Poppe, Leo

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

(Gent 22 december 1911 – Buenos Aires 23 juli 1997).

Kon na eerst bediende te zijn geweest bij een Gentse verzekeringsmaatschappij als journalist bij De Gentenaar aan de slag. Via Jef François en diens Vlaamsche Militie, een onderdeel van het Vlaamsch Nationaal Verbond (1929-1931) (VNV), kwam Poppe met de V.B. in contact. Binnen dit door Wies Moens opgerichte VNV was hij leider van de jeugdafdeling. Bij de oprichting van het Verdinaso maakte het VNV deel uit van de basis van deze nieuwe groepering.

Van meet af aan geraakte Poppe in de ban van Joris van Severen. Hij werd belast met de uitbouw van een Verdinaso-jeugdbeweging, zorgde voor een strakke uniformisering en knoopte internationale contacten met geestverwanten aan. Tevens publiceerde Poppe geregeld artikels in Hier Dinaso! en schreef hij het Vlaggelied, het officiële lied van het Verdinaso.

In maart-april 1941 werd Poppe door de Gentse Propaganda Abteilung met journalistieke opdrachten in De Gentenaar en de Vooruit belast. Van dat laatste dagblad was hij tot de zomer van 1941 redactiesecretaris. Na de totstandkoming van de Eenheidsbeweging-VNV in mei 1941 werd Poppe stafleider van de Nationaal-Socialistische Jeugd Vlaanderen (NSJV), en tweede in rang na Edgar Lehembre. Tevens werd Poppe dienstleider, later hoofddienstleider, voor de pers. Hij werd de verantwoordelijke uitgever en hoofdredacteur van De Jonge Nationaal-Socialist, en redacteur van het weekblad De Nationaal-Socialist. Herhaaldelijk kwam Poppe met Lehembre in aanvaring die hem een te Duitsvriendelijke koers verweet.

Naar het einde van de bezetting toe raakte Poppe meer en meer in het vaarwater van Maurits Geerardyn en diens dissident Dietsch Eedverbond. Nochtans had hij geen deel aan de verschillende Dietse dissidentie in de NSJV. Toen het gros van de hogere NSJV-leiding de organisatie verliet bleef Poppe op post. Zo kon hij in 1944 nog leider worden van de tot Dietsche Blauwvoetvendels omgevormde jeugdafdeling van de NSJV.

In augustus 1944 nam Poppe de wijk naar Duitsland. In Soltau werd hij samen met Pol le Roy door Jef van de Wiele belast met de organisatie van de propaganda van de Vlaamsche Landsleiding. Tevens werd Poppe redacteur van het kortstondige Vlaanderen Vrij!.

Na een avontuurlijke vlucht en een maandenlang ondergedoken verblijf in Parijs, belandde Poppe uiteindelijk in Argentinië. Hij werd er receptionist in een luxueus hotel in de Argentijnse hoofdstad. In eigen land werd hij bij verstek op 26 maart 1947 tot levenslang en 200.000 frank boete veroordeeld. In Argentinië stond hij mee aan de uitbouw van een culturele infrastructuur voor de uitgeweken Vlaams-nationale collaborateurs. Samen met onder anderen André Delbaere, Karel Engelbeen en Jan van Muylem behoorde Poppe tot de redactieploeg van De Schakel – El Lazo. Vanaf 1955 (na 1958 ook de redactionele coördinatie) nam hij het tijdschrift dat een regimevriendelijke koers aanhield, van stichtster Jeanne de Bruyn over. Hij bleef dit doen tot het laatste nummer dat eind 1995 verscheen. Onder zijn impuls werd omstreeks 1960 de vereniging Vlamingen in Argentinië opgericht. In 1971 kreeg hij voor zijn inzet de prijs van de Vlaamse Toeristenbond voor de meest verdienstelijke Vlaming in het buitenland.

Werken

Artikelen in Hier Dinaso!; Vooruit; De Nationaal-Socialist; De Jonge Nationaal-Socialist; Opstanding; De Schakel 
El Lazo 
Herinneringen aan een bewogen tijd (1945-1949), 1995.

Literatuur

K. Naudts, 'Leo Poppe: "Als ik op straat loop, voel ik dat ik thuis ben"', in De Standaard (20 oktober 1981); 
'Vraaggesprek met Leo Poppe', in Dietsland Europa, jg. 26, nr. 12 (december 1981), p. 9-18; 
J. van Hauthem, Een Vlaamse kolonie aan de Plata, KUL, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1985; 
B. de Wever, Greep naar de macht. Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945, 1994; 
P.J. Verstraete, 'Biografische inleiding', in L. Poppe, Herinneringen aan een bewogen tijd (1945-1949), 1995, p. 5-16; 
R. Raes, 'Afscheid van "De Schakel"', in Dietsland Europa, jg. 41, nr. 1 (januari 1996), p. 24-28.

Auteur(s)

Pieter Jan Verstraete