorderde hij mee de aansluiting van het Vlaamse toneelleven bij de eigentijdse internationale stromingen. In Lokeren werden onder zijn impuls onder andere theaterstukken opgevoerd van de Franse auteur Henri Ghéon, wiens werk hij in het Nederlands vertaalde en over wie hij publiceerde in diverse bladen en tijdschriften. Vanaf 1923 was de Vlaamsgezinde Lokerse notaris bovendien actief betrokken bij de zakelijke leiding en de artistieke oriëntatie van Het Vlaamsche Volkstooneel.

Aan de Leuvense universiteit, waar hij in 1924 één van de oprichters van de Vlaamse Leergangen was geweest, werd Thuysbaert in 1933 benoemd tot hoogleraar en belast met de cursus fiscaal recht en met een aantal (praktische) vakken uit de notariaatsopleiding. In dat kader, zoals in de Federatie van Notarissen van België en als juridisch publicist, leverde hij als gezaghebbend en perfect tweetalig vakspecialist een betekenisvolle bijdrage tot de verwetenschappelijking en de vernederlandsing van het rechtsleven en de notariële praktijk in Vlaanderen. In Lokeren was Thuysbaert ondertussen een tijdlang bestuurslid van de plaatselijke afdeling van het Davidsfonds en hij trad er tijdens het interbellum ook enkele keren op als feestredenaar voor deze katholiek-flamingantische cultuurvereniging.

In 1936 speelde de Belgisch-loyale Thuysbaert een bemiddelende rol bij de initiatieven om in Vlaanderen te komen tot een hergroepering van de rechtse en katholieke politieke krachten, die onder andere waren geïnspireerd door het tijdschrift Nieuw Vlaanderen en het daarbij aanleunende Leuvense professorenmilieu. Thuysbaert fungeerde als Vlaams ondervoorzitter op het Katholiek Congres van Mechelen (10 tot 13 september 1936). Op 4 oktober daaropvolgend vonden in zijn huis te Lokeren – onder andere in overleg met kardinaal Ernest-Joseph van Roey – besprekingen plaats over een politiek akkoord met vertegenwoordigers van de katholieke partij, het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV), Rex en Verdinaso. De beoogde concentratie kwam er niet, maar de bijeenkomst oefende wel invloed uit op de hervorming van de katholieke partij.

Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 24 november 1946 behaalde de Christelijke Volkspartij (CVP) in Lokeren de absolute meerderheid (10 van de 17 zetels). Op 2 april 1947 werd Thuysbaert geïnstalleerd als burgemeester van zijn geboortestad. Tijdens het daaropvolgende decennium toonde de even briljante als autoritaire "grand seigneur" zich een baanbrekend en dynamisch (stads)bestuurder. Beleidsmatige initatieven, in het bijzonder inzake economische expansie en urbanisatie, werden systematisch onderbouwd door studies van binnen- en vaak buitenlandse wetenschappers of technici (industrieparken, ruilverkaveling, stedelijke ringweg, groenzones enzovoort). Hoewel sommige van deze projecten primeurs waren voor Vlaanderen, werd het pionierswerk van Thuysbaert in zijn eigen omgeving niet altijd voldoende geapprecieerd en opgevolgd. Mede onder druk van de last der jaren nam hij eind 1959 ontslag als burgemeester. In maart van dat jaar had hij overigens nog wel mee de oprichting bewerkstelligd van het Economisch Comité Waasland (1959-1982), waarin een aantal van zijn ideeën en projecten omtrent overheidsbeleid en industriële ontwikkeling in zijn geboortstreek verder zouden worden geconcretiseerd.

Werken

Het land van Waes. Bijdrage tot de geschiedenis der landelijke bevolking in de XIXe eeuw, 1913; 
'Meer geestesleven', in De Gids op Maatschappelijk Gebied (december 1920), p. 242-249; 
'Henri Ghéon in Vlaanderen', in Ons Volk Ontwaakt (16 december 1923), p. 619-621; 
'Bevordering van de economische activiteit. De mogelijkheden van de plaatselijke besturen', in ERV-Mededelingen, jg. 1, nr. 2 (augustus 1954), p. 20-24; 
'Toneelmemoires van Prosper Thuysbaert', in De Nieuwe Gids (22, 23 en 24 september 1956); 
'De gemeente en de bevordering van de economische expansie', in Politica, jg. 7, nr. 1 (1957), p. 36-43.

Literatuur

W. Melis, 'Het Waasland verloor een van zijn grootste zonen: jonkheer Prosper Thuysbaert', in Het Vrije Waasland (13 november 1965); 
Z. van Hee, 'Jonkheer Prof. Em. Prosper Thuysbaert', in Rechtskundig Weekblad (21 december 1965), p. 605-606; 
F. van Goethem, 'In memoriam Prof. Em. Jonkheer P. Thuysbaert', in Rechtskundig Weekblad (28 december 1965), p. 652-654; 
id., 'In memoriam Prof. Em. Jhr. Propser Thuysbaert (1889-1965)', in Jaarboek van de KAWLSKB (1965), p. 300-309; 
L. Lindemans, 'Het geslacht Thuysbaert', in Vlaamse Stam. Tijdschrift voor familiegeschiedenis, jg. 12, nrs. 1-2 (1976), p. 42-50 en p. 69-73; 
'Prosper Thuysbaert-nummer' van De Souvereinen. Tijdschrift van de Heemkring van Lokeren, jg. 15, nr. 2 (1984); 
E. Gerard, De katholieke partij in crisis. Partijpolitiek leven in België (1918-1940), 1985; 
H. Liebaut, 'Thuysbaert, Prosper Paul', in NBW, XII, 1987; 
W. Vandenabeele, 'Concentratie, collaboratie, restauratie... Een decennium Lokerse politiek (1938-1947)', in N. van Campenhout (red.), Lokeren vroeger. Een huldeboek voor wijlen Eerwaarde Pater Dr. Vedastus Verstegen o.f.m. (1906-1989), 1990, p. 97-109; 
J. Blomme, 'De 'Waaslandstudie' van Prosper Thuysbaert: een evaluatie na tachtig jaar', in De Souvereinen. Tijdschrift van de Heemkring van Lokeren, jg. 24, nr. 2 (1993), p. 37 44; 
H. Liebaut, 'Prosper Thuysbaert (Lokeren, 1889-1965)', in Bibliotheca Wasiana vzw. Feestzitting 50-jarig bestaan, 1996; 
N. Lehoucq en T. Valcke, De fonteinen van de Oranjeberg. Politiek-institutionele geschiedenis van de provincie Oost-Vlaanderen van 1830 tot nu, II, 1997.

Auteur(s)

Nico van Campenhout