Taelverbond, Het

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

Vlaams tijdschrift, uitgegeven te Antwerpen van 1845 tot 1855.

Het was in feite de voortzetting van het Kunst- en Letterblad (1840-1845).

Het maandblad werd gesticht door Jan F. Verspreeuwen, die de redactie toevertrouwde aan de nog jonge Jacob F. Heremans. Verspreeuwen had de leiding tot 1847; hij werd achtereenvolgens opgevolgd door Jan van Beers (waarschijnlijk tot 1850), de boekhandelaar Hendrik Peeters (tot 1852), Heremans en Pieter Génard (tot 1855). De laatste aflevering werd bezorgd door de Leuvense stadsarchivaris Eduard van Even.

In het eerste nummer werd het streven van het tijdschrift toegelicht door Verspreeuwen. De Vlaamsgezinden moesten kunnen terugvallen op "een schrift dat de tolk zy der vlaemsche beweging – dat, door de beste nederduitsche schrijvers ondersteund, de merkpael worde waarop men de hoogte en den voortgang der nationale letterkunde moge lezen."

Medewerkers waren onder meer Hendrik Conscience, Jan J. de Laet, Theodoor van Ryswyck, Eugeen Zetternam, Johan van Rotterdam, Ferdinand A. Snellaert, Prudens van Duyse, Karel L. Ledeganck en Frans Rens. Tot en met 1852 ging de aandacht vooral uit naar de letterkunde, wat ook blijkt uit de ondertitel: "Letterkundig tydschrift". Naast poëzie, proza en theater verschenen in die periode ook theoretische essays, onder andere over de band tussen de Nederlandstalige romankunst en de V.B. Daarna kregen de geesteswetenschappen voorrang: geschiedenis, taalkunde, literatuurgeschiedenis. De ondertitel werd gewijzigd in "Tydschrift voor geschiedenis, tael-, oudheid- en letterkunde". Met die inhoudelijke verandering moest het blad het Belgisch Museum vervangen, dat na het overlijden van Jan F. Willems in 1846 nog geen volwaardige opvolger had gevonden.

Het Taelverbond toonde een lichte sociaal-economische tendens, vooral in de geschriften van Zetternam en Eduard Michels. Het blad werd ook gekenmerkt door een latent Germaans 'stambewustzijn', dat zich hoofdzakelijk oriënteerde op Duitsland (vergelijk Vlaemsch-Duitsch Zangverbond en De Broederhand), maar zich ook richtte op Engeland en Scandinavië. De houding tegenover Nederland was genuanceerd. Toch sprak men zich uitdrukkelijk uit voor de eenheid van spelling met Nederland.

Literatuur

M. Oukhow, 'Het Taelverbond (1845-1855)', in De Vlaamse Gids, jg. 57 (1953), p. 451-460; 
A. Deprez en H. Vanacker, Het Taelverbond. Letterkundig tydschrift 1845-1852. Tydschrift voor geschiedenis, tael-, oudheid- en letterkunde (Bibliografie van de Vlaamse tijdschriften in de negentiende eeuw, nr. 5, 1985).

Auteur(s)

Guido Goedemé; Hans Vanacker