Suykerbuyk, Herman

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

(Kapellen 5 januari 1934).

Was de zoon van een Nederlandse vader en een Kempische moeder en groeide op in de grensgemeente Essen. Suykerbuyk volgde middelbaar onderwijs aan het Klein Seminarie van Hoogstraten en werd lid van de Katholieke Studentenactie (KSA). Van 1952 tot 1957 studeerde hij rechten aan de Katholieke Universiteit van Leuven, waar hij lid was van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond en redactiesecretaris van Ons Leven.

Suykerbuyk zette zijn eerste politieke stappen op lokaal vlak in de Christelijke Volkspartij (CVP); gemeenteraadslid (van 1965 af) en burgemeester (1965-1995) van Essen. Hij werd ook verkozen als volksvertegenwoordiger (april 1968 tot oktober 1988), senator (oktober 1988 tot mei 1995) en lid van het Vlaams parlement (mei 1995). In 1988 werd hij de derde ondervoorzitter van de Vlaamse Raad, een mandaat dat hij ook na de omvorming tot Vlaams parlement tot op heden uitoefent.

Suykerbuyks politieke interesse gaat vooral uit naar het lokale gemeenschapsleven, de staatshervorming en de institutionele problemen, in het bijzonder de beveiliging van de positie van het Nederlands in de wereld, de samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland en de plaats van de regio's in de Europese Unie. Hij is sinds 1969 actief in Belgisch-Nederlands Grensoverleg (BENEGO), lid van Interparlementaire Commissie van de Nederlandse Taalunie, lid van de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad, voorzitter van de Belgisch-Zuid-Afrikaanse Interparlementaire Vereniging. Hij vertegenwoordigt de Vlaamse Gemeenschap in de Conférence permanente des pouvoirs locaux et régionaux van de Raad van Europa en in het Europees Comité van de Regio's.

Over de partijgrenzen heen heeft Suykerbuyk groot aanzien verworven door talrijke krantenstukken en dankzij veelvuldige parlementaire initiatieven in verband met de taalgrensproblematiek (Voeren, Vlaams-Brabant) en het repressiedossier.

Suykerbuyk aanvaart de faciliteitenregeling die uit de taalwetten van 1963 en 1988 voortvloeit, maar meent wel dat de deelstaten zelf moeten kunnen beslissen over de aard van het gevoerde onthaalbeleid; de faciliteiten behoren volgens hem tot de exclusieve bevoegdheid van de gewesten en gemeenschappen. Hij gelooft niet meer in een federale regeling inzake het amnestiedossier, maar streeft wel naar een oplossing op Vlaams niveau, die bijgevolg enkel de sociale gevolgen van de repressie kan omvatten. Op 5 november 1997 diende hij een voorstel van decreet in dat in de commissie welzijn van het Vlaams parlement door een wisselmeerderheid van CVP, Volksunie, en Vlaams Blok werd goedgekeurd. Dit decreet-Suykerbuyk voorziet een subsidie voor bestaansonzekere slachtoffers van oorlog, repressie en/of epuratie. De liberalen en groenen onthielden zich, terwijl de socialisten tegenstemden, zich beroepend op de twee negatieve adviezen (Raad van State en Hoge Raad voor Oorlogsslachtoffers). Ook langs Waalse kant tekende men verzet aan tegen dit Vlaamse repressiedecreet.

Suykerbuyk is voorstander van een verdergaande staatshervorming. Hij pleit voor een Vlaams-Waalse Statenbond waardoor Vlaanderen en Wallonië rechtstreeks zouden kunnen deelnemen aan de Europese besluitvorming.

Auteur(s)

Joris Dedeurwaerder