Roucourt, Theophiel
(Diest 16 september 1834 – Berchem 25 januari 1926).
Was gedurende zestien jaar leraar poësis en pedagogie aan het Klein Seminarie van Mechelen. In 1874 stichtte Roucourt te Antwerpen het Sint-Norbertuscollege, waarvan hij de eerste directeur werd. In 1878 werd hij deken te Berchem. Hij is de grondlegger van talrijke caritatieve werken en instellingen in het Antwerpse en een der stichters van de Zuidnederlandsche Maatschappij voor Taalkunde op 6 februari 1870. Zijn ontwerp van statuten, dat met lichte wijzigingen werd aangenomen, bleef jarenlang richtinggevend voor de thans nog bestaande Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis. Roucourt was haar eerste secretaris en bleef dat tot 1876. In 1886 nam hij ontslag als lid van de Zuidnederlandsche. Zijn streven viel voor een groot deel samen met de activiteit van de toenmalige Zuidnederlandse Maatschappij: de studie van de Nederlandse taal en letterkunde als bijdrage tot de culturele ontwikkeling van zijn volk. Het accent viel op de term Nederlands, als algemene taal voor het Noorden en het Zuiden; daarbij bepleitte hij de inbreng van onder andere woorden en uitdrukkingen uit het Zuiden. Zijn grammaticale arbeid steunde op de kennis van "de beste Nederlandsche schrijvers (...), de taal- en letterkundige gewrochten van o.a. Huydecoper, Ten Kate, De Vries, Te Winkel, David, Heremans, Van Beers (...)", zoals hij zelf getuigde in de inleiding tot zijn vaak herdrukte Beknopte spraakleer der Nederlandsche taal.
Werken
Le guide du jeune poète, ou préceptes de poésie accompagnés d'un traité complet de versification flamande et française, 1867;
Beknopte spraakleer der Nederlandsche taal, door het Staatsbestuur toegelaten in de gestichten van middelbaar onderwijs, 1870;
Eerste beginselen der Nederlandsche taal, door het Staatsbestuur toegelaten in de gestichten van lager onderwijs, 1870;
Proeve van Nederlandsche woordafleidkunde, ten gebruike der hoogere scholen van middelbaar onderwijs, 1871.
Literatuur
J.G. Frederiks en F.J. van den Branden, Biographisch Woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche Letterkunde, z.j. (tweede omgewerkte druk);
J. Bols, 'Schets eener Geschiedenis der Zuidnederlandsche Maatschappij van Taalkunde van 1870 tot 1910', in Verslagen en Mededelingen van de KVATL (1910), p. 979-1020;
'Mgr. Th. Roucourt', in Ons Volk Ontwaakt (7 februari 1926);
J. Salsmans, 'De Zuidnederlandsche Maatschappij van Taalkunde', in Verslagen en Mededelingen van de KVATL (1933), p. 29-42;
C. de Baere, 'Zuidnederlandsche Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis', in Handelingen van de KZMTLG (1949), p. 1-15.