Schoep, Jozef

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

(Hoogstraten 12 juni 1848 – Sint-Jans-Molenbeek 15 januari 1881).

Vervult een symboolfunctie omwille van een bekend taalincident, dat destijds veel opschudding verwekte en de strijd om de eerste taalwet (1873) heeft beïnvloed.

Het taalincident ontstond toen de eentalige Vlaamse arbeider Schoep op 19 oktober 1872 de geboorte van zijn zoon ging aangeven op het gemeentehuis van Sint-Jans-Molenbeek. Toen de ambtenaar de akte enkel in het Frans wilde opstellen, weigerde Schoep de aangifte te doen (een herhaling van de zaak- Domien Sleeckx uit 1844). Schoep werd hiervoor op 13 februari 1873 tot een boete van 50 frank en de gerechtskosten veroordeeld. Deze veroordeling veroorzaakte groot protest in Vlaanderen en Kamerlid Jan J. de Laet drong in het parlement aan op een snelle behandeling van het op 13 april 1872 ingediende wetsvoorstel-Edward Coremans inzake het taalgebruik in rechtszaken. Schoep tekende ondertussen beroep aan, maar men verbood zijn advocaten F. de Laet en A. de Pooter in het Nederlands te pleiten. Toen dit na protest wel werd toegestaan, was de gestelde voorwaarde dat de pleidooien voor de rechters in het Frans vertaald zouden worden. De voorzitter weigerde echter in te gaan op de eis van de verdedigers om het Franse requisitoir voor Schoep in het Nederlands te vertalen, wat aanleiding gaf tot een zodanig tumult dat de zaal ontruimd diende te worden (14 maart 1873). In het hof van cassatie werden de twee advocaten daarna bijgestaan door de Brusselse advocaat Edmond Picard. Schoep werd niet alleen opnieuw veroordeeld, maar men velde ook een arrest (12 mei 1873) dat advocaten het recht ontzegde in het Nederlands te pleiten. De Vlaamse verontwaardiging barstte nu helemaal los, en (bijna) de voltallige Gentse balie (74 advocaten) zond een protestmemorandum naar de Kamer waarin ze erop wees dat het taalgebruik in rechtszaken enkel via een wet kon geregeld worden. De Vlaamse vrijzinnige volksmaatschappij De Veldbloem organiseerde op 29 juni 1873 een protestmanifestatie in Brussel, waar ongeveer 9000 mensen aanwezig waren.

De flaminganten gebruikten de onrust rond de zaak-Schoep om de druk op de regering te vergroten. In deze context werd het wetsvoorstel-Coremans behandeld, wat leidde tot de ondertekening van de eerste taalwet op 17 augustus 1873. Na de dood van Schoep bracht De Veldbloem een fonds bijeen voor diens rechteloos zoontje, wiens burgerlijke stand pas geregeld werd in 1882 (taalwetgeving, gerecht).

Literatuur

P. Fredericq, Schets eener geschiedenis der Vlaamsche Beweging, I, 1906; 
H.J. Elias, Geschiedenis van de Vlaamse gedachte, III, 1971; 
J.M. Lermyt, 'De eerste taalwet, die op de strafrechtspleging in 1873', in L. Wils (ed.), De houding van de politieke partijen tegenover de Vlaamse beweging in de 19de eeuw (Standen en Landen, nr. 59, 1972), p. 147-209; 
H. van Goethem, De Taaltoestanden in het Vlaams-Belgisch gerecht 1795-1935 (Verhandelingen van de KAWLSKB, jg. 52, nr. 134, 1990).

Auteur(s)

Gaston Durnez; Nico Wouters