Scharpé, Lodewijk (eigenlijk Louis)

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

(Tielt 24 oktober 1869 – Betekom 4 mei 1935).

Volgde middelbaar onderwijs, eerst te Nieuwpoort, vervolgens aan het atheneum te Brugge, dat hij in 1890 verliet als laureaat van de retorica. Zijn universitaire studies deed hij te Gent (1890-1894), als leerling van onder meer Jozef-Frederik Vercoullie (Nederlands), A. Bley (Oud-Noors) en L. de la Vallée Poussin (Sanskriet). Hij promoveerde tot doctor in de Germaanse filologie op 21 juli 1894 op een proefschrift over Eduward de Dene's Warachtighe Fabulen der dieren. Met een in de wedstrijd voor reisbeurzen verworven stipendium studeerde hij verder te Leiden (Verdam en Ten Brink), Straatsburg (Martin) en Parijs (Rousselot). Van 1898 af was hij hoogleraar te Leuven aan de aldaar nieuw opgerichte afdeling der Germaanse filologie: aanvankelijk in het Duits en het Middelnederlands, later ook in het Gotisch, de Germaanse taalvergelijking en de fonetica. In 1902 werd hij secretaris van de faculteit van wijsbegeerte en letteren en in 1904 docent Nederlands aan de handelshogeschool te Leuven.

Van meet af aan steunde hij het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond (AKVS) en bemiddelde (tevergeefs) bij Mgr. Gustave Waffelaert, naar aanleiding van de tweede landdag van het AKVS te Brugge op 11 april 1904. In 1911 werd hij briefwisselend lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, in 1919 werkend lid en in 1926 bestuurder.

Scharpé was zeer veelzijdig van aanleg en ontwikkeling, talentvol onder meer op het gebied van de schilderkunst (connectie met de vroeg-Latemse school, Albijn vanden Abeele en Gustaaf vande Woestijne). Uit de vooroorlogse periode dateren zijn Geschiedenis der Vlaamsche letterkunde van het jaar 1830 tot heden (1910), samen met Theophiel Coopman, en zijn Nederlandse Uitspraakleer (1912).

Zijn confrontatie met het lot van de aan zichzelf overgelaten armere Leuvense bevolking tijdens de tragische augustusdagen 1914 leidde tot een grote sociale bewogenheid en hulpverlening. Deze maatschappelijke inzet wilde hij na de oorlog ook verlengen in een politiek mandaat maar hij werd in de verkiezingen van 16 november 1919 op de katholieke lijst te Brugge niet verkozen. In 1920 zette hij zich in voor de beweging voor amnestie en werd lid van het Comiteit tot bevordering van amnestie. Aan Alfons van de Perre stelde hij voor over die problematiek een volkspetitionnement te organiseren. Samen met Hilaire Allaeys en Emiel Vliebergh richtte hij in 1922 een Studiefonds voor kinderen van getroffen Vlamingen op, wat later het Scharpé-fonds werd. In 1924 werd hij opgenomen in het redactiecomité voor het Vlaggeboek (De Vlaamsche Vlagge).

Wetenschappelijke activiteit van enige omvang, behalve zijn onderwijstaak, die hij opvatte als een dienst aan de Vlaamse gemeenschap, en zijn commissiearbeid, waaronder de Nederlandse vertaling der wetboeken onder leiding van prof. Emiel van Dievoet, heeft Scharpé na de Eerste Wereldoorlog niet meer geleverd. Maar de Leuvense studentengeneraties van 1900-1935 heeft hij door zijn innemende persoonlijkheid diepgaand beïnvloed.

Literatuur

L.H. Grondijs, Les Allemands en Belgique: Louvain et Aerschot, notes d'un témoin hollandais, 1915; 
P. Sobry, 'Akademische herdenkingsrede van Prof. Lodewijk Scharpé', in Katholieke Universiteit Leuven, Jaarboek 1934- 1936, CLVIII-CLXXV (1936); 
J.W. Muller, 'Lodewijk Scharpé', in Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandsche letterkunde te Leiden (1935-1936), p. 157-162; 
J. van Mierlo, 'Prof. dr. L. Scharpé', Jaarboek van de KVATL (1942), p. 42-70; 
R. Roemans, Prof. Dr. Lodewijk Scharpé, 1942; 
J.F. Vanderheyden, 'L. Scharpé, de hoogleraar. Bij de 20ste verjaring van zijn overlijden', in Verslagen en Mededelingen van de KVATL (1955), p. 225- 238; 
H.J. Elias, Geschiedenis van de Vlaamse gedachte, IV, 1965; 
J.F. Vanderheyden, 'Scharpé, Lodewijk', in NBW, V, 1972; 
A. Vandoorne, 'Twee Westvlaamse cultuurdragers: Hendrik Persyn en Lodewijk Scharpé', in Roede van Tielt, XVI (1 maart 1985), p. 31- 44; 
I. vande Leest, Lodewijk Scharpé 1869-1935, professor in de Germaanse filologie te Leuven, KUL, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1989; 
M. de Smedt, Honderd jaar Germaanse Filologie in Leuven 1894-1994, 1994.

Verwijzingen

zie: Jozef de Belie (sr.), onderwijs (hoger: Leuven).

Auteur(s)

Adriaan Scharpé; Romain Vanlandschoot