Sint-Jansgilde

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

Roeselare, benaming gebruikt voor drie scholieren- of studentenverenigingen in Roeselare in de jaren 1870 en 1880.

1. Een college-toneelgilde. In de jaren 1870 bestond er in de poësisklas van het Klein Seminarie van Roeselare een toneelgilde onder die benaming die in het college vertoningen ten beste gaf op vrije dagen. Ze werd in 1876 na De Groote Stooringe door superior Henri Delbar afgeschaft parce qu'on craignait que tout y était en flamand meende Albrecht Rodenbach.

2. Een studenten-spelersgilde. In 1875 werd door Roeselaarse scholieren een studenten-spelersgilde onder dezelfde benaming opgericht die gedurende enkele jaren actief zou zijn.

3. Een studentenbond. In 1887 werd opnieuw een Sint-Jansgilde opgericht in Roeselare die als een voortzetting werd gezien van de ter ziele gegane spelersgilde. Ze was voornamelijk samengesteld uit leerlingen van het Klein Seminarie van de stad. Mogelijk vergaderden zij tijdens het schooljaar op het college, maar tijdens de vakanties belegden zij ook bijeenkomsten buiten de instelling, waarop seminaristen en studenten konden aanwezig zijn. Ze werd in het najaar 1888 opnieuw door een verbod van de seminarieoverheid getroffen.

In 1895 werd in Roeselare een nieuwe studenten-vakantiebond opgericht onder de benaming De Toekomst hoort der Jeugd en rond dezelfde tijd kreeg de Vlaamsgezinde collegegilde van het Klein Seminarie de benaming van Wytewa. Beide verenigingen bleven bestaan, zij het vanaf circa 1933 onder de koepel van het Jong Volksche Front en later van de Katholieke Studentenactie.

Literatuur

L. Gevers, Bewogen Jeugd. Ontstaan en ontwikkeling van de katholieke Vlaamse studentenbeweging (1830-1894), 1987; 
F. Boudrez, De Rodenbachstede: bakermat der Vlaamsche Beweging? De Vlaamse beweging te Roeselare tijdens het interbellum, 1997.

Auteur(s)

Lieve Gevers