Nederlandse congressen
algemene benaming voor een reeks Nederlands-Vlaamse congressen, waarvan de eerste drie (1849, 1850, 1851) gehouden werden onder de naam Nederlandsch Letterkundig Congres, het vierde (1854) tot en met het tweeëndertigste (1912) onder de naam Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres, het drieëndertigste tot en met zevenendertigste (1949-1967) heette Nederlands Congres en vanaf het achtendertigste is de naam Algemeen-Nederlands Congres in gebruik (vanaf 1980).
Onder de naam Nederlandsch Letterkundig Congres: 1ste Congres, 1849 te Gent (voorz.: A. des Amorie van der Hoeven); 2de Congres, 1850 te Amsterdam (voorz.: Jan-Baptist David); 3de Congres, 1851 te Brussel (voorz.: Jan Nolet de Brauwere van Steeland).
Onder de naam Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres: 4de Congres, 1854 te Utrecht (voorz.: H.J. Koenen); 5de Congres, 1856 te Antwerpen (voorz.: F.J. Matthijssens); 6de Congres, 1860 te 's-Hertogenbosch (voorz.: J.B.A.J.M. Verheijen); 7de Congres, 1862 te Brugge (voorz.: Jules de Saint-Genois des Mottes); 8ste Congres, 1865 te Rotterdam (voorz.: G. Mees); 9de Congres, 1867 te Gent (voorz.: August de Maere); 10de Congres, 1868 te Den Haag (voorz.: Willem J. Jonckbloet); 11de Congres, 1869 te Leuven (voorz.: Hendrik Conscience); 12de Congres, 1872 te Middelburg (voorz.: W.C.M. de Jonge van Ellemeet); 13de Congres, 1873 te Antwerpen (voorz.: Jacob F. Heremans); 14de Congres, 1875 te Maastricht (voorz.: G.D. Franquinet); 15de Congres, 1876 te Brussel (voorz.: J.P. van der Auwera); 16de Congres, 1878 te Kampen (voorz.: W.C.M. de Jonge van Ellemeet); 17de Congres, 1879 te Mechelen (voorz.: Jan van Beers); 18de Congres, 1881 te Breda (voorz.: Matthias de Vries); 19de Congres, 1884 te Brugge (voorz.: August de Maere); 20ste Congres, 1887 te Amsterdam (voorz.: H.P.G. Quack); 21ste Congres, 1891 te Gent (voorz.: August de Maere); 22ste Congres, 1893 te Arnhem (voorz.: L.H. Slotemaker); 23ste Congres, 1896 te Antwerpen (voorz.: Max Rooses); 24ste Congres, 1897 te Dordrecht (voorz.: Hermanus Kiewiet de Jonge); 25ste Congres, 1899 te Gent (voorz.: August de Maere); 26ste Congres, 1901 te Nijmegen (voorz.: B. ter Haar Bz.); 27ste Congres, 1902 te Kortrijk (voorz.: Julius Sabbe); 28ste Congres, 1904 te Deventer (voorz.: Jan te Winkel); 29ste Congres, 1906 te Brussel (voorz.: Hendrik de Hoon); 30ste Congres, 1908 te Leiden (voorz.: J.S. Speyer); 31ste Congres, 1910 te Maastricht (voorz.: L.H.J. Lamberts Hurrelbrinck); 32ste Congres, 1912 te Antwerpen (voorz.: Pol de Mont).
Onder de naam Nederlands Congres: 33ste Congres, 1949 te Gent (voorz.: Jozef Goossenaerts); 34ste Congres, 1960 te Gent (voorz.: Frans Koote); 35ste Congres, 1961 te Vlaardingen (voorz.: Frans Koote); 36ste Congres, 1963 te Antwerpen, thema: culturele integratie van Noord en Zuid (voorz.: Julien Kuypers); 37ste Congres, 1967 te Rotterdam, thema: de culturele integratie van Nederland en Vlaanderen (voorz.: Hendrik Brugmans).
Onder de naam Algemeen-Nederlands Congres: 38ste Congres, 1980 te Brussel (voorz.: Hendrik Fayat), 39ste Congres, 1986 te Amsterdam (voorz.: Hendrik Fayat), 40ste Congres, 1990 te Brussel, thema: Nederland en Vlaanderen samen in Europa (voorz.: Kees Middelhoff), 41ste Congres 1994 te Den Bosch, thema: Nederland-Vlaanderen, (Grens)regio in Europa (voorz. J. Baartmans-van den Boogaart).
Vanaf het 35ste Congres te Vlaardingen (1961) was de organisatie in handen van een bestendige Commissie voor de Nederlandse congressen, waarvan naast het Algemeen-Nederlands Verbond een twintigtal verenigingen deel uitmaakten. Op de congressen van 1961, 1963 en 1967 klonk de roep om culturele integratie en institutionalisering daarvan steeds luider. Het uitblijven van resultaten leidde tot een tijdelijke staking van de congressen. Vanaf het 38ste Congres in 1980 is de organisatie van de Nederlandse congressen veranderd. In 1979 is het Algemeen-Nederlands Congres opgericht, dat sinds 1985 ook een stichting naar Nederlands recht is. Bij dit contact-, studie- en documentatiecentrum zijn ongeveer 200 Vlaamse en Nederlandse verenigingen en instellingen aangesloten. Het overkoepelt een groot aantal werkgroepen, die studies maken en colloquia organiseren over allerlei vormen van Vlaams-Nederlandse samenwerking en om de vijf jaar gezamenlijk verslag uitbrengen op het Algemeen-Nederlands Congres. (Nederland-Vlaanderen)
Literatuur
Handelingen van het Nederlands Congres, sinds 1980 uitgegeven door het Algemeen-Nederlands Congres.
Verwijzingen
zie: Nederland-Vlaanderen.