Remouchamps, August
(Gent 25 januari 1892 – Voorschoten 25 december 1927). Zoon van Edouard Remouchamps.
Was in 1914 student in de medicijnen aan de Gentse universiteit en goed bevriend met Jules van Roy en Leo Picard. Na de Duitse inval had Remouchamps dan ook spoedig contact met de Gentse activistische groep Jong-Vlaanderen. In De Vlaamsche Post schreef hij een aantal artikelen over het oorlogsnieuws en sedert de zitting van 4 maart 1915 was hij opgenomen in de Gentse groep. Toen in de zomer van dat jaar de twisten tussen de aanhangers van Jan D. Domela Nieuwenhuis Nyegaard en die van Picard hevig oplaaiden, koos Remouchamps met Jozef Boulengier, Van Roy en Frans Primo resoluut partij voor de richting- Picard en gezamenlijk trad dit viertal op 2 september 1915 uit. Evenals Picard vertrok Remouchamps naar Nederland waar beiden verder ageerden ten bate van de Duitse propaganda. Op 13 september kwam hij in Leiden aan en woonde de eerstvolgende maanden tal van vergaderingen bij te Leiden, Bussum, Amsterdam en Den Haag, waar Vlamingen en Noord-Nederlanders met elkaar overleg pleegden en plannen beraamden. Hij ontmoette er de groep rondom het maandblad Dietsche Stemmen, alsook Friedrich Wichert, hoofd van de Hilfsstelle bij de Duitse legatie en bevriend met Picard.
Na enige tijd keerde Remouchamps terug naar België. Van Lier uit bezocht hij vrij dikwijls Brussel, waar hij vriendschappelijk omging met de Noord-Duitse dichter Rudolf A. Schröder, verbonden aan de Politische Abteilung. Hij fungeerde als doorgeefluik voor inlichtingen aan zijn vriend Picard. Eind 1917 of begin 1918 ging Remouchamps weer naar Nederland, waar hij voorlopig een werkkring kreeg als vertaler bij de Turkse legatie, Duitslands bondgenoot. Hij werd omwille van deze pro-Duitse activiteiten door de Belgische justitie bij verstek veroordeeld tot tien jaar hechtenis.
Na de Eerste Wereldoorlog gooide Remouchamps het roer radicaal om en besloot bij J.J. Holwerda prehistorie en archeologie te gaan studeren; reeds na korte tijd was hij Holwerda's assistent. In 1925 werd hij benoemd tot conservator van het Rijksmuseum voor Oudheden te Leiden. Het jaar daarna promoveerde hij te Freiburg tot doctor.
Na 1918 speelde Remouchamps geen rol meer in de V.B.
Literatuur
M. van de Velde, Geschiedenis der Jong- Vlaamsche Beweging, 1941;
Verslag over het jaar 1927 van het Rijksmuseum voor Oudheden te Leiden, 1928;
D. Vanacker, Het aktivistisch avontuur, 1991.
Verwijzingen
zie: De Heremans' Zonen.