Rechtskundig Weekblad

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

opgericht in oktober 1931 in de schoot van de Vlaamse Conferentie der Balie van Antwerpen.

Stichters waren de Antwerpse advocaten Herman de Jongh en Jules Franck (voorzitters), René Victor (algemeen secretaris), Emile Ooms en Gaston Craen (secretarissen), John Stockmans (penningmeester), Ferdinand Zech, Louis Elebaers, Ignace van den Brande en Fernand Collin. In feite steunde van bij de aanvang alles op Victor, en dit tot aan zijn dood in 1984.

Het Rechtskundig Weekblad sloeg snel aan bij de Vlaamse juristen; na acht weken waren er al 600 abonnementen. Het moest een tegenhanger zijn van het Journal des Tribunaux en wilde vooreerst de rechtswetenschap in de Nederlandse taal stimuleren; in dit opzicht leunde het aan bij het Rechtskundig Tijdschrift. Het peil van de bijdragen liet aanvankelijk echter vaak te wensen over, zowel qua taal als inhoud. Daarnaast wilde het blad ook de brug slaan tussen de verschillende conferenties en pleitgenootschappen. Ten slotte voerde het ook actie voor de vernederlandsing van het gerecht. Sinds april 1931 was de strijd hierover losgebarsten, met het wetsvoorstel van de Antwerpse advocaat en politicus Hendrik Marck. Samen met de Vlaamse Conferentie der Balie van Antwerpen en met de Bond der Vlaamsche Rechtsgeleerden vormde het blad een degelijk tegengewicht voor de heftige oppositie van Franstalige zijde.

Ook na het afdwingen van de wet van 15 juni 1935 op het taalgebruik in rechtszaken bleef het Rechtskundig Weekblad waken over en ijveren voor een naar taal en geest Vlaams gerecht in Vlaanderen.

Op 12 mei 1940 verscheen voorlopig het laatste nummer van het tijdschrift. In september 1940 opteerden enkele leden van de raad van bestuur voor een opnieuw verschijnen van het tijdschrift. De bezetter verklaarde echter bezwaren te hebben tegen de persoon van Victor – omdat hij vrijmetselaar was? – en wenste bovendien zelf enkele leden in de raad van bestuur te benoemen. Daarop sprongen de gesprekken af. In maart 1941 gaven Antwerpse Nieuwe Orde-gezinde advocaten een nieuw tijdschrift uit, Het Juristenblad, dat op de titel na hetzelfde uitzicht had als het Rechtskundig Weekblad.

Na de bevrijding verscheen het Rechtskundig Weekblad opnieuw. Het ondersteunde het Vlaamse streven naar homogene taalgebieden (taalwetten van 1962-1963) en ijverde met vuur voor de oprichting van een hof van beroep te Antwerpen (1970). Ook was het een spreekbuis waarin taaltoestanden in het hof van cassatie en elders konden worden aangeklaagd. Omdat de vernederlandsing van de rechtswereld in Vlaanderen steeds dieper wortel schoot, moest het tijdschrift gaandeweg minder energie steken in de flamingantische actievoering. Alle aandacht kon uitgaan naar de wetenschap. Het tijdschrift groeide in de naoorlogse periode dan ook uit tot een hoogstaand juridisch vaktijdschrift met meer dan 4000 abonnees.

Literatuur

R. Victor, Schets ener geschiedenis van de Vlaamse Conferentie der Balie van Antwerpen, 1960; 
H. van Goethem, 'De Bond der Vlaamse rechtsgeleerden (1885-1964)', in id. (ed.) Honderd jaar Vlaams rechtsleven. Bij het eeuwfeest van de Vlaamse Juristenvereniging en de 50ste verjaardag van de vernederlandsing van het gerecht, 1985, p. 13-199; 
id., De taaltoestanden in het Vlaams-Belgisch gerecht 1795-1935 (Verhandelingen van de KAWLSKB, klasse der letteren, jg. 52, nr. 134, 1990).

Auteur(s)

Herman van Goethem