Nolet de Brauwere van Steeland, Jan K.H.

Uit NEVB Online
Ga naar: navigatie, zoeken

(Rotterdam 23 februari 1815 – Vilvoorde 21 juni 1888).

Was een katholiek Noord-Nederlander die middelbaar onderwijs volgde in Doornik en in Brugge. Na de Belgische Revolutie verbleef Nolet de Brauwere van Steenland in Nederland. Reeds in 1832 keerde hij naar België terug, maar verwierf nooit de Belgische nationaliteit. Na het kandidaatsexamen rechten aan de Gentse universiteit vestigde hij zich te Leuven. Hij onderhield een hechte vriendschap met Jan-Baptist David. Tussen 1844 en 1877 woonde hij in Brussel, daarna verhuisde hij naar Vilvoorde. Hij verwierf het eredoctoraat in de letteren aan de universiteit van Leuven.

Nolet de Brauwere van Steenland schreef reeds vroeg gedichten en publiceerde daarnaast hoofdzakelijk kritisch en zeer polemisch hekelend proza. Vooral in Brussel was hij actief betrokken bij diverse culturele flamingantische initiatieven. Gezien zijn positie van Noord-Nederlander was hij er een belangrijke schakel in de toenaderingspogingen tussen Noord en Zuid. Hij was lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden, van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde en van het Nederduitsch Tael- en Letterkundig Genootschap (vanaf 1842), voorzitter van de Brusselse afdeling van de Maetschappij ter bevordering der (van) Nederduitsche Tael- en Letterkunde met kenspreuk Voor Tael en Kunst (gesticht in 1836) en van het derde Nederlandsch Letterkundig Congres in 1851 te Brussel, medevoorzitter van het Vlaemsch-Duitsch Zangverbond (1846-1848) en medewerker aan diverse tijdschriften waaronder De Vlaemsche Stem (1846-1853), Het Vaderland (1844-1846) en Der Pangermane. Hij fungeerde meermaals als jurylid in diverse letterkundige staatswedstrijden en zat verschillende literaire congressen voor, onder andere te Utrecht (1854), Rotterdam (1865) en Maastricht (1875).

Nolet de Brauwere van Steeland ging een hevige polemiek aan met de West-Vlaamse regionalisten waaronder Leonardus L. de Bo en de groep van Rond den Heerd (Adolf Duclos). In diverse lezingen en artikelen haalde hij op humoristische, spottende toon uit naar het West-Vlaamse taalparticularisme. Vanuit een vrees voor Frankrijk was hij voorstander van een toenadering van Vlaanderen tot Duitsland, zonder een radicaal pan-Germanist te zijn; hij was bijvoorbeeld een zeer hevig tegenstander van de in België verblijvende Duitse pan-Germanist Johann W. Wolf. In enkele brieven aan deze laatste wees Nolet de Brauwere van Steeland een aanpassing van de Nederlandse spelling aan de Duitse spelling af.

Werken

Artikelen in De School- en Letterbode (1845-1846); Handelingen van de Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen (1849); De Toekomst (1867- 1875); Bulletins de l'Académie de Belgique (1868); Nederduitsch Letterkundig Jaarboekje (1875); De Wachter (Nederland, 1880-1882); Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle (1885-1886).

Literatuur

P. Alberdingk Thijm, 'Levensbericht van J.- C.H. Nolet de Brauwere van Steeland', in Jaarboek van de KVATL (1899), p. 73-82; 
T. Coopman en L. Scharpé, Geschiedenis der Vlaamsche Letterkunde, 1910; 
W. de Vogelaere, Leven en werken van J.K.H. Nolet de Brouwere van Steeland, 1942; 
H.J. Elias, Geschiedenis van de Vlaamse Gedachte, II-III, 1963-1964.

Auteur(s)

Nico Wouters