Rechtskundig Tijdschrift (voor Vlaamsch-België)

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

in 1897 te Brussel gesticht en in 1963 opgeheven.

Onder impuls van Julius Mac Leod groeide sinds circa 1885 de overtuiging dat de Vlaamse intelligentsia de wetenschap in de eigen taal moest beoefenen. Dit lag in het verlengde van de overtuiging dat de Vlamingen hoger onderwijs in het Nederlands moesten krijgen. Op het XXIIIste Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres in 1896 werd de kwestie van de vernederlandsing van Gent heel uitdrukkelijk gesteld. Dat was een nieuwe impuls voor wie de wetenschapsbeoefening wilde vernederlandsen. In 1897 kwamen in diverse disciplines initiatieven tot stand. Daaronder de stichting van het Rechtskundig Tijdschrift voor Vlaamsch-België. De eerste redactieraad bestond uit de flamingantische volksvertegenwoordiger Juliaan van der Linden, en uit een aantal vooraanstaande juristen die inzake de Nederlandse rechtstaal hun sporen hadden verdiend: Hendrik de Hoon, A. Delcroix, L. Ouwercx, Odilon Périer en Karel G. Brants, die redactiesecretaris werd.

Van bij de aanvang was het tijdschrift, dat enkele malen per jaar verscheen, gericht op wetenschap. Het publiceerde de in het Nederlands opgestelde rechtspraak (aanvankelijk vooral van de strafrechtbanken), drukte de Nederlandse tekst van de belangrijkste wetten af, en besprak de Nederlandstalige juridische werken die in België verschenen. Ook besteedde het tijdschrift aandacht aan het rechtsleven in Nederland.

Politiek getinte artikels waren uitzonderlijk. Wel werd het flamingantische verenigingsleven van juristen ondersteund. Zo berichtte het tijdschrift over het wel en wee van de Vlaamse Conferenties der Balie. Ook trad het in sommige jaren op als officieel orgaan van de Vlaamsche Rechtskundige Congressen, door het afdrukken van het programma en van de referaten.

Na enkele jaren begon het tijdschrift onregelmatig te verschijnen, en in 1906 werd de leiding ervan van Brussel naar Antwerpen overgebracht. De florissante Vlaamse Conferentie der Balie van Antwerpen nam het dagelijks beheer van het tijdschrift op zich. Hector Lebon werd hoofdredacteur, terwijl Johan Eggen en Nico Gunzburg het secretariaat op zich namen.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog verscheen het tijdschrift niet. Na de bevrijding had de V.B. lood in de vleugels; dat verklaart waarom de periodiek pas in 1921 terug werd opgestart, en wel onder de titel Rechtskundig Tijdschrift voor België. De redactie kwam in handen van Louis van Bauwel. Doken er in latere jaren problemen op met de geamputeerde titel? Vanaf 1932 was het zonder meer Rechtskundig Tijdschrift. Intussen ondervond het blad ook feitelijke concurrentie van het in 1931 opgerichte, wekelijkse Rechtskundig Weekblad.

In de Tweede Wereldoorlog bleef het tijdschrift verschijnen, zij het met grote vertraging. In de oorlogsjaargangen besteedde het ruim aandacht aan de Nieuwe Orde in de rechtswereld. Juristen als J. Rondou, C. Ketelaer, Maurits Langohr en Jan de Meyer publiceerden kritiekloze en breedvoerige artikels over fascistische wetgeving in Italië en Duitsland. Ook werd soms een status quaestionis gemaakt van de eigen wetgeving, in het licht van de te verwachten hervormingen (bijvoorbeeld René Victor over het administratief recht in België).

Zeer opvallend is de totale ommekeer in het tijdschrift na de oorlog. Zo kon Hermann Bekaert, procureur-generaal bij het hof van beroep te Gent, er in 1946 een artikel in kwijt over de Maatschappelijke problemen van het incivisme, waarin hij bijvoorbeeld aangaande het interbellum poneerde: "Het Belgische feit, zo vruchtbaar in economische, zedelijke en sociale voordelen, was onbekend of misprezen in onze Vlaamse gewesten." In de verdere jaren bleef het tijdschrift een apolitiek vakblad. In 1963 hield het op te bestaan.

Literatuur

R. Victor, Schets ener geschiedenis van de Vlaamse Conferentie der Balie van Antwerpen, 1960; 
H. van Goethem, 'De Bond der Vlaamse rechtsgeleerden (1885-1964)', in id. (ed.) Honderd jaar Vlaams rechtsleven. Bij het eeuwfeest van de Vlaamse Juristenvereniging en de 50ste verjaardag van de vernederlandsing van het gerecht, 1985, p. 13-199; 
id., De taaltoestanden in het Vlaams-Belgisch gerecht 1795-1935 (Verhandelingen van de KAWLSKB, klasse der letteren, jg. 52, nr. 134, 1990).

Auteur(s)

Herman van Goethem