Schreiber-Krieger, Adele
(Wenen 29 april 1872 – Herrliberg 20 februari 1957).
Behoorde in het Duitse keizerrijk tot de oprichtsters van een verbond voor vrouwenstemrecht, was bestuurslid van de International Woman Suffrage Alliance en van 1920 tot 1924 lid van de Rijksdag. In mei 1917 kwam Schreiber-Krieger naar België om haar licht op te steken over de sociale toestand en de vrouwenbeweging in Vlaanderen. Haar belangrijkste informante was Roza de Guchtenaere. Voor het bezettingsbestuur in Brussel was de bezoekster interessant wegens haar internationale contacten en haar banden met de Duitse linkerzijde die overwegend afkerig stond tegenover de Flamenpolitik. Adele Schreiber-Krieger aanvaardde het aanbod in Brussel te blijven als hulpreferente voor Vlaamse vrouwenkwesties in het Duitse burgerlijk bestuur in Vlaanderen.
Zij had de taak de meestal weinig Vaamsbewuste burgerlijke vrouwen voor het activisme warm te maken, een doel dat ze met een onrechtstreekse aanpak hoopte te bereiken: vrouwen bezighouden met sociale werking was volgens haar het beste middel om geleidelijk hun aandacht te vestigen op algemeen politieke belangen. In de loop van anderhalf jaar stichtte Schreiber-Krieger met beperkt succes liefdadige vrouwenverenigingen in zes Vlaamse steden: in juni 1917 de maatschappij voor sociale werken in Gent, een maand later de vereniging voor maatschappelijk werk in Antwerpen, in 1918 de Vlaamsch-sociale vrouwenvereeniging in Brussel, bovendien nog groepen in Leuven, Mechelen en Brugge. Naast sociale beslommeringen was de vredesgedachte het tweede hoofdmotief in de activistische vrouwenwerking. Getuige daarvan een manifestatie die Schreiber-Krieger op 29 juni 1918 in Antwerpen op touw zette onder de leuze: de vrouw voor vrede en een vrij Vlaanderen. Ook tegenover de internationale en Duitse linkse opinie nam Schreiber-Krieger het op voor de Flamenpolitik. Zij zorgde voor de publicatie van een artikel over de activistische vrouwenbeweging in een tijdschrift in de Verenigde Staten. Zelf maakte ze tussen oktober 1917 en maart 1918 drie reizen door Duitsland om in spreekbeurten voor vrouwenverenigingen en in sociaal-democratische kringen de verdiensten van het bezettingsbestuur in de verf te zetten voor de lotsverbetering van de verpauperde Vlaamse massa's en het zelfbeschikkingsrecht van het Vlaamse volk te bepleiten.
Werken
'Das Erwachen der flämischen frauen', in Korrespondenz Belgien, nr. 150 (8 september 1917), p. 1- 2.
Literatuur
W. Dolderer, Deutscher Imperialismus und belgischer Nationalitätenkonflikt (Kasseler Forschungen zur Zeitgeschichte, nr. 7, 1989).